Loononderhandelingen ambtenaren

In het rapport dat zo vaak door de vrienden en ‘vijanden’ van de regering is aangehaald de laatste tijd, staat aangegeven wat het advies van de IMF-staf is ten aanzien van het loonbeleid in Suriname. Met dit advies moet rekening worden gehouden wanneer er gesproken wordt door de regering met de Centrale van Landsdienarenorganisaties (CLO). Door IMF-deskundigen is geadviseerd om de overschotten van de mijninkomsten te sparen voor toekomstige generaties en om inspanningen te blijven getroosten om de overheidsuitgaven te blijven onderdrukken. Tegelijkertijd wordt ook geadviseerd om tegenstand te blijven bieden aan grote loonsverhogingen met twk. De IMF-deskundigen merkten ook op dat de (komende) loononderhandelingen van dit jaar op de voet worden gevolgd door de private sector. De uitkomst van de loononderhandelingen zal een invloed uitoefenen op het concurrentievermogen van het land. De Fiso-excercities die in 2 ronden zijn uitgevoerd, zijn de facto voor het overgrote deel van de ambtenaren neergekomen op loonsverhogingen, ook gevolgd door inflatie en prijsverhogingen. De CLO heeft zich geen voorstaander getoond van Fiso. De ambtenarij is blijven klagen over lage inkomsten tijdens de vorige regeerperiode en de CLO heeft de ontevredenheid, die kennelijk niet zo groot was, niet tot uiting gebracht met stakingen. Nu is het kennelijk zo dat conform een eerdere afspraak er jaarlijks een loononderhandeling volgt tussen de CLO en de regering. Deze loononderhandeling, die voor dit jaar formeel van start gaat op maandag, hoeft niet per se te eindigen in een afspraak over loonsverhoging. De onderhandelingen zijn echter elders in de media aangeduid als ‘onderhandelingen over salarisverhoging’. De regering zal ook met de andere bonden die actief zijn in de publieke sector gesprekken aangaan. Ooit zou de regering van Suriname hebben besloten dat voor landsdienaren alleen een vakbond, met name de CLO, gerechtigd zou zijn om loononderhandelingen te voeren. De regering heeft op dit stuk een minder stringent beleid uitgevoerd en ook gesprekken gevoerd met andere bonden. In de media heeft de CLO-voorzitter verklaard dat het bij hem niet alleen gaat om meer geld. Het gaat bij hem om de veel bredere positieverbetering van de landsdienaren. Dat betekent dus dat er geen loonsverhoging uit de bus moet komen als per saldo de situatie van de ambtenaar daarmee er slechter op zou worden. Het is in het verleden steeds voorgekomen dat na elke algemene loonsverhoging van de ambtenaren, de prijzen in de winkels ook meervoudig stijgen. Dat heeft onder meer ook te maken met de houding die ondernemers hebben ten opzichte van het volk. De ambtenaren zijn niet geliefd bij ondernemers. Er zijn teveel ambtenaren in overheidsdienst. Het beeld ontstaat dat ambtenaren belastinggeld als salaris ontvangen in ruil voor weinig prestatie. Het beeld is ook dat ambtenaren de snelle afhandeling van zaken vanuit de ondernemerswereld tegenhouden of een commissie voor zichzelf bedingen. De indruk is er ook dat ambtenaren ondernemers vernederen door hen disrespectvol aan te spreken en hen onnodig te laten wachten. De burgerij in het algemeen lijkt jaloers op de ambtenaar. Velen willen dat zelf ook zijn voor de sociale voorzieningen, de ogenschijnlijk mindere prestatiedruk en een vast inkomen in tegenstelling tot minder duurzame banen, lage salarissen, grillen van werkgevers in de informele sector en weinig sociale zekerheid.  Door de CLO-voorzitter is aangegeven dat aan de hand van de inflatie het de bedoeling was om voor dit jaar gefaseerd een 10% loonsverhoging door te voeren. Nu het eerste deel van 5% bedoeld voor begin van dit jaar niet is uitgevoerd, zou de verhoging nu 10% moeten zijn. Dat lijkt echter een zeer drastische verhoging die niet ten voordele zou zijn van het welzijn van de ambtenaren en nog minder het welzijn van de burgerij in zijn algemeenheid. Wat overwogen kan worden, zijn verhogingen voor onderdelen van de publieke dienst, niet voor iedereen. De economie is nu enigszins duurzaam stabiel, alhoewel basiskenmerken van de economie nog risico’s in zich herbergen en geen garanties geven voor stabiliteit voor de meer langere termijn. Wat de regering nu zou moeten doen, is bouwen aan een op wetgeving gebaseerde sociaal zekerheidsstelsel waarbij alle kwetsbare burgers als arbeidsongeschikten, chronisch zieken, werklozen, personen met een beperking en kinderen bescherming vinden. Ook moet geïnvesteerd worden in sectoren die voortdurend banen moeten opleveren. Tegelijkertijd moeten serieuze pogingen gewaagd worden, met hulp van landen die hiermee al gedeald hebben, om het informele deel van de economie met gepaard gaande voordelen te transformeren naar de formele economie.
De loononderhandelingen zijn vast onderdeel op de agenda in de relatie die er bestaat tussen de overheidsvakbond(en) en de regering. Echter moet rekening gehouden worden met het welzijn van de landsdienaren en de burgerij en de adviezen gegeven door het IMF ten aanzien van de economie.

error: Kopiëren mag niet!