Binnenkort zullen de onderhandelingen aanvangen voor een nieuwe loonronde voor landsdienaren. In het sociaal akkoord is afgesproken dat de overheid de koopkrachtversterking in de publieke sector middels loonrondes zal laten gebeuren, en wel halfjaarlijks in de maand januari en juli 2022.
Bij de bepaling van de koopkrachtversterking zal er sprake zijn van netto verhoging. In het sociaal akkoord heeft de overheid toegezegd dat de overbruggingstoelage van SRD 1.000 en de onbelaste koerscompensatie van SRD 800. (SRD 100 + SRD 700) verwerkt zullen worden in de lonen. Zolang de loononderhandeling niet afgerond zijn blijven deze toelagen van toepassing.
Armand Zunder, woordvoerder van de gezamenlijke vakbeweging in het tripartiet overleg (overheid, bedrijfsleven en vakbeweging) – zie foto – benadrukt tegenover Dagblad Suriname het belang ervan, dat de overheid doet wat in het akkoord is overeengekomen. De aanvang van de loononderhandelingen is vertraagd, omdat het onderhandelingsteam van de overheid nog formeel benoemd moet worden door de president. Daarna moet het nog overleggen met het clusterteam van ministers. Het onderhandelingsteam van de overheid zal geleid worden door Maurits Hassankhan. De verhoging van de belastingvrije grens naar SRD 4.000 die deze maand in gaat is een van de koopkrachtversterkende maatregelen die de regering heeft doorgevoerd zoals in het sociaal akkoord is afgesproken.
Loon- en prijsspiraal voorkomen
President Chandrikapersad Santokhi heeft vorige week vrijdag tijdens een nieuwjaarsdiner met de vakbeweging de hoop uitgesproken, dat bij de loononderhandelingen ervan uitgegaan wordt dat partijen met wederzijds begrip eruit komen en dat voorkomen moet worden dat “we in een loon- en prijsspiraal terechtkomen, want daar heeft niemand baat bij”. Hij verwees naar het IMF-programma en de toezeggingen van de IDB (Inter-American Development Bank) en de Wereldbank, en zei dat 2022 het jaar van de implementatie wordt. “De vakbeweging zal via het Tripartiet Overleg de regering moeten helpen om de uitvoering van de afspraken in dit document (Sociaal Akkoord, red. DBS) ook in de gaten te houden en waar nodig aan de bel te trekken”, aldus aldus Santokhi.
In het Sociaal Akkoord hebben de partners afgesproken, dat “in 2022 het belangrijk is dat dat het koopkrachtverlies zoveel mogelijk wordt tegengegaan middels goed macro-economisch beleid, stabiele wisselkoers, geen monetaire financiering en omlaag brengen van de inflatie. De overheid is vastbesloten de koopkracht van de burgers in 2022 te verbeteren, maar dit dient beheerst en voorspelbaar te gebeuren”. Zaken dienen goed doorgerekend te worden om goed inzicht te verkrijgen in het gewenste en haalbare niveau van netto besteedbaar inkomen, alsmede de financiering daarvan. In het kader van het IMF-programma is afgesproken dat de geldgroei (geld in omloop) niet hoger mag zijn dat de nominale groei van het BBP. Daarbij is het van belang dat loonrondes gespreid moet worden zodat er geen “breach” plaatsvindt van de geldgroei doelstellingen.
In dit opzicht hebben de aanstaande loononderhandelingen bij de overheidssector een totaal ander karakter dan het “klassieke” welke men in Suriname gewend is, waarbij de ene partij met de vuist op tafel eisen stelt en de andere partij moet toegeven. Macro-economische doelstellingen dienen nu heel goed in de gaten te worden gehouden, alsmede de effecten onderling tussen de sociale partners. Zo zal bij aanpassing van de lonen in de publieke sector terdege rekening moeten worden gehouden met het vermogen van de private sector (bedrijfsleven) om de nodige looncorrectie door te voeren. Voorkomen moet worden dat de lonen in de lagere functies in de publieke sector gaan concurreren met die in de private sector.
SS