Minister Ramdin: “Wij volgen kwestie aangehouden Surinaamse vrouw op Sri Lanka op de voet”

Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) laat donderdag 17 november tegenover de redactie van Dagblad Suriname weten, dat de kwestie rond de onlangs op Sri Lanka aangehouden jonge Surinaamse vrouw die trachtte zo’n 2.5 kilogram cocaïne het eiland in te smokkelen, op de voet wordt gevolgd.

“Onderzoek in zaak is nog gaande”

Ramdin: “We hebben contact met de Sri Lankaanse diplomatieke vertegenwoordiging in New York en via hen hebben wij vernomen, dat het onderzoek nog gaande is en dat men spoedig bericht verwacht. Overigens, uit onderzoek is gebleken, dat met betrekking tot strafbepalingen de doodstraf nog wel in de boeken staat in Sri Lanka, maar dat in de praktijk er een moratorium daarop staat. Maar, wij hebben nog geen inzicht in het onderzoek, noch in het vervolgproces. Dat is de informatie die wij op dit moment hebben. Wij volgen het natuurlijk op de voet en wij blijven informeren.”

De Sri Lankaanse nieuwswebsites Daily News en News Cutter meldden, rond 25 oktober, dat de douane op Bandaranaike International Airport (BIA) – Colombo Airport – in Katunayake, een buitenwijk van de stad Negombo in het westen van het eiland, een 26-jarig vrouw uit Suriname had aangehouden die 2.553 kilo cocaïne in haar bezit bleek te hebben.

Ze was vanuit Brazilië via Doha, Qatar, met de Qatar Airways-vlucht QR 662 Sri Lanka gearriveerd.

Plicht

“Het is de plicht van de Surinaamse overheid om haar Surinaamse staatsburgers in het buitenland, indien nodig, consulaire bijstand te verlenen. Binnen ‘het Verdrag van Wenen inzake Consulair Verkeer’ (Art 5 en 36 lid 1c) en ‘het Verdrag van Wenen inzake Diplomatiek Verkeer’ zijn er taken en bevoegdheden opgenomen waar lidlanden zich aan dienen te houden en waar het raamwerk waarbinnen gewerkt kan en mag worden is aangegeven. Conform deze randvoorwaarden heeft de Surinaamse overheid stappen ondernomen”, aldus BIBIS vrijdag 28 oktober in een persbericht.

Suriname onderhoudt sinds 16 november 2012 vriendschapsbanden met Sri Lanka waarbij destijds middels ondertekening van een Joint Communiqué de banden werden bevestigd door ambassadeur Henry Mac Donald namens Suriname en ambassadeur Palitha T.B. Kohona van Sri Lanka.

Haar arrestatie leidde al snel tot allerlei ongefundeerde berichten op social media. Men beweerde dat de Surinaamse jonge vrouw geëxecuteerd zou gaan worden als straf voor haar smokkel van cocaïne. Ook werden foto’s van de vrouw op social media gepost… Alle indianenverhalen op social media werden vervolgens nog eens aangedikt door een lokaal mediabedrijf dat schreef, dat de Surinaamse mogelijk binnen een aantal dagen geëxecuteerd ging worden. De vrouw zou zelf, aldus dat bedrijf, hebben vernomen dat ze de doodstraf heeft gekregen. 

Het waren echter allemaal suggestieve berichten en beweringen die met geen enkel bewijs door het mediabedrijf waren onderbouwd. Het bedrijf lich zich meeslepen met de gecreëerde ophef op vooral Facebook en ook Twitter. 

Geen doodstraf

Zoals donderdag 17 november nog eens door minister Ramdin tegenover Dagblad Suriname is bevestigd, voert Sri Lanka niet de doodstraf uit. Na 40 jaren had het eiland de straf weer ingevoerd, maar er ontstond een hausse aan kritiek en dat heeft de regering doen besluiten om voorlopig de doodstraf niet te voeren.

PK

error: Kopiëren mag niet!