Veranderen moet

De bedrijfsmanager ontkomt niet aan noodzakelijke veranderingen van zijn of haar organisatie. Bewust of onbewust, die veranderingen voltrekken zich van moment tot moment . Meer faciliteiten voor bezoekers,  herinrichting van werkruimten in verband met de heersende pandemie, een andere wijze van opslag van voorraden, het gaat steeds weer om veranderingen. Je besluit als manager tot het instellen van een onderzoek naar de gang van zaken in het bedrijf of in de overheidsorganisatie, want er bestaan gevoelens van onvrede over het functioneren daarvan. En waarom zo moeilijk doen, terwijl het magische woord het nog altijd doet? Juist, de doorlichting. Het wondermiddel dat een vanzelfsprekende helende werking heeft op disfunctionele verschijnselen. Het bekende middel garandeert, dat onze organisatie het straks stukken beter zal doen. En  waarom niet de volgende stap doen door het in de arm nemen van de externe deskundige die weet hoe met de doorlichting van organisaties om te gaan. Die er kennis van draagt dat het middel van doorlichting niet ongenuanceerd, niet zonder verder nadenken kan worden gehanteerd. Want als er duidelijke aanwijzingen zijn over wat niet naar wens verloopt, waar de vermoedelijke knelpunten liggen , moet niet gedacht worden aan de integrale doorlichting, maar juist aan de curatieve versie daarvan. Immers, de medicus gaat geen algeheel gezondheidsonderzoek instellen wanneer de patiënt slechts in de grote teen pijn voelt. Plaatselijk, dus gericht onderzoek lijkt op dat moment dan meer voor de hand liggend. Ondanks zoveel kennis over het veranderen van organisaties en ervaringen die daarmee worden opgedaan, schijnt het doel van voorgenomen of in gang zijnde veranderingen niet of slechts ten deze gehaald te worden. Natuurlijk zal van een veranderingsresultaat altijd sprake zijn