Stichting d’Ons ziet uitdagingen en kansen voor landbouwers tijdens bezoek aan Suriname

De Stichting Duurzame Ontwikkeling Nederland Suriname (d’Ons) is in Suriname in verband met de selectiebezoeken van bedrijven die zich hebben ingeschreven voor de award wedstrijd voor de meest duurzame landbouwer voor 2022 in de categorie Midden en Klein bedrijf. Criteria die gelden zijn de omvang van het bedrijf, een terrein van 1 tot 10 hectare geldt als maatstaf, ook moet het niet gaan om een hobbybedrijf, verder wordt gelet op het wel of niet gebruiken van pesticiden.

“In het geval waarbij men toch pesticiden gebruikt dan moet dit volgens internationale criteria zijn”, maakt Hendrik Comvalius, directeur van d’Ons, duidelijk. Zo moeten de chemicaliën goed opgeborgen zijn en moet er gelet worden op de windrichting tijdens het spuiten. Aan de hand van een toetsingslijst worden bedrijven gecontroleerd.

Opvallend waren het zien van de hydroponics technologie en de werkwijze bij twee nieuwe ondernemers, waar met veel enthousiasme wordt gewerkt, gebruikmakend van een speciale techniek waarmee groenten en kruiden worden geteeld. Het concept van laatstgenoemd bedrijf is gericht op mensen die weinig ruimte hebben om te telen of nog over weinig kennis beschikken.

Tegenvaller

Comvalius heeft bezoeken gebracht aan bedrijven in de agrarische sector van Nickerie tot Marowijne en zegt dat de inschrijvingen voor deelname uit Coronie en Marowijne een beetje tegenvielen. “Mogelijk moeten de mensen geholpen worden bij de invulling van de formulieren. Op de een of andere manier weten de mensen in Saramacca en Nickerie de informatie wel te vinden.” Een andere oorzaak kan ook de organisatiegraad van de agrariërs in deze districten zijn. Volgens Comvalius zal de werving aangepast moeten worden, waarbij mensen zich in een vroeg stadium kunnen inschrijven.

Bevindingen
Over het algemeen wordt er biologisch geteeld en worden er weinig pesticiden gebruikt bij de bedrijven die bezocht zijn. Comvalius zegt, dat voor zover er wel pesticiden worden gebruikt dit vrijwel in lijn is met de regels van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij. “Veel boeren hebben wel last van wateroverlast en dit zorgt voor veel onkruid.” Een ander probleem is het gebrek aan personeel waardoor zij als boerenbedrijf ook niet verder kunnen. “Veel bedrijven bestaan daarom uit veel parttimers en familieleden. De bedrijven willen, maar kunnen niet verder.”

Verder zou er veel meer gebruik gemaakt moeten worden van machinale toepassingen en computertoepassingen. Een betere afwatering is nodig voor een beter verloop van het water, laat Comvalius verder weten. Hij merkt daarbij op, dat mogelijk de overheid kan ondersteunen bij het vinden van goed personeel.

Comvalius wijst nog op de aanzienlijke schade die agrariërs hebben geleden door water ten gevolge van de ondergelopen percelen. Tot slot wijst hij op de geestelijke schade die de mensen hebben geleden en noemt dus niet alleen de materiële schade die de boeren hebben geleden.

RB

error: Kopiëren mag niet!