Waar is de stem van het binnenland in de burelen van de regering in Paramaribo?

Het binnenland, met name gemeenschappen in de directe omgeving van het stuwmeer, wordt al enige weken getroffen door overstromingen, door wateroverlast. Diverse dorpen staan blank, bewoners zagen zich genoodzaakt naar hoger gelegen gebieden in dorpen te verhuizen of zelfs dorpen – met medeneming van een deel van de inboedel – te verlaten.

Staatsolie zei vorige week donderdag in de Assemblee, dat in totaal 222 woningen in het gebied rond het stuwmeer zijn getroffen door overstromingen. Ook zijn volgens Staatsolie 318 kostgronden onder water gelopen en dus verloren. Cijfers – of ze nu betrouwbaar zijn of niet –  die men zou verwachten van het Nationaal Coördinatie Centrum voor Rampenbeheersing (NCCR) en niet van de belangrijkste veroorzaker van de overstromingen.

Ministers “oriënteren” zich vanuit de lucht…

De afgelopen dagen heeft een aantal ministers zich, zoals dat heet, “georiënteerd” in de door wateroverlast getroffen gebieden, lees: heeft een aantal ministers gezeten in een helikopter een rondvlucht gemaakt boven de door wateroverlast getroffen gebieden. Die ministers zijn teruggekeerd naar hun veilige bureaus en wisten niet hoe snel ze uit moesten komen met een persbericht, dat ze zich hadden georiënteerd en iedereen had z’n eigen verhaal over de oorzaak van deze watersnoodramp. Vooral de onschuldige regen uit de hemel wordt gezien als de boosdoener en tja, klimaatverandering licht ook lekker in de mond.

Maar, iedere getroffen binnenlandbewoner kent de oorzaak: het spuien bij de Afobaka Waterkrachtcentrale. De binnenlandbewoner wist wat zou gaan gebeuren, maar Staatsolie en de regering staken hun hoofden in het zand en deden alsof ze de gevolgen van het spuien niet meteen wilden zien.

Begin jaren ‘60

De binnenlandbewoner heeft nog vers in het geheugen wat begin jaren ‘60 in de vorige eeuw gebeurde bij de bouw van de waterkrachtcentrale en de komst van het imposante stuwmeer: ongeveer 5.000 bewoners van dorpen in het gebied, waaronder ongeveer 2.000 in Ganzee, moesten verhuizen. Hun dorpen werden onder water gezet. Hier en daar steken de toppen van bomen nog boven wat water uit, als herinnering aan de verzonken dorpen. Voor de bewoners werden transmigratiedorpen ingericht, met erg kleine huizen. Nu zijn er veel binnenlandbewoners die weer gedwongen worden om te verkassen. Ook zijn weer de jaarlijks terugkerende geluiden hoorbaar, dat dorpen maar verplaatst moeten worden naar hoger gelegen gebieden.

President laat zich informeren – Rampenplan?

De president van het land, Chandrikapersad Santokhi, in bijzijn van de minister van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) Albert Ramdin – en dus niet in bijzijn van bijvoorbeeld de minister van Regionale Ontwikkeling en Sport – heeft zich pas op 29 april laten informeren “door het crisisteam belast met de coördinatie van de wateroverlast in het binnenland”, over de stand van zaken bij het stuwmeer, de dam en de ondergelopen gebieden. Ramdin gaf zelfs aan dat tien ministeries betrokken zijn bij “het uitzetten van een rampenplan”. 

Was er dan nog geen rampenplan? Dit is toch niet de eerste watersnoodramp in het binnenland?

“De president wilde een uiteenzetting van ‘the best case scenario’, maar zeker ook van het ‘worst case scenario’ betreffende de staat van de dam en het stuwmeer”, zo schreef zijn voorlichtingsdienst zaterdag 30 april in een persbericht. Staatsolie informeerde de president vrijdag 29 april pas over de monitoring en het onderhoud van het stuwdam via een presentatie.

Een vertegenwoordiger van de Meteorologische Dienst, die ook vrijdag aanwezig was bij het duo Santokhi-Ramdin, liet weten dat met de te verwachten neerslag de komende maanden de ondergelopen dorpen in augustus nog steeds blank zullen staan….

“Krutu’s in onder water gelopen dorpen om te praten over de toekomst”

President Santokhi deed, ook weer nu pas, een oproep aan het ministerie van Regionale Ontwikkeling en Sport om te gaan praten met de bewoners van de getroffen gebieden. Werkelijk, nu pas?! 

“Er zullen krutu’s moeten worden gehouden met de leefgemeenschappen om te praten over de toekomst en of er toch uitgeweken zal moeten worden naar hoger gelegen gebieden, omdat dit probleem van wateroverlast er altijd al was en er altijd zal zijn”, sprak de president. Maar, krutu’s in door wateroverlast getroffen dorpen? Volgens hem zullen er nu concrete oplossingen moeten komen. Beter laat dan nooit zullen we maar denken.

“Rampgebied”

Overigens deed het BEP-Assembleelid Ronny Asabina onlangs in het parlement de oproep aan de regering in het gebied per direct tot rampgebied te verklaren. “Alle middelen die nationaal beschikbaar zijn dienen onmiddellijk te worden gemobiliseerd en ingezet om de door een watersnoodramp getroffen gebieden te hulp te schieten. Het moet niet slechts bij een voedselpakket blijven. De situatie voor de duizenden getroffen bewoners is vele malen erger dan men denkt. De bewoners van de getroffen gebieden willen weten waar ze aan toe zijn. Hoe hoog zal het water nog stijgen, hoe lang zal het water blijven hangen en hoe ziet het crisisplan eruit en van wie moet dat komen?”, sprak een bewogen Asabina, die zelf afkomstig is uit het ook door wateroverlast getroffen Klaaskreek. Maar, zijn stem werd ook niet gehoord.

Hoop

Het is nu maar te hopen dat er werkelijk iets gaat gebeuren en dat de regering de bewoners van enkele dorpen in het achterland tegemoet komt. Immers, dat hun huizen nu onder water staan en veel inboedel als verloren moet worden beschouwd is niet de schuld van die bewoners. Neen, dit is te wijten – in alle opzichten – aan jarenlang falend overheidsbeleid. Het is nu ook maar te hopen, dat Staatsolie in de buidel tast en iedere door de wateroverlast getroffen bewoner tegemoet komt met een aanvaardbare schadevergoeding. Dat zou het staatsbedrijf sieren.

Binnenlandbewoners moeten gesprekspartners zijn

Het is nu ook de hoogste tijd, dat de regering de binnenlandbewoners gaat zien als gesprekspartners. Het zijn deze binnenlandbewoners die beter dan wie dan ook in de stad de grillen van het water in het achterland kennen. Zij zagen het water al feitelijk op zich afkomen op de eerste dag dat de spuigaten in de dam werden geopend. Staatsolie en de regering lijken de gevolgen van het openen van de spuigaten voor de lokale bewoners te ontkennen en grijpen gemakshalve naar wat regenbuien en klimaatverandering als oorzaken voor de overstromingen.

Het zijn overigens veelal niet-deskundigen die er als de kippen bij zijn om klimaatverandering aan te grijpen als oorzaak, als boosdoener, van dehuidige weersomstandigheden en zelfs van een watersnoodramp.

Staatsolie en de regering lopen weg voor de realiteit en het water, een realiteit en water die dagelijks worden gevoeld door de binnenlandbewoners.

PK

error: Kopiëren mag niet!