Dayanand Dwarka: “Dealers moeten met oliemaatschappijen onderhandelen”

De overheid heeft woensdag 10 augustus besloten dat de prijzen voor brandstof per donderdag omhoog gaan. Dit besluit kwam niet goed over bij een aantal verbruikers van benzine. Ook bij de retailers van benzine kwam dit besluit als een verassing naar buiten. Daartoe zijn er in de media ook geluiden gehoord.
Volgens Dayanand Dwarka, bondsvoorzitter van het personeel in dienst van de oliemaatschappijen, hanteert de overheid een beleid waarbij er niet van tevoren wordt gemeld. Ook de oliemaatschappijen worden overnight verrast met dit soort beslissingen. Wanneer het gaat om de verhoging van de brandstofprijs, wordt de vraag naar benzine bij de dealers ontzettend groot. Men wenst alvorens de nieuwe prijzen ingaan, de voorraad vol te hebben. Het kan dus dat dit soort van speculatiemodellen een reden is, waardoor de overheid een beleid van verrassingen uitvoert en de stakeholders op het laatste moment ermee confronteert. De verbruikers aan de andere kant hadden haast geen tijd en kans meer om naar de tankstations te gaan om te tanken. Dit was ook te merken aan de files bij de verschillende pompstations.
Dwarka stelt dat de roep van de stakeholders (pompstationhouders) wel terecht is, maar niet op de juiste plaats zou zijn als men de overheid benadert. De overheid heeft geen directe relatie met de Surinaamse Servicestation Exploitanten Bond (SSEB). De directe gesprekspartner van de overheid zijn de oliemaatschappijen die de SSEB als directe partners hebben. Indien de dealers nu moeite hebben met de wijze waarop de overheid te werk gaat of met de prijzen zelf, zullen die volgens Dwarka gewoon met de oliemaatschappijen moeten onderhandelen. “Zo zit dat allemaal in elkaar”, stelt Dwarka.
De olieprijs bij de pomp is afhankelijk van de wereldmarktprijs en de koers die gehanteerd wordt. Tot nu toe wordt de olieprijs berekend op basis van SRD 4.04, terwijl de oliemaatschappijen hun vreemde valuta op de vrije markt moeten betrekken om olie te importeren. Dat verschil tussen de bevroren koers en de marktconforme koers werd gecompenseerd met de government take. Op een gegeven moment werd de government take negatief. Oliemaatschappijen waren volgens Dwarka zijn vermoedens, niet bereid om de overheid te subsidiëren. Vandaar de stap van de overheid om de zaak zelf op te schroeven.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!