De weg zoeken in een veranderd politiek landschap

In onze samenleving is een toenemend maatschappelijk onbehagen, onzekerheid en het populisme merkbaar. Het gevoel is dat het met de samenleving – economisch, sociaal en cultureel – bergafwaarts gaat. Het perspectief op verbetering lijkt voor velen verdwenen. Hoe kunnen we op dit onbehagen antwoorden? Hoe kan een politiek van hoop worden vormgegeven en welke politieke perspectieven passen daarbij, juist nu de ‘hoop op beter ’in onze cultuur lijkt te zijn verdampt? Iedereen focust op de verkiezingen van mei 2020, maar er moet nu iets meer gaan gebeuren. Onze politieke partijen moeten hun “democratische waarden gaan herontdekken”. Ze hebben een te smalle, institutionele visie op wat democratie is. Er is bezinning nodig op de manier waarop partijen zichzelf presenteren; ze zullen preciezer moeten aangeven wat ze wel en niet kunnen doen, en ze zullen zichzelf moeten afvragen of ze de waarden van de democratie voldoende belichamen.
De politieke en maatschappelijk context van 2017 is een merkwaardige. Enerzijds is de levenstandaard in Suriname toegenomen, delen velen in materiele rijkdom van ons land, en staat Suriname goed aangeschreven met haar natuurlijke rijkdommen. Anderzijds is er grote onvrede in het land, armoede neemt toe, kwaliteit en beschikbaarheid van faciliteiten rond o.a. onderwijs en gezondheidszorg dalen en een onvrede die zich uit op allerlei manieren, maar misschien wel het duidelijkst in de opkomst sinds 2011 van rechts-populistische politiek.
Het grote onbehagen
Barack Obama hield de Amerikanen 9 jaren geleden het volgende voor: “Laten we niet doorgaan in het negativistische patroon dat de politiek bepaalt; iets nieuws is mogelijk”. Obama bood de Amerikanen hoop, maar zijn opvolger breekt alles af wat is opgebouwd. Politiek is de kunst van het haalbare en met het maakbare. In Suriname zien we drie verschijnselen bij burgers: boosheid, pessimisme en onbehagen. De Surinamer is pessimistisch gestemd over zijn eigen toekomst, die van zijn kinderen en die van de samenleving, en daardoor behept met een moeilijk grijpbaar onbehagen. Onbehagen is een moeilijk grijpbaar begrip. Als mensen specifiek kunnen aangeven wat het probleem is, hoe groot ook, en het idee hebben dat het anders kan en hoe men dat zou kunnen realiseren, dan hebben ze geen last van onbehagen. Maar het maatschappelijk onbehagen kun je wel meten door vragen te stellen. Mensen hebben het moeilijk om elke maand de eindjes aan elkaar te knopen, de criminaliteit neemt toe, verkeersveiligheid daalt, prijzen rijzen de pan uit, de eigen munt is aan inflatie onderhevig, terwijl men vrijwel dagelijks met lede ogen toeziet dat de politieke top zich verrijkt, incompetentie viert hoogtij bij personen die het politiek-ambtelijk niet kunnen waarmaken op de verschillende belangrijke posten.
De leugen regeert het land en transparantie en rekenschap zijn zoek. Insinuatie en indoctrinatie zijn de pijlers van het populisme van dit paarse kabinet. Ook zien we in de maatschappij dat we slechter met elkaar omgaan (verharding, egoïsme en polarisatie) en dat is een grote zorg.
Daarnaast leeft bij de onbehaagden sterk het idee dat gewone mensen als zij onrechtvaardig behandeld worden en dat de politiek niet bij wille en machte is om daar wat aan te veranderen. Afhankelijk van wat er speelt in de politiek en wat er in de media op de voorgrond treedt, wisselen de voorbeelden van onrechtvaardigheid en van onwil en onmacht van de politiek.
Zie de voorbeelden van kritiek uit de samenleving op de vrijgevigheid van de Surinaamse Regering naar de landen die getroffen zijn door orkanen en andere natuurrampen, maar voorbijgaan aan de noden van het eigen volk en bezuinigen in het onderwijs.
Nieuw politiek spook…de Boze burger
De zogeheten Boze burger wacht vooral op een overtuigend weerwoord. Maar is het nieuwe politieke spook van “de Boze burger” niet een door politici zelf geschapen beeld, dat voortkomt uit het onvermogen van partijen om burgers (de kiezers) echt te begrijpen als de meerdimensionale mensen die ze zijn? Als we luisteren naar de leden van de coalitie in DNA, die collectief klinken als His Master’s Voice, dan is er optimisme over de ontwikkelingen in het land. Daartegenover staan de pessimisten: mensen die geen vertrouwen hebben in het parlement en de regering. Maatschappelijk optimisme en politiek vertrouwen kennen een sterk verband. Naarmate er in een land meer mensen positief gestemd zijn over de ontwikkelingen zijn er ook meer mensen met vertrouwen in de politiek.
