Het gat in Financiën 

Sinds 1926 geeft het uurwerk de officiële tijd van Suriname aan

Er is een gat in het monumentaal gebouw van het ministerie van Financiën, ook Gebouw van Financiën. Niet alleen in de begroting is een gat, maar ook letterlijk in het gebouw aan het Onafhankelijkheidsplein 3 in Paramaribo. Het pand is onderdeel van de historische binnenstad van Paramaribo, die sinds 2002 door UNESCO aan de Werelderfgoedlijst is toegevoegd. 

Terwijl gisteren minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning tekst en uitleg gaf over beleidskeuzes waaide de wind door het gebouw. Het is onduidelijk wanneer en door wie herstel van het iconisch toren zal plaatsvinden. Het gebouw ziet er de laatste tijden steeds meer en meer verlaten uit. Dit terwijl in de omgeving het PURP-programma aan de gang is (Paramaribo Urban Rehabilitation Program). 

Historisch ontwerp 

Het gebouw werd ontworpen door de Surinaamse architect Johan August Voigt en werd gebouwd in de periode 1836-1841 in zogenaamde Greek-revival-stijl. Sommigen, zoals Voigts tijdgenoot Kappler, zijn van mening dat Voigt zich had laten inspireren door het ontwerp van het stadhuis van Groningen. Oorspronkelijk had Voigt het gebouw ontworpen met een klein torentje, maar de toenmalige gouvernements vrouw wilde een dominante toren, gezien de locatie van het gebouw aan het Onafhankelijkheidsplein (toen nog Gouvernementsplein of Oranjeplein geheten). Voigt paste hierop het ontwerp aan, maar niet de constructie.

De eerste steen werd op 25 juni 1836 gelegd door gouverneur Van Heekeren. Niet snel na de voltooiing in 1841 kreeg het pand de naam Gebouw van Financiën en werden er onder meer de kantoren van Financiën, van de ontvanger, van de gezworen klerken en van het College van Kleine Zaken gevestigd. In 1966 werd het gebouw in zijn geheel in gebruik genomen als Ministerie van Financiën.

Uurwerk 

In 1967 werd het gebouw gerestaureerd en aangepast aan die tijd door architectenbureau Van Oerle en Schrama. De ramen met roedenverdeling zijn gereconstrueerd. Het gebouw werd opgetrokken in kostbaar baksteen, dat beter bestand was tegen brand dan hout, en met leien op de daken in plaats van houten singels. De bakstenen waren van hoogwaardige kwaliteit en werden uit Nederland geïmporteerd. Surinaams bruinharthout werd gebruikt voor de kapconstructie. Op het steile met leien beklede dak staat een houten achtkantige toren, die een eveneens achtkantige kleine koepel heeft.

In de toren bevindt zich een koperen uurwerk met het opschrift 1839 Petit en Fritsen, klokkengieterij Aarle Rixtel. P. Buys Pzn Horlogemaker te Amsterdam. In 1926 bepaalde de Surinaamse regering per resolutie dat de tijd die dit uurwerk aangaf, de officiële tijd van Suriname was.

error: Kopiëren mag niet!