Politieagenten zouden te gauw grijpen naar hun bonboek om boetes uit te delen voor bushouders. Dit beweert een zeer gebelgde buschauffeur Pot die actief is op de route POZV. ‘We worden dagelijks geconfronteerd met passagiers die zomaar uit de bus springen en niet betalen. Er zijn vaak lange files, waardoor men niet kan uitwijken. Passagiers springen dan uit de bus voor een verkeerslicht.’ De buschauffeurs worden volgens de buschauffeur naar willekeur beboet door de agenten. ‘Vaak kan de buschauffeur er niets aan doen. Passagiers willen op tijd op hun werk aankomen en men kiest voor de bus, omdat het betaalbaar is.’ De buschauffeur die wilde voorkomen dat een passagier in de modder uitstapte, kreeg onlangs onverbiddelijk een boete, omdat hij langs de stoeprand had gereden. Dit gebeurde op grond van artikel 10 van de Rijwet (stoppen op dusdanige wijze dat het overige verkeer wordt gehinderd). De buschauffeur was het niet eens met de boete en de agent hield hem voor dat hij bezwaar kon aantekenen. Voor deze zaak is de buschauffeur al vier keer naar het kanton geweest, omdat hij vanaf het begin niet eens was met de opgelegde boete. Tot drie keren toe kon de zaak niet worden behandeld. Twee keer was de agent er niet en een keer was de rechter verhinderd. Hierdoor heeft hij buiten zijn schuld om inkomsten moeten derven. De bus kon namelijk niet gereden worden. De agent heeft volgens de chauffeur aangegeven dat hij op de stoep moest parkeren, maar dat is niet de aangewezen plek om passagiers te laten in- en uitstappen. Vanuit de stad richting het zuiden heeft de Zwartenhovenbrugstraat tot aan de havenpoort/Molenpad geen bushaltes.
Pot vraagt zich af of het nodig is dat agenten vroeg ’s morgens buschauffeurs beboeten. Meestal zijn het passagiers die naar het werk moeten en zelfs agenten zitten in de bus en springen eruit op plekken waar het niet mag, vertelt de buschauffeur. De chauffeur is van mening dat er een aanspreekpunt moet zijn waar benadeelden naar toe kunnen. ‘Er moet naar hen geluisterd worden om samen een oplossing te bewerkstelligen. Het jammerlijke van dit alles is dat de rechter mij uiteindelijk toch in het ongelijk heeft gesteld en ik aan het einde van de vierde zitting uiteindelijk veroordeeld werd om de boete te betalen. In eerste instantie was de boete SRD 150, maar die is vanwege de veroordeling nu opgetrokken naar SRD 350. De rechter motiveerde zijn vonnis door te stellen dat het een kwestie van één tegen één is. En omdat de politie bij zijn indiensttreding de eed heeft afgelegd, heeft de rechter geen andere keus dan de sterke arm te geloven bij dit soort twijfelgevallen.’ Pot is erg ontevreden over het resultaat. ‘Nu ervaar ik hoe krom ons recht is’, zegt de burger.
