Tentoonstelling Slavernij Amsterdam ook in Suriname gevolgd 

Het nieuws dat de tentoonstelling Slavernij in het Rijksmuseum te Amsterdam geopend is wordt ook door Suriname gevolgd. Koning Willem-Alexander opende dinsdagmiddag de tentoonstelling, die betrekking heeft op de Nederlandse koloniale periode van de 17e tot en met de 19e eeuw. De tentoonstelling vestigt ook de aandacht op de slavernij in Suriname. 

Waargebeurde verhalen van maar liefst 10 personen, die in slavernij leefden staan centraal. Zo komt ook het verhaal van verzetsheld Tula op Curaçao aan bod. 

De expositie vertelt verder de verhalen van Joao, Surapati, Paulus, Oopjen, Wally, Lokhay, Dirk, Van Bengalen en Sapali. Deze laatste was een vrouw in Suriname die ongepelde rijst in haar gevlochten haar wist te verstoppen en zichzelf kon bevrijden uit de slavernij.

Nederland heeft tijdens de slavernij meer dan een miljoen personen uit Afrika, maar ook Azië, tot slaaf gemaakt. Via deze tentoonstelling willen de makers deze periode onder de aandacht brengen. 

De tentoonstelling toont verder onder meer objecten, schilderijen en archieven. 

Suriname

Universiteitsdocent en historicus Jerry Egger zegt, dat aan de hand van de portretten een beeld wordt gegeven over deze periode. Hij noemt het goed dat Nederland aandacht besteedt aan de slavernij. “Het lijkt erop alsof Nederland een inhaalslag maakt door middel van verschillende expo’s.” Ook in Suriname worden we nog dagelijks geconfronteerd met het slavernijverleden. “Hoeveel duizenden mensen passeren niet dagelijks het standbeeld van Kwakoe in het centrum van Paramaribo?”, vraagt Egger.

Hij merkt op dat heel veel aspecten van het slavernijverleden nog zichtbaar zijn en noemt het huis van Elisabeth Samson als voorbeeld. De historicus zegt dat men in Suriname zich voldoende bewust van het koloniaal verleden. “Het wordt namelijk vanaf de lagere school al bijgebracht”, zegt hij tot slot. 

RB 

error: Kopiëren mag niet!