Geheel voorwaardelijke straf voor veroorzaker dodelijke aanrijding

Autobestuurder Amietkoemar H. hoorde donderdag de strafeis aan in de aanrijdingszaak waarbij de trimmende Roxana Baksh dodelijk werd aangereden. Zij was op 21 juni vorig jaar samen met drie andere vrouwen aan het joggen toen zij samen met twee van de joggers werd aangereden. De overige twee liepen letsels op, terwijl Roxana Baksh ter plekke het leven liet.

In deze zaak zijn eerder de overige 3 trimmers gehoord, evenals 3 politieambtenaren. De 3 trimmers verklaarden dat de bestuurder onder invloed zou hebben verkeerd. Een der politieambtenaren stelde een alcoholgeur te hebben waargenomen toen hij naar de verdachte toeging die in de prowagen zat. De verbalisant in deze zaak heeft echter steeds gesteld, dat hij geen enkel teken van dronkenschap heeft waargenomen bij Amietkoemar. Dit werd ook verklaard door de inspecteur die in deze zaak de voorgeleiding heeft genomen en hieromtrent de Officier van Justitie rapporteerde. “Ik heb geen enkel teken van dronkenschap geconstateerd. Hij heeft gelopen naar mijn kantoor en terug en ik heb geen waggelende gang gezien”, stelde de inspecteur ter terechtzitting.

In deze zaak werd door de nabestaanden van Baksh, de overige slachtoffers en buurtbewoners een schrijven gericht aan de procureur-generaal, waarin allerlei verdachtmakingen zijn gemaakt naar de politie en de verdachte toe. De procureur-generaal gaf opdracht tot onderzoek en dit dossier werd ook toegevoegd aan het strafdossier van Amietkoemar.

Novum

Advocaat Chandra Algoe, die Amietkoemar bijstaat, voerde in haar pleidooi aan dat zij voor het eerst meemaakt dat het Openbaar Ministerie (OM) meent de vrijheid te hebben om getuigen die ter terechtzitting verklaringen hebben afgelegd, buiten beschouwing te laten alleen, omdat zij ontlastende verklaringen hebben afgelegd tegen de verdachte. Notabene kwamen de ontlastende verklaringen van de werkarm van het Openbaar Ministerie.

Een ander novum was dat de Officier van Justitie meent dat burgers de bevoegdheid hebben om trias alcoholica vast te stellen bij een verdachte. Dit wordt per definitie door opsporingsambtenaren vastgesteld, stelde Algoe. Het moet een ambtsedig ambtenaar zijn die is in het herkennen van alcoholgebruik, en niet een willekeurige burger. “Juist, omdat de verklaringen in deze zaak zo divergeren, had het Openbaar Ministerie het rapport van een scheikundige inzake alcoholgebruik in het geding moeten brengen. Mijn cliënt heeft alle medewerking verleend en hem kan niet verweten worden dat de Staat Suriname geen middelen heeft om de bloedtest uit te voeren. Het vaststellen van alcoholgebruik moet op juridisch acceptabele wijze plaatsvinden en niet door burgers zonder kennis van zaken”, stelde Algoe.

Zij verzocht de rechter om niet mee te gaan met het strafvoorstel van de vervolging en haar cliënt vrij te spreken van het rijden onder invloed. De advocaat stelde, dat de verdachte nimmer heeft ontkend de aanrijding te hebben veroorzaakt en daarvoor zeker gesanctioneerd moet worden, maar dat hij in ieder geval niet onder invloed van alcohol verkeerde. 

De magistraat ging mee het pleidooi van de raadsvrouw en gaf aan, dat de wetgever uitdrukkelijk stelt dat alcoholgebruik alleen vastgesteld kan worden middels technische bewijzen namelijk door een ademanalysetest, bloedtest of door de waarneming van de verbalisant of een ambtsedige deskundige. Hij achtte het rijden onder invloed niet bewezen.

Bij de strafoplegging hield de rechter ook rekening met de goede proceshouding van de verdachte en veroordeelde Amietkoemar tot een geheel voorwaardelijke celstraf van 1 jaar met een proeftijd van 3 jaren voor het veroorzaken van een aanrijding waarbij een slachtoffer is komen te overlijden en twee anderen letsels hebben opgelopen. Ook bij de ontzegging van de rijbevoegdheid week de rechter af en legde een ontzegging op van twee jaar zonder aftrek. Met deze uitspraak blijft de verdachte op vrije voeten.

error: Kopiëren mag niet!