VN Anti-Corruptie Verdrag sterk instrument bij onderzoek naar- en terughalen gestolen gelden

Het VN Anti-Corruptie Verdrag welke Suriname vorige week heeft geratificeerd is een sterk instrument bij onderzoek naar- en terughalen van gestolen gelden.  Het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie (UNCAC, United Nations Convention against Corruption) is een wettelijk bindend internationaal multilateraal verdrag tegen corruptie. Het werd in oktober 2003 aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en trad in december 2005 in werking. Het verdrag richt zich op zowel preventieve als strafmaatregelen, en pakt grensoverschrijdende corruptie aan door middel van internationale samenwerking en het terughalen van opbrengsten van corruptie.

Het doel van de UNCAC is het terugdringen van de verschillende soorten corruptie die over de staatsgrenzen heen gebeuren, waaronder mensenhandel en machtsmisbruik, omkoping door onderdanen,  verduistering en witwassen. Een ander doel is een betere handhaving van internationaal recht en de justitiële samenwerking tussen landen.

Het verdrag is van toepassing op de preventie, het onderzoek en de vervolging van corruptie en op de bevriezing, inbeslagneming, inbeslagname en teruggave van de opbrengsten van misdrijven.

Bankgeheim en justitiële samenwerking

De officiële documenten behorende bij de ratificatie van het verdrag worden deze week door het ministerie van Buitenlandse zaken, Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) bij de Verenigde Naties gedeponeerd. President Chandrikapersad Santokhi heeft afgelopen donderdag in het parlement opnieuw benadrukt, dat corruptiebestrijding een prioriteit is van zijn regering. De ratificatie van het UNCAC is ook een van de maatregelen genoemd in het Herstelplan, en onderdeel van de samenwerking met het Internationaal Monetair Fonds, IMF. 

Het UNCAC voorziet verder in justitiële samenwerking tussen landen die partij zijn in het verdrag. Bij onderzoeken in Suriname inzake gestolen gelden gaat men ondermeer er vanuit dat deze gelden zich niet meer in Suriname bevinden, maar in het buitenland bij banken. Dat maakt het onderzoek complexer. Forensisch accountant Peter Diekman legde tijdens de televisie paneldiscussie van de Vereniging van Economisten in Suriname, VES, vorige week met als titel “Follow the money”, uit, dat het volgen van sporen van banktransacties van verdachte personen dan niet alleen in Suriname moet plaatsvinden, maar ook in het buitenland. Voordat het zover is zullen lokale rechtswegen moeten worden bewandeld waaronder lokale Officieren van Justitie, rechters en advocaten. De lokale rechter zou opgespoorde verdachte gelden eerst moeten bevriezen, vervolgens laten confisqueren en uiteindelijk toestemming moeten geven om die terug te laten vloeien in staatskas. Hetzelfde traject zal ook in het buitenland gevolgd dienen te worden. Rechtshulpverzoeken zullen via de diplomatieke kanalen aangevraagd moeten worden. 

Met het Anti-Corruptie Verdrag vormt het bankgeheim van banken bij onderzoeken naar bankgegevens van verdachte personen ook geen enkele belemmering meer.

SS    

error: Kopiëren mag niet!