Ordening is continu proces

De regering van Suriname heeft lange tijd geen maatregelen genomen tegen de handel om het leven van de burgers van het land onderaan de ladder draaglijk te maken. De winstmarges zouden worden verkrapt en er zouden andere administratieve maatregelen worden doorgevoerd. Voordat we daarop ingaan en de bezwaren die door een ondernemerschapsgroep zijn aangedragen, willen we even ingaan op een maatregel waaraan we hier geen aandacht hebben besteed. Het is de maatregel van EZ om bedrijven te dwingen om over het algemeen op een bepaald uur (waarschijnlijk 22.00 uur) in de avond de winkels en eventueel andere zaken te sluiten voor klanten. 

Wij vinden dat de regering de wetgeving die zulke beperkingen oplegt, snel moet wijzigen. Wij vinden dat het helemaal aan de bedrijven moet worden overgelaten om te bepalen hoe laat en hoe lang ze open willen gaan. Zaken, ook handelszaken, dienen de ruimte te hebben om ‘around the clock’ open te zijn. Die vrijheid en autonomie moeten bedrijven wel hebben. De enige twee beperkingen zijn het volgende. 

Ten eerste moeten de zaken geen overlast bezorgen aan de buurt waarin ze zijn gevestigd. Het moet de orde en vooral de rust in de buurten over de normale rusttijden niet verstoren. Een verstoring van deze orde en rust zal altijd een uitzondering zijn en zal niet als regel voorkomen. Ten tweede moet gelet worden op de werktijd van de werknemers zelf. De winkel mag wel around the clock open zijn, maar werknemers moeten na een aantal uren arbeid stoppen met werken. Met 3 shifts van 8 uren is een zaak around the clock open te houden. Bedrijven zitten met hun eigen overheadkosten. Het is al heel moeilijk om in dit milieu een business staande te houden. 

De economie is onvoorspelbaar, Suriname heeft een heel lage waardering van eigen producten. De eigen economie wordt niet beschermd, economieën van andere landen hebben de voorkeur. Zo wil Trinidad niets van ons hebben, maar wij importeren van alles uit Trinidad, ook werknemers die hier dollars verdienen. Onder deze moeilijke omstandigheden moet men de ondernemers in hun zaken doen niet beknotten. Laat ze lang open zijn en zaken doen, winst maken. De reden om langer open te blijven is te meer aanwezig als de regering de maatregel wil invoeren om de winstmarge omlaag te schroeven. 

We moeten zeggen dat het een groot probleem is in Suriname om ’s avonds ergens met vrienden of familieleden iets te eten. Vanaf 19.00 uur begint het al zeer moeilijk te worden. Veel bereikbare etenszaken zijn tegen deze tijd aan het opruimen of zijn ze al uitverkocht. Verder zijn er veel werkenden die graag in de avond naar de winkel zouden willen gaan. Dat is niet mogelijk. Als het veilig is om 1 x 24 uur open te zijn, dan moeten we dat zeker doen. Dus een oproep aan de regering om dit soort anti-business maatregelen radicaal af te schaffen. 

Verder lazen we een bericht van een aantal klein-ondernemers die aan drukke straten gerookte vis en dawet verkopen. Een dc zou de business van deze burgers hebben gesloten, omdat ze waarschijnlijk niet over een vergunning zouden beschikken. Maar, in deze moeilijke tijd vinden we het niet in het belang van Suriname en Surinamers als hun zaken, waar ze legale zaken verkopen die ze nota bene zelf produceren, worden gesloten. We zijn het er wel mee eens dat food handlers zich houden aan een aantal maatregelen ter preventie in het kader van de voedselveiligheid, het is een must. Maar de ambtenaren van de dc’s moeten niet radicaal zaken sluiten, omdat dat de gemakkelijke en luie manier van werken is, vijandig tegenover de burger en de klein-ondernemers. Het zou van een ontwikkelingsvisie getuigen als de ondernemers heel intensief door ambtenaren van de dc zouden worden begeleid, zodat ze aan alle vereisten voldoen, de nodige vergunningen etc.. verkrijgen en ook een training krijgen in goed ondernemerschap en in het afhandelen van belastingzaken. Die begeleiding doen de ambtenaren niet omdat de dc’s hun ambtenaren niet zover kunnen krijgen. Men weet niet wat allemaal nodig is om legaal te zijn. Wat te binnen schiet is ook een video van een potige politieman die van een zwakke bejaarde vrouw, die noodgedwongen op straat groente verkoopt om zelf eten te kunnen kopen, zijn handelswaar afpakt. De vrouw protesteert en huilt, de omgeving lacht omdat ze zich niet aan de mevrouw kunnen relateren, het kan geen familie zijn. Ook aan de noden van de stoepverkopers heeft de regering geen adequaat antwoord. 

Terugkerend bij de maatregelen, wij vinden het helemaal goed dat de regering afdwingt dat op rekken een opschrift komt voor “Basis- en strategische goederen”. Dit is voor een beter overzicht voor de consument niet alleen, maar ook voor de ondernemer en zijn medewerkers en zijn controlerende ambtenaren. We zijn er het ook mee eens dat de regering de prijs van deze goederen beheerst door daarin in te grijpen. We zijn akkoord met de maximumprijzen van de basis- en strategische goederen, ook dat ze zichtbaar geplaatst moeten worden in de winkels. 

Nu begrijpen we dat een aantal ondernemers in de (klein)handel moeite met de verlaging van de winstmarge op goederen. Wij vinden dat het wel een noodzakelijke maatregel is en dat het slechts betrekking heeft op een kleine lijst van goederen, niet het hele assortiment. Deze maatregel is uit te voeren en de ondernemers moeten tonen dat ze ook maatschappelijke verantwoordelijkheid kennen. We lezen ook dat de ondernemers geen kassabon willen uitgeven met specificatie. Wij vinden dat de regering zo een eis wel kan stellen. Sterker nog, de regering zou meewerken aan benadeling en oplichting van de burgerij als ze zo een maatregel achterwege zouden laten. Het is een goede zaak als de winkels een software hebben om de goederenprijzen aan te houden en te gebruiken. Als het om geld ontvangen komt, hebben de ondernemers geen moeite met pos-systemen. Een geautomatiseerd artikelcode en kassasysteem met honderden artikelen is niet teveel gevraagd. 

Wij vinden de nationale talen niet beheersen, geen excuus om aan de nationale regels te voldoen. Ook de Prijsaanduidingswet zou een probleem zijn, maar het is wel uitvoerbaar volgens ons. De regering mag verwachten dat ondernemers en consumenten de nationale munt waarderen. Er zijn in de Caribbean landen die geen dollars willen in hun winkel, ze willen hun local currency. In Suriname is iedereen, zelfs de bedelaar op straat, geobsedeerd door de dollar. Wij vinden wel dat de regering winstmarges moet blijven gebruiken.

We zijn het niet mee eens dat winkeliers vrij moeten zijn met het bepalen van hun prijs, ongeacht kostprijscalculaties, en dat concurrentie de nivellerende en de neerwaarts drukkende kracht moet zijn. 

error: Kopiëren mag niet!