Vicepresident bij kranslegging Doedel: “Laten wij onze helden niet vergeten”

Tijdens een kranslegging en lezing woensdag ter herdenking van vakbondsleider Louis Doedel, in aanwezigheid van vicepresident Ronnie Brunswijk, ging voormalig Assembleelid en ambassadeur Henk Herrenberg in op het leven van Doedel. De organisatie lag in handen van stichting Louis Alfred Gerardus Doedel.

Herrenberg sprak over de wijze waarop hij Doedel begin jaren tachtig had ‘ontdekt’. Aanvankelijk ontkende men dat Doedel nog in leven was. Hij kwam er desondanks achter, dat Doedel nog in leven was. Helaas was de ontdekking te laat, want kort daarna overleed de vakbondsleider. De begrafenis was de kiem voor de strijd voor het eerherstel van Doedel, vanwege de aanwezigen. Herrenberg pleit ervoor om het SIVIS (Scholings Instituut voor de Vakbeweging in Suriname) te vernoemen naar Doedel. “Omdat hij altijd sprak over het belang van studeren.” “Doedel was een visionair en intellectueel man.”

Herrenberg benadrukte, dat Doedel op hetzelfde niveau was als de paters en de fraters. “Want die waren zijn gesprekspartners.” Velen konden in die tijd niet lezen. Herrenberg wees ook op de dubieuze rol van de pers in die tijd, zowel in Nederland als Suriname. “Vooral de wijze waarop getracht is om Doedel uit te schakelen. Daar moeten wij naar kijken”, zei Herrenberg.

Ook Robert Ameerali, voormalig vicepresident van Suriname, vertelde zijn grootoom Doedel in leven te hebben mogen bezoeken in LPI (’s Lands Psychiatrische Inrichting). Ameerali zei bijzonder vereerd te zijn met de aanwezigheid van de vicepresident, “aangezien de rechtmatige eigenaren al geruime tijd proberen te beschikken over de documenten die hen rechtens toekomen.”. Ameerali zei te hopen dat deze zaak in beweging komt “want wij krijgen geen antwoord als we naar de regering schrijven, dat zelfde overkwam Louis Doedel ook”. Hij vervolgde door te stellen dat 28 oktober een historische dag is voor Suriname, omdat op die dag een dode viel tijdens de volksoproer.

Grondlegger

Hierna kreeg de vicepresident het woord, die zei dat Louis Doedel een van de eerste grondleggers was van de moderne vakbeweging. “Zijn erfgoed moet worden doorgegeven aan de huidige en komende generaties.”

Brunswijk benadrukte dat de lezing in het teken stond van de hongeroproer van 28 oktober 1931. De oproer werd hardhandig afgeslagen door de koloniale machthebbers. Brunswijk zei dat wij van Doedel kunnen leren aangezien de organisatie van werkenden een voorwaarde is voor de maatschappelijke positie van deze belanghebbenden. “Wij kunnen ook leren van zijn moed en doorzettingsvermogen in de koloniale tijd waarin hij en zijn strijdmakkers leefden. Zij hebben offers gebracht”, memoreerde de vicepresident. “Het werk van stichting Louis Doedel heeft de aandacht van de regering. Laten wij onze helden niet vergeten.” Brunswijk wees op het belang van bundelen om het principe van verdeel en heers geen kans te geven.

RB 

 

error: Kopiëren mag niet!