Asabina (BEP) over recente olievondst: “Het devies is, niet te vroeg juichen”

“Beleidsmakers moeten gezond verstand niet ondergeschikt maken aan emoties”

De regering toonde zich dinsdag zeer blij nadat bekend was geworden, dat TotalEnergies weer een grote olievondst had gedaan voor de kust van Suriname. In een uitgebracht persbericht stelde de regering onder meer: “(…) Dit en eerdere successen zijn een bevestiging en ondersteuning van de ontwikkelingsvisie van de regering. De regering blijft de koers vasthouden om de opbrengsten van de fossiele brandstof in te zetten ter ontplooiing van hernieuwbare, groene sectoren zodat de ontwikkeling van onze mooie natie verantwoord en gestadig kan vorderen. Suriname zal ongetwijfeld haar plek als potentiële olieproducent met trots innemen. (…)”

Het heeft er alle schijn van, dat regering Santokhi-Brunswijk zich met nadruk focust op het moment dat de eerste oliestromen voor de kust het land bereiken en wellicht een zegen kunnen worden voor het land. Echter, het is nu nog volstrekt onduidelijk om hoeveel olie het feitelijk gaat.

De olie (-ontwikkeling) voor de kust lijkt voor de regering belangrijker, dan het ontwikkelen van- en investeren in een eigen grootschalige productiesector.

De regering belijdt slechts in woord, dat de eigen lokale productie gestimuleerd moet worden. Het zijn tot vandaag de dag alleen kleine zelfstandige, particuliere ondernemers die hun producten produceren en zelfs exporteren. Dat zijn personen die het voorbeeld moeten zijn voor de regering om eindelijk eens werk te gaan maken van grootschalige productie en export. Maar, ontwikkelingen op dat front blijven uit.

De redactie van Dagblad Suriname benaderde het BEP-Assembleelid Ronny Asabina om zijn mening te geven over de meest recente olievondst en de wijze waarop de regering daarop heeft gereageerd.

“Economische haalbaar- en winbaarheid moet nog bewezen worden”

Asabina: “Voorop moeten we ons als samenleving ook verheugen op deze nieuwe olievondst. Echter moeten behoedzaamheid en waakzaamheid in deze ook onze leidraad zijn. Dit betekent, dat dit blijde nieuws in geen moment aanleiding moet zijn voor de beleidsmakers om het gezond verstand ondergeschikt te maken aan emoties. Met z’n allen moeten we beseffen, dat de impact van de vondst in termen van economische haalbaarheid en winbaarheid in deze competitieve en veranderende wereld nog bewezen moet worden. We moeten niet uit het oog verliezen dat TotalEnergies ook op de uitkomst wacht van de exploraties op Jamaica, Barbados, Trinidad & Tobago en de Bahamas, die staan te popelen, dat zij ook oil investment interesting worden.  Het devies is dus niet te vroeg juichen. We kunnen de buit niet verkopen voordat de beer is geschoten.”

“Regering moet ook oog en oor hebben voor andere ontwikkelingen”

De politicus heeft het gevoel, “dat de regering nagenoeg alle efforts stopt in de toekomstige olie industrie”. “De regering moet ook oog en oor hebben voor andere cruciale ontwikkelingen waarmee de samenleving, de huishoudens en burgers dagelijks worden geconfronteerd.” 

Waar blijven de investeerders?

“Ook kijkt de samenleving”, aldus Asabina, “nog steeds reikhalzend uit naar de investeerders die met de regelmaat van de klok hun opwachting zouden maken. In de eerste helft van het afgelopen jaar had de president het nog over meer dan 100 projectdossiers, afkomstig van investeerders, die van ongeduld popelden. Als we de balans opmaken, heeft geen enkele investeerder zich aangediend, althans zijn de indicatoren vooralsnog noch meetbaar, noch zichtbaar.”

“Transitie van informele- naar formele economie komt niet van de grond”

Het BEP-parlementslid merkt ook op, dat “naast het feit dat de investeerders zijn weggebleven en heel veel bedrijven in de categorie midden en klein failliet zijn gegaan”, “de transitie van de informele sector naar de formele economie maar niet van de grond komt”. “De staat loopt nog steeds heel veel inkomsten in de houtsector mis.”

“Kleinschalige goudsector krioelt van inhalige elites”

Asabina zegt verder, dat het niet te rijmen valt, dat de ordening van de kleinschalige goudsector achter gesloten deuren plaatsvindt, “ik bedoel ook buiten het gezichtsveld van het parlement”. “Deze sector, die nog steeds krioelt van inhalige elites en waar belangenverstrengeling en botsende belangen alsook de macht van de sterkte de boventoon voeren, wordt mijns inziens bewust in de informele sfeer gehouden. En dit is uitermate jammer, vanwege de bijdrage van deze sector aan ons bbp.

De regering had zelf toegezegd dat deze sector in het afgelopen jaar meer dan een half miljard aan belastinginkomsten zou opleveren. Tot nu toe is het bij woorden gebleven. Intussen nemen de taferelen in de sector op het gebied van onveiligheid waaronder berovingen, milieuverontreiniging,  illegaliteit alsook het mislopen van belastinginkomsten, niet af.

PK

error: Kopiëren mag niet!