Meer groene energiekader nodig

Er is in de media een zeer interessante melding gedaan van een training van leden van een inheemse woongemenschap op het gebied van groene energie. Twee dames zijn in staat gesteld om in India een langdurige training te volgen. De dames hebben zo ver offers gebracht om de training te volbrengen, ondanks tegenslagen op het persoonlijke vlak (dood van de echtgenoot van een van de cursisten). De inheemse en tribale gemeenschappen zijn relevant in de duurzame ontwikkeling. Aan de ene kant zijn ze onderdeel van de sociale structuur, wat belangrijk is bij duurzame ontwikkeling. Economische ontwikkeling en zakelijke deals moeten niet leiden tot verstoring van de sociale structuur. Ze moeten dus niet leiden tot verstoring van de inheemse en tribale gemeenschappen. De duurzame ontwikkeling heeft ook te maken met de instandhouding van de aarde en dus het milieu. Energie opwekken gaat voor een deel gepaard met het verbranden van fossiele brandstoffen. Dat vervuilt de aarde en kan leiden tot de ondergang van de aarde. Nagenoeg alle regeringen in de wereld zijn zich ervan bewust dat er gewerkt moet worden naar een omvormen van de economie. Fossiele brandstoffen moeten plaatsmaken voor groene energiebronnen met name zon- en windenergie. De dames zijn getraind in het kunnen realiseren van zonne-energie. Volgens de minister van NH is he verkrijgen van stapels zonnepanelen voor hem geen probleem, hij zou containers en ook nog voor gratis kunnen brengen. Dat heeft hij gezegd toen een bedrijf dat grootschalig energie wilde opwekken met zonnepanelen, de deur werd gewezen. Dit bedrijf week uit naar een ander land en kon daar wel zaken doen. De NH-minister komt uit een bedrijf dat bijdraagt aan de vervuiling en opwarming van de aarde. Duurzame ontwikkeling wijst in de richting van het downsizen en sluiten van zulke bedrijven. Is het de loyaliteit van de minister naar zijn ex-werkgever en collega’s waarom de NH-minister de buitenlandse investeerder bij het eerste het beste bod de deur wees? Probeert hij de fossiele brandstoffenonderneming een plaats te geven in het energieplaatje voor de toekomst, welke niet aan haar toekomt? In elk geval is er geen grootschalige groene energieproject gaande in Suriname, dus ook geen project welke gedragen wordt door de regering c.q. NH. De energiewetten creëren de jure wel ruimte voor alternatieve energie om in de mainstream terecht te komen, maar het beleid en de praktijk zijn gericht op olie. Wanneer de burgerij niet op een lijn is met de regering wanneer het gaat om de energietoekomst, dan kunnen er in de praktijk cnflciten ontstaan. Het elektriciteitsnetwerk is niet landelijk verspreid. De inheemse en tribale gemeenschappen die in de uitgestrekte binnenlanden wonen, zijn doorgaans niet aangesloten op het net dat gevoed wordt door waterkracht en olie. In het binnenland wordt er ook veel olie verbrand middels de generatoren. Olie is duur en wordt duurder door transport naar het binnenland. Door gebruik te maken van zonne-energie kan het opwekken van energie op termijn goedkoper worden. Het energiekader wordt ingevlogen vanuit de stad, maar het zou duurzamer zijn als de gemeenschappen zelf over hun eigen technische deskundigen beschikten. Nu zijn er in een gemeenschap twee deskundigen die systemen kunnen onderhouden. De NH-minister moet zijn bronnen aanboren om de gratis zonnepanelen naar Suriname te halen. Deze kunnen dan ingezet worden in het binnenland. Huishoudens moeten ook leren om over te stappen op zonne-energie, iets dat we in overvloed hebben. Dat betekent dat de EBS en Staatsolie minder gaan vangen. EBS heeft eens aangegeven dat het zich wil transformeren tot een groene energiebedrijf, dat heeft de Staatsolie ook eens gezegd. De woorden moeten omgezet worden in daden. Meer burgers over het hele landschap moeten trainingen zoals van de twee dames ondergaan, om dan een bijdrage te kunnen leveren aan hun gemeenschappen. Er is veel knowhow in de Aziatische landen en via de zuid-zuid-samenwerking kunnen veel burgers en functionarissen gemakkelijk getraind worden in groene energie. De case van de twee dames die de training hebben gevolgd, is bemoedigend en de hoop is dat ze hun kennis in de praktijk kunnen brengen. Onze Surinaamse regering heeft zich niet uitgesproken in welke mate en hoe gefaseerd men de economie minder afhankelijk wil maken van fossiele brandstoffen. Er zijn landen in de Caribische regio die het wel hebben gedurfd om targets te stellen. Daarmee haalt men het wereldnieuws en wordt men ook ineteressanter voor ontwikkelingspartners. Daarvan kunnen ook andere sectoren profiteren.

error: Kopiëren mag niet!