Wan oema na fin ketie, ma ai tai bigie oedoe

Het ontstaan van de Internationale Vrouwendag gaat terug naar de 19e eeuw.   De datum van 8 maart is gekozen, omdat de eerste staking van vrouwen plaatsvond op 8 maart 1908 in New York tegen de erbarmelijke arbeidsomstandigheden in de textielindustrie. In het begin was het doel de verbetering van vrouwenrechten, vooral het vrouwenkiesrecht. In de ‘mannenwereld’ moest de vrouw de vooroordelen tegen haar sekse ontzenuwen en strijd leveren om als volwaardig te worden geaccepteerd. In vele landen is dat gelukt, maar er zijn nog steeds landen waar de vrouw wordt onderdrukt. Tegenwoordig staat deze dag in ’t teken van solidariteit onder vrouwen en wordt de internationale vrouwendag vaak georganiseerd rond een speciaal thema zoals ‘tegen geweld’ of ‘gelijke behandeling’.

Dit jaar wil ik bij dit fenomeen stilstaan door te beweren dat de vrouw door de jaren heen heeft bewezen de belichaming te zijn van kracht, wijsheid en geduld.

Ministers en hun medewerkers houden een ministerie draaiende. Met andere woorden er zijn veel mensen nodig om die ene klus te klaren.                                                          Een terugblik in de geschiedenis laat zien dat de vrouw door de jaren heen al deze  ministeriele  taken in haar uppie heeft verricht. Ze was en is figuurlijk gesproken, het hart en het hoofd van alle ministeries, de spil van elk gezin en de rots in elke samenleving. Alleen zag men het nooit en kreeg ze daarom ook die granie niet. Everyone took her for granted.                                                                   

Ik hoor u al denken:” dat no kan, hoe kan één persoon zoveel taken in haar uppie verrichten?” Dus zal ik deze uitspraak met bewijzen moeten onderbouwen. 

De vrouw probeerde van een dubbeltje een kwartje te maken, daarom lukte het haar om met weinig geld veel eten op tafel te zetten. Ze gaf nooit meer uit dan ze had. Als ze iets wilde kopen dat boven haar budget lag, ging ze niet lenen, maar in een kasmonnie. Door deze opstelling was ze de belichaming van de ‘minister van financiën.’ Haar odo was: ’ Yu musu proberi fu si yu dede na fesi.’

Niet alleen haar eigen kind maar ook een buurkind moest zich onderwerpen aan haar sociale controle. Ze geloofde in een samenleving waarin de krachten werden gebundeld ten behoeve van het kind. Dus paste het jasje van Sociale zaken haar als gegoten. “Te tu sma e`hari boto…a mus fu doro sjoro.”

Someni tongo e` verstan makandra ini wan sranantongo 

Difrenti koeltoeroe  e` respeki wan Sranan fraga.                                                                Someni skin e`kari din srevie srananman, bika din na wan.                                     

Wan  oema bin scoro eng pransoen,

Als we elkaars cultuur en leefwijze respecteren, zal er altijd peace en free zijn in dit land. Dit maakte haar het wandelende voorbeeld van een minister van Cultuur.   “Kankan nanga wiwiri …soema sa koti trobi fu den.” 

Ook het etiket van minister van Juspol, mag ze opgeplakt krijgen. Ze stimuleerde groot en klein om een ruzie uit te praten. i.p.v. te schelden en vechten. Haar zienswijze was, waar twee vechten hebben beiden schuld. 

“Ogri meti de`…ma ogri onti man de tu.”

Haar kennis op het gebied van geneeskrachtige kruiden was groot en daar had de samenleving baat bij. Voor elke kwaal was er wel een plant. Haar advies was, eet en leef gezond en voorkom zo ziekten. Dus ook op gezondheid stond ze haar mannetje met de odo: “Ju betre dringi dresie dan waktie sikie.”

Haar omgeving was altijd netjes aangeharkt en onkruidvrij. Toon de liefde voor je land door je omgeving schoon te houden. Ga er niet vanuit dat lanti je rotzooi moet opruimen maar pak ook zelf aan. Met deze instelling was ze het schoolvoorbeeld op Binnenlandse zaken.Ef alen e`fadon gi liba, liba sa mus fadon gi alen.

Ze bracht haar nazaten bij,’ Kies je vrienden zorgvuldig. Ga om met mensen die je vooruit helpen en vermijd hen die je willen gebruiken en misbruiken. Dus ook de schoen van Buitenlandse zaken paste haar perfect.                                                      

“A no alla pier tiefie na lafoe.”

Een vrouw is dag en nacht bezig om het levenspad voor man en kinderen te plaveien. Dus wi kan kari eng nanga lespeki minister van OW.                                                      ‘Wan oema e` ston na boto ede fu si a bigin fu pernasie.’

Gebruik je wapen niet om landgenoten te bedreigen en te doden, maar om je land en landgenoten mee te beschermen, de vijand ligt daarbuiten. Deze opstelling maakte haar de sterke hand van Defensie. Te joe mekie dedekisie gi joe kondreman, joe egie skin sa finnie didonpresie.”  

Op onderwijs stimuleerde ze de scholing van elk kind, maar vooral van de meisjes met    scoro ….e`gi papira

Papira….e`fin wroko

Wroko….kan bai njang

Njang ….e`krakti skin

Krakti skin…..e`srapu jeje

Srap jeje de`fanodu fu scoro ju srevi”

‘Joe Papira  moes de`joe fos masra, bika te`woron mandi 

nanga gron , da o pe` ju sa wakka go.’

Een vrouw lijkt fysiek niet sterk, maar mentaal bezit ze een oerkracht. In welke kleur of ras ze ook verpakt gaat, ze heeft bewezen dat ze kan zijn, een ondersteunende echtgenote, een krachtige carrierevrouw en de geduldige, liefdevolle spil van haar gezin. 

     Josta Vaseur

error: Kopiëren mag niet!