Elektronisch patiëntendossier groot gemis in gezondheidszorg

De invoering van een zogenoemde elektronisch patiëntendossier (EPD) in de algehele gezondheidszorg in Suriname is nog niet echt van de grond gekomen. Een initiatief wetsvoorstel, houdende algemene regels betreffende de systematiek van het zorgstelsel en de openbare en individuele gezondheidszorg (Raamwet Volksgezondheid), waarin ook enige regelgeving rond het EPD is opgenomen, werd 12 maart 2020 bij de Nationale Assemblee ingediend en is tot de dag van vandaag nog niet in behandeling genomen.

Een elektronisch patiëntendossier is een softwaretoepassing waarin medische patiëntgegevens in digitale vorm worden bewaard en beschikbaar worden gemaakt. Het doel hiervan is meestal het huidige of toekomstige zorgproces rondom een patiënt te ondersteunen. De afkorting is EPD. Een EPD bevat medische patiëntengegevens die afkomstig zijn één zorgorganisatie, zoals een ziekenhuis of een huisarts.

De algemene bewaartermijn van een medisch dossier is 15 jaar. Na afloop van de bewaartermijn moet het dossier worden vernietigd. Om misbruik te voorkomen, moet de identiteit van de zorgverlener bekend zijn bij het raadplegen van het medisch dossier. Artsen en zorgverleners mogen de gegevens niet delen zonder de toestemming van de patiënt.

Iedere medewerker die bij de zorg en behandeling van een patiënt is betrokken legt observaties, behandelingen, afspraken, verslagen en bevindingen vast in dit unieke dossier. Ook worden alle onderzoeks- en meetgegevens en laboratoriumgegevens er in opgeslagen. Dat kan via een computer op de patiëntenkamer of op een andere plek in het ziekenhuis. Uitgebreide veiligheidssystemen zorgen ervoor dat onbevoegden en buitenwereld geen toegang hebben tot het dossier. 

Met andere woorden: een patiënt die normaal gesproken onder behandeling is in ziekenhuis A, maar door omstandigheden plotseling met spoed op de Spoed Eisende Hulp, SEH, van ziekenhuis B belandt, kan in de huidige situatie te maken krijgen met een SEH-arts die niet meteen beschikt over de medische gegevens, geschiedenis, van de patiënt, omdat die zich immers in ziekenhuis A bevinden. De SEH-arts kan nu slechts telefonisch contact opnemen met ziekenhuis A en informeren naar de medische gegevens van de patiënt en daar gaat te veel tijd in zitten. Belangrijke, essentiële gegevens om de patiënt goed te kunnen behandelen zijn niet snel voorhanden voor de SEH-arts, met mogelijk nadelige gevolgen voor de patiënt. Had ziekenhuis A een EPD van de betreffende patiënt, dan had dat met een druk op een computertoetsenbord verstuurd kunnen worden vanuit A naar B en dan had de SEH-arts de belangrijke gegevens van de patiënt direct onder ogen.

“Helaas geen netwerk dat met elkaar verbonden is”

In een reactie zegt Dew Sharman, arts en VHP-Assembleelid, tegen Dagblad Suriname: “We hebben helaas geen netwerk dat met elkaar verbonden is. Ziekenhuizen hebben elk hun eigen digitale systeem. Maar, een echte EPD hebben we niet, waardoor dienstverleners van het ene ziekenhuis geen toegang hebben tot info van dienstverleners van een andere ziekeninstelling. Ze kunnen de info inter-collegiaal wel opvragen.”

“Een deel van de artsen heeft een EPD, maar er is geen communicatie met anderen”

Deepak Gangadin, voorzitter van de sectie Huisartsen van de Vereniging van Medici (VMS) zegt: “Een deel van de artsen heeft wel een EPD, maar er is geen communicatie met andere stations, met name ziekenhuizen en andere praktijken.  Het ministerie van Volksgezondheid is samen met de VMS  en verschillende stakeholders bezig het proces van automatisering tot stand te brengen.”

Maar, al in november 2015 werd al gesteld door de VMS, dat er zekerheid was over de komst van een EPD voor huisartsen. De ontwikkeling van een elektronisch  patiëntendossier was destijds een initiatief van de VMS.

Initiatief wetsvoorstel 

Uiteindelijk kwam er dus pas in maart 2020 een initiatief wetsvoorstel bij het parlement, Raamwet Volksgezondheid, waarin onder aandacht is voor het EPD. In artikel 30 lid 1 van dit wetsvoorstel staat: 

“De zorginstelling of de zorgverlener richt een schriftelijk en/of elektronisch patiëntendossier in met betrekking tot de behandeling van de patiënt. Hij houdt in het dossier aantekening van de gegevens omtrent de gezondheid van de patiënt en de te diens aanzien uitgevoerde verrichtingen en neemt andere stukken en/of data bevattende zodanige gegevens, daarin op, voor zover dit voor een goede hulpverlening aan de patiënt noodzakelijk is.” Artikel 30 lid 3: “0nverminderd het elders bij wet bepaalde, is de zorginstelling of zorgverlener verplicht de gegevens, bedoeld in de vorige leden, te bewaren gedurende vijftien jaren te bewaren, te rekenen vanaf het tijdstip waarop zij zijn vervaardigd, of zoveel langer als redelijkerwijs uit de zorg van een goed zorgverlener voortvloeit.”

“Bij staatsbesluit worden regels vastgesteld ten aanzien van de uniforme inrichting van het dossier, de daaronder vallende verslagen en data, privacy waarborging, de verantwoordelijkheden en het verstrekken van de gegevens uit het dossier”, aldus artikel 30 lid 7. 

Voor patiënt risicovolle situaties bij ontbreken EPD

Het wetsvoorstel wacht dus echter al ruim twee jaar op behandeling door de Assemblee. Ondertussen kunnen zich risicovolle situaties voor patiënten voordoen in ziekenhuizen waar zij – door omstandigheden ter behandeling zijn beland – niet onder vaste behandeling zijn, omdat medische gegevens van die patiënten niet direct voorhanden zijn, die bevinden zich immers in de ziekenhuizen waar die patiënten normaal gesproken onder behandeling zijn.

De redactie van Dagblad Suriname heeft minister Amar Ramadhin van Volksgezondheid en Claudia Redan, directrice van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP), ook benaderd voor een reactie, maar die reacties zijn vooralsnog uitgebleven.

PK

error: Kopiëren mag niet!