De strafzaak van ex-minister Gillmore Hoefdraad wordt op 4 februari voortgezet. Dit bepaalde het Hof van Justitie gisteren, nadat alle preliminaire verweren van de verdediging van Hoefdraad waren verworpen. De verdediging van Hoefdraad, bestaande uit de advocaten Murwin Dubois en Irene Lalji, had excepties opgeworpen bij de eerste behandeling van de strafzaak. Aangevoerd werd dat het Openbaar Ministerie niet de wettelijk voorgeschreven procedure had gevolgd bij het uitreiken van de dagvaarding aan Hoefdraad. Hiertegen heeft het Openbaar Ministerie verweer gevoerd. Het Hof, bestaande uit de rechters Marie Mettendaf, Maureen Dayala en Daniëlle Karamatali, achten de verweren van de advocaten ongegrond en verwierpen deze.
De behandeling zal worden voortgezet op 4 februari. Dan komt het Openbaar Ministerie aan het woord voor het requisitoir en het strafvoorstel. De zaak betreft een verstekzaak. Hoefdraad wordt verdacht van 11 strafbare feiten, waaronder overtreding van de Bankwet, overtreding van de Wet Money Laundering, ambtsverduistering en oplichting.
