Het stroperige traject naar uiteindelijk de bouw van een brug over Corantijnrivier – Deel I

Al sinds september 2010 hangen de komst en de bouw van een brug over de Corantijnrivier in de lucht te wachten op concrete stappen, te wachten op het moment dat een eerste spade ergens de grond in gaat, dat ergens bouwactiviteiten aan de Surinaamse- en of Guyanese zijde van de grensrivier te zien zijn. Maar, uit een reactie afgelopen weekend van minister Riad Nurmohamed van Openbare Werken tegenover Dagblad Suriname blijkt, dat enige concrete arbeid niet morgen zichtbaar zal zijn.

Wel zijn er volgens de bewindsman enkele ontwikkelingen op komst. “Alles alles lukt en rond is wordt binnenkort een contract getekend voor het uitvoeren van het onderzoeks ontwerpgedeelte. Het is overigens zo stil rond dit project, omdat het een onderhandelingsperiode is. Zoals altijd wanneer een project gegund is, is er altijd een periode van stilte, zo’n twee tot drie maanden gemiddeld.”

De lange bureaucratische route voor een ‘brug’ in woord

“Grensgeschil zal rol spelen bij bouw brug”

Voormalig president Desi Bouterse en zijn toenmalige Guyanese ambtgenoot Bharrat Jagdeo gingen in de eerste week van september 2010 – tijdens het staatsbezoek van Bouterse aan Guyana – akkoord over het snel opzetten van een brug over de Corantijnrivier. Er zouden snelle besluiten hierover worden genomen, zo wordt destijds gesteld en beweerd en ook werd bekendgemaakt dat een haalbaarheidsonderzoek zou worden uitgevoerd. Na dat onderzoek zou het accent eerst op de technische aspecten worden gelegd en direct daaropvolgend zou de financiering door beide landen aan de orde komen.

Tijdens een gezamenlijke persconferentie werd overigens ook gezegd, dat bij de bouw van de brug het grensgeschil een rol zal spelen.

“Wij zijn het eens met elkaar dat het grensgeschil belangrijk is, maar wij zijn voorstander van om onze filosofie te veranderen. Wij willen de samenwerking niet ondergeschikt maken aan het grensgeschil”, aldus Jagdeo. 

Begin oktober 2010 liet oud-president Jagdeo van Guyana weten, dat hij bij voorkeur al in 2011 een begin zou willen maken met bouwwerkzaamheden voor de brug. Hij zou wat dat betreft op een lijn zitten met zijn Surinaamse collega destijds.

Bekende bruggenbouwer Ballast Nedam krijgt de klus

Medio december 2010 werd bekend, dat het Nederlandse bedrijf Ballast Nedam – geen onbekende bruggenbouwer voor Suriname – was aangetrokken om voorwerk te doen voor de bouw van de brug. Dat zei toenmalig president Bouterse na terugkeer van een Mercosur-vergadering in Brazilië. De destijds minister van Openbare Werken, Ramon Abrahams, presenteerde een door Ballast Nedam gemaakte studie.

Zo’n maand later, eind januari 2011, brachten Abrahams en vertegenwoordigers van Ballast Nedam een oriëntatiebezoek aan South Drain, waar de oeververbinding tussen Suriname en Guyana zou moeten worden gerealiseerd. De exacte locatie was toen echter  nog niet bekendgemaakt. Er werd nog onderhandeld over de plek waar de brug verrijst.

Maar Abrahams wist wel te melden, dat het vaste land van Southdrain zou lopen naar het Papegaaien Eiland in de Corantijnrivier. Vanuit dit eiland moet de brug verder gebouwd worden naar het vasteland aan de Guyanese zijde. Eerder had de toenmalige OW-minister aangegeven, dat Guyana 40 procent van de kosten voor zijn rekening gaat nemen.

De regering nam zich voor de overeenkomsten medio 2011 te zullen tekenen. De brug moet binnen drie jaren gebouwd worden. Ballast Nedam moest een studie over het ontwerp, de bouw en de financiering van de brug maken. 

Tijdens een werkbespreking van toenmalig minister Winston Lackin van Buitenlandse Zaken met zijn Guyanese collega, Carolyn Rodrigues-Birkett in Georgetown, 21 augustus 2012, bevestigden beide bewindslieden dat de bouw van een brug over de Corantijnrivier nog zal plaatsvinden en dat een schrijven was gericht aan de Inter Development Bank (IDB) voor een haalbaarheidsstudie.

Zeven jaar lang geen geluid te horen over de brug

Na die ontmoeting van Lackin met zijn Guyanese collega Rodrigues-Birkett bleef het maar liefst zeven jaren angstvallig stil rond het ‘brug Corantijnrivier’ project. Pas op 5 augustus 2019 werd weer over de brug gesproken. Toen zei de toenmalige Guyanese minister van Publieke Infrastructuur, David Patterson, dat een akkoord over de bouw van de brug tegen het einde van dat jaar of begin 2020 moest worden gesloten. 

Waar komt die brug dan…..?

Patterson zei ook, dat beide regeringen al een intentieverklaring hadden ondertekend en zich ertoe hadden verbonden aan het project te werken, en dat de gesprekken op dat moment gericht waren op de locatie van de voorgestelde brug. Er zouden twee waarschijnlijke locaties bekeken worden in Guyana, Moleson Creek en Orealla.

“Dat is waar het probleem begint,” zei de minister, “om een locatie te hebben die voor ons beiden acceptabel zou zijn.” Patterson zei dat hij en de meeste van zijn collega’s graag zouden willen dat de brug in Orealla wordt gebouwd. 

De minister zei verder, dat beide regeringen de kosten van de brug zouden moeten uitrekenen en hoe die zouden worden verdeeld. Let wel, in jaren daarvoor had toenmalig OW-minister Abrahams aangegeven, dat Guyana 40 procent van de kosten voor zijn rekening zou nemen.

Medio december 2019 benadrukte Patterson, dat Guyana in gesprek was met Suriname over de brug. “Een brug tussen Suriname en Guyana is een prioriteit voor gesprekken volgend jaar”, kondigde hij aan.

Begin augustus 2020 bracht president Chandrikapersad Santokhi een succesvol werkbezoek aan Guyana. Het resultaat: Suriname en Guyana gaan op een nieuwe manier samenwerken. Tijdens een persconferentie na terugkeer werd door de president en minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) ingegaan op wordt zoal in Guyana was besproken en even werd kort de bouw van de brug aangestipt, niets meer dan dat.

Oktober 2020: Santokhi verzekert Nickerie dat de brug er gaat komen

Twee maanden later, eerste week oktober 2020, heeft president Santokhi tijdens een werkbezoek aan Nickerie de bewoners daar verzekerd, dat de brug over de Corantijnrivier, nog in zijn regeerperiode komt. Santokhi deelde mee dat er harde afspraken zijn met zijn ambtgenoot Irfaan Ali van Guyana. De afspraken worden verder uitgewerkt door minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking.

“Er staan financiers klaar, maar we moeten goed voorbereiden en het dossier goed doornemen, zodat we geen fouten maken met zaken die in het recente verleden afgesproken waren”, zei het staatshoofd. 

In het spoedig verschijnende deel II van deze korte serie over de stroperige weg richting uiteindelijk de bouw van de brug over de Corantijnrivier, de weg vanaf oktober vorig jaar inzake de bureaucratische, ambtelijke, politieke rompslomp die moet worden afgelegd alvorens daadwerkelijk op een moment in de huidige regeerperiode met de bouw kan worden begonnen.

PK

error: Kopiëren mag niet!