Gevestigde politieke partijen in ons land hebben een nieuw elan nodig. Ze hebben zich in de loop van de jaren ontwikkeld van een “party on the ground” tot een “party in public office” en dat is ten koste gegaan van de voeling met de samenleving. Het is nodig werk te maken van een sterkere inhoudelijke profilering en nieuwe verbindingen met burgers tot stand te brengen, buiten de traditionele partijorganisaties om. Dus hoop moet komen van de politieke partijen. Maar er is wel een probleem. Democratie staat of valt met een vitale verbinding tussen samenleving en openbaar bestuur. Politieke partijen hebben een heel sterke invloed op het openbaar bestuur, maar ze maken de aansluiting bij de samenleving onvoldoende waar. Dit is een serieuze bedreiging voor de legitimiteit van het openbaar bestuur in Suriname. Vanouds vervullen politieke partijen daarbij een cruciale rol. Simpel is dat niet, zeker niet in de samenleving van nu. De aanhang van een partij beschouwde zichzelf als een collectief, met een gezamenlijke visie op politiek en samenleving. De loyaliteit aan de voorlieden was sterk. Een politieke loopbaan kon eigenlijk alleen maar succesvol zijn binnen de partij. Kiezers waren gewend dat de uitslag een herschikking van de macht tussen de grote partijen tot gevolg had; ze hielden dus rekening met compromissen.
Regeren is vooruitzien
We horen een roep om aandacht voor nieuwe manieren van interactie tussen burgers en bestuurders. Regeren is vooruitzien. Een goed beleid beperkt zich niet alleen tot het heden, maar strekt zich ook uit tot de toekomst. Niet slechts zien dus, maar ook navenant handelen. Het lokkende ideaal of de dreigende catastrofe bepalen de handelingen van nu. Men wil het goede bevorderen of het kwade proberen te voorkomen.
Het laatste is daar een goed voorbeeld daarvan: de problematiek van ons milieu. Het gaat erom welk toekomstbeeld men heeft in de politiek. We moeten inzetten op duurzaamheid van de samenleving. Een duurzame samenleving is een samenleving waarin de natuur de kans krijgt zich te herstellen. Een duurzame samenleving is ook een samenleving waarin mensen van heel diverse achtergronden gezamenlijk een huis vinden. Om van dat huis een thuis te maken is het belangrijk elkaars vrijheid te respecteren en elkaars veiligheid te garanderen. Dat beeld is de vooronderstelling van het politieke programma voor de toekomst; daar moeten offers voor gebracht worden, daar moeten mensen van doordrongen zijn en voor gewonnen worden.
We mogen de hoop niet verliezen, politieke partijen blijven nodig in Suriname, de zwijgende meerderheid (silent majority) en de minderheid onder ons kiezersvolk denkt genuanceerd. Maar dan zal men moeten letten op ander gedrag en organisatie van de politieke partijen.
Gezamenlijk belang
Suriname heeft te maken met electorale instabiliteit en het verschijnsel van de earthquake-elections, waarmee wordt verwezen op de grote verschuivingen tussen de partijen die bij verkiezingen kunnen optreden. Het heeft wellicht te maken met de opstelling van politieke elites, die nu soms te gemakkelijk meegaan met het populisme. Politieke partijen blijven belangrijk voor de democratie. Om politieke idealen te realiseren is een zekere collectiviteit onmisbaar, en aansprekende personen die de partijvisie goed kunnen overbrengen zijn belangrijker dan ooit.
Rekrutering van nieuw talent moet niet alleen via de politieke partijen worden aangepakt.
De vijver is groter dan we denken. Belangstelling voor politiek ontstaat in steeds meer gevallen niet primair binnen een partij, zoals vroeger, en aansluiting bij een partij kan dus ook later gebeuren. De politieke partijen hebben dus een gezamenlijk belang om mensen te interesseren voor de politiek.
Een politieke partij kan niet gedijen zonder een heldere visie op wat nodig is voor de samenleving. Deze moet op hoofdlijnen compact en helder te communiceren zijn.
Het politieke landschap dat gebaseerd was op de grote ideologieën wordt meer pluriform en ook beweeglijker. Het zou goed zijn om de regels voor partijen en verkiezingen te toetsen op hun houdbaarheid in deze nieuwe realiteit.
Met een heldere kernvisie kunnen partijen niet alleen leden, maar ook anderen betrekken bij het maken van hun verkiezingsprogramma, o.a. via maatschappelijke groeperingen en sociale media.
Partijen en ook politieke fracties in raden en lokale besturen moeten manieren vinden om te reageren op nieuwe vormen van interactie tussen burgers en politici, zoals bijvoorbeeld via de sociale media. Het is niet goed voor de democratie als de formele volksvertegenwoordiging en de wereld van burgerinitiatieven en burgerparticipatie gescheiden zijn.
Het is timmeren aan de weg in een veranderd politiek landschap. Democratie vereist permanent onderhoud.
Henry R. Ori

error: Kopiëren mag niet!