Minister Dasai: “We zijn 50 jaar achter op ruimtelijke ordening” 

Gewijzigde Milieu Raamwet met 27 algemene stemmen aangenomen

In de openbare vergadering van De Nationale Assemblee (DNA) voor de behandeling van de ontwerpwet tot wijziging van de Milieu Raamwet (S.B. 2020 nr. 97) donderdag 4 april, een voortzetting van 15 februari 2024, werd die wet met 27 algemene stemmen aangenomen. 

Tijdens de behandeling heeft de minister van Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM), Marciano Dasai, gereageerd op de eerder gestelde vragen door het college. Ondanks dat er onder de DNA-leden verdeeldheid bestond over de mate waarin de vragen van de minister afdoende waren beantwoord, heeft een meerderheid toch ingestemd met de wet.

Minister Dasai verschafte toelichtingen op cruciale elementen van de wet, waaronder het aspect van carbon credits, de verantwoordelijkheden van de minister en diens departementen, alsook de rol van de Nationale Milieu Autoriteit, NMA. 

Wat betreft het gebruik en de import van chemicaliën: de beschikking omtrent gevaarlijke stoffen bevindt zich momenteel in conceptvorm en dient nog te worden gefinaliseerd. Chemicaliën die op de negatieve lijst staan, mogen na goedkeuring door het NIMOS (Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname), later gevolgd door een goedkeuring van het NMA, geïmporteerd worden. 

“Goudwinning met behukp van scalians is illegaal”

De minister gaf aan dat bij de goudwinning door scalians, de kwikdampen in Paramaribo, alsook de monitoring van hout- en goudconcessies, een specifieke aanpak vereist is. “Goudwinning met behulp van scalians is illegaal; voor dergelijke illegale activiteiten is het niet mogelijk een milieu-effectenanalyse uit te voeren. Er zou echter wel een milieuonderzoek moeten plaatsvinden om de impact in kaart te brengen”, aldus de minister. 

Kwikdampen

Het ministerie in samenwerking met het NIMOS is al gestart met een onderzoek naar een efficiënt filtersysteem dat kwikdampen kan opvangen uit de schoorstenen van bestaande goudopkoop bedrijven. De minister benadrukte dat er afspraken lopende zijn om voorlopig geen nieuwe vergunningen af te geven voor de komst van opkoopbedrijven.

Goudopkoopbedrijven

Gedurende de vragenronde bracht het VHP DNA-lid Kishan Ramsukul de situatie ter sprake: “Waarom blijven er nieuwe opkoopbedrijven verschijnen? Als we naar de Anamoestraat kijken, tellen we daar dertien opkoopbedrijven, waarvan er twee dit jaar zijn geopend.” Hij uitte zijn bezorgdheid over hoe dit mogelijk is en of de huidige opkoopbedrijven wellicht filialen openen. “Dit veroorzaakt enorme overlast voor de bewoners van Paramaribo-Noord”, aldus Ramsukul.  Deze kwestie werd eveneens ondersteund door andere leden van het college, waaronder Ronny Aluma (VHP).

Carbon credits

De minister heeft toegelicht welke specifieke maatregelen zijn genomen en hoe ver het land gevorderd is op het gebied van carbon credits. Er bestaan twee markten voor de aankoop van carbon credits: de verplichte en de vrijwillige CO2-markten. De verplichte markt, bekend als Certified Emission Reduction (CER), is opgezet en wordt gereguleerd door internationale, regionale en sub-nationale overeenkomsten gericht op CO2-reductie, zoals het Kyoto-protocol.

De vrijwillige markt, Voluntary Emission Reduction (VER), opereert onafhankelijk maar parallel aan de verplichte markt en is niet het resultaat van overheidsverplichtingen, maar van initiatieven voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het carbon beleid van de regering concentreert zich op de verplichte markt, in lijn met onze toezeggingen onder het Parijs Akkoord, met name artikel 6.

Dasai: “De prijzen op de vrijwillige markt zijn over het algemeen lager dan die op de verplichte markt. Momenteel beschikt ons land over de eerste soort carbon credits, afkomstig van verminderde emissies. Deze zijn ontwikkeld uit sectoren zoals energie, landbouw, en bosbouw, als onderdeel van onze inspanningen om de nationale klimaatdoelstellingen te behalen. Suriname heeft een reductie van 18 miljoen ton CO2 kunnen realiseren. De volgende stappen omvatten het accrediteren van deze resultaten en het opzetten van een nationaal register voor onze carbon credits.”

“We moeten onze klimaatfinanciering zorgvuldig beheren om ervoor te zorgen dat het jaar na jaar de gewenste impact heeft. Een middel om dit te bereiken is het instellen van een nationaal klimaatfonds,” verklaarde de minister. Hij benadrukte ook het belang van de wet op ruimtelijke ordening. “We lopen 50 jaar achter op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling. Effectieve milieubescherming is onmogelijk zonder gedegen ruimtelijke planning en ontwikkeling”, aldus de minister van ROM. 

SD

error: Kopiëren mag niet!