Bijzondere rol onderwijzers

Gisteren is wereldwijd aandacht besteed aan de Internationale Onderwijzersdag. Bij deze moet zeker ode gebracht worden aan de onderwijzers die in de ontwikkeling van de human capital van Suriname, het niet alleen gelaten hebben bij hun activiteiten op school. Ze kamden buurten af, bezochten gezinnen en waren actief in organisaties. Hun activiteiten gingen dwars door etniciteit, religie en afkomst. In een tijd waar jonge mensen vanwege de ICT toegang hebben tot heel veel informatie, moeten onderwijzers goed doordrongen zijn van de visie en missie van Minov en de inspanningen die daarbij van deze professionals verwacht worden. De visie en missie komen niet tot stand zonder inspraak van de dienstverleners (scholen, schoolleiders en onderwijsgevenden). In dit geval is de inbreng van de onderwijsdeskundigen in termen van innovatie van eminent belang. Het gaat hierbij voor een deel om de training en bijscholing van de leraren. In de ontwerpbegroting 2013 voor Minov is opgenomen dat het Instituut voor de Opleiding van Leraren (IOL) een belangrijke rol zal spelen in de her- en bijscholing van leerkrachten. Een ‘Centrum Nascholing Suriname’ zal worden ondergebracht onder de structuren van het IOL. Leerkrachten van het beroepsonderwijs zullen getraind worden door ‘LOBO’. Het lijkt erop alsof Minov de professionals/de leraren een plicht oplegt om te werken aan het eigen kennisniveau. ‘Voor onderwijsgevenden is het van groot belang de ontwikkelingen op eigen vakgebied bij te houden’, volgens de ontwerpbegroting. Professionaliseren en deskundigheidsbevordering zijn noodzakelijke voorwaarden om vernieuwingen op het onderwijsinhoudelijke vlak bij te houden. Hierdoor kunnen leerkrachten en schoolleiders en directeuren verantwoordelijk gesteld worden voor de onderwijsresultaten van hun pupillen. Er zijn voorbereidingen aangevangen om te komen tot de eerder aangekondigde Nationale Raad voor Wetenschap en Technologie en een Nationaal Instituut voor Geschiedenis en Cultuur. In het begrotingsjaar 2013 zullen deze instellingen een feit zijn, is de regering van plan te beloven. Bij de herdenking van de internationale dag wordt een ode gebracht aan de onderwijzers. Maar er moet ook kritisch geëvalueerd worden. Op gegeven moment hebben we in de ontwikkeling van Suriname een verhoogde betrokkenheid van onderwijzers in het brede sociaal-maatschappelijk leven in Suriname gehad. Dan denken wij aan de politiek, de vakbeweging, sport, de religie en sociale organisaties. Nu weten wij niet of dat een fase is geweest in de ontwikkeling van Suriname. Wat wel opvalt, is dat de status van de onderwijzer onderhevig is geweest aan erosie. Voor een deel ligt dat aan de onderwijzers c.q. aan de scholen zelf; onderwijzers worden nu bij voornaam genoemd in het basisonderwijs. Op gegeven moment is de beloning van onderwijzers op een niveau beland, waardoor zij het niet konden nalaten om het publiekelijk aan de orde te brengen. Daarbij is iets van de heiligheid van onderwijzers weggevallen. Steeds wanneer onderwijzers over geld ophef hebben gemaakt, los of het terecht was of niet, zijn ze steeds normale werknemers gaan worden. Onderwijzers lijken minder sociaal te zijn geworden. Het zijn geen burgers meer die actief zijn in hun buurt en bijvoorbeeld happig zijn om in het bestuur van een jeugdvoetbalvereniging te zitten en hun pedagogische specialiteit pro Deo ter beschikking te stellen. Onderwijzers kunnen het zich in 2012 wel permitteren om een geïsoleerd bestaan te lijden en aan te geven geen tijd te hebben voor een jeugdvereniging in de buurt. Men fronst de wenkbrauwen wel, wanneer vernomen wordt dat deze onderwijsgevenden op het punt staan tot de leiding van hun middelbare school te gaan behoren. De asociale onderwijzer is nu mogelijk, maar ondenkbaar enkele decennia terug. De jonge burgers van Suriname worden anders opgevoed. Dat leidt bij niet goed opgeleide onderwijzers tot conflicten. Het is in de afgelopen periode opvallend geweest dat een vijandige sfeer te bespeuren was tussen leerlingen of onderwijzers. Soms werd van de schoolleiding geëist om te tonen wie belangrijker was: de leerling of de onderwijzer. Het is van belang dat onderwijsvakbonden strategieën bedenken om de waardigheid van de onderwijzer weer op te krikken. Het ligt hierbij niet alleen aan de beloning van de onderwijsgevenden, maar meer de geestelijke instelling van de goeroe.
Uiteraard moet bij de herdenking van Onderwijzers Dag gelet worden op de rechten van onderwijzers. In de eerste plaats hebben onderwijzers recht om duurzame banen, waarvan de continuïteit geheel onafhankelijk moet zijn van de politieke signatuur die aan de macht is op een bepaald moment. Onderwijzers behoren doorgaans in vaste dienst te zijn voor onbepaalde tijd. Sociale voorzieningen van onderwijzers moeten goed geregeld zijn. Onderwijzers moeten in geen geval contractors zijn. Voorts is veiligheid een issue. Onderwijzers moeten zonder gevaar voor hun lijf of eerbaarheid actief kunnen zijn op elk stuk territorium van Suriname. Minov heeft voorts een taak om ervoor te zorgen dat er heel goede overlegstructuren bestaan met onderwijzers, waarvan het voornaamste doel moet zijn het bevorderen van de leerkrachtensatisfactie en voorkomen van conflicten. Aan de onderwijzers die met hun ziel en hart bezig zijn om de toekomst van Suriname wordt ode gebracht.
 

error: Kopiëren mag niet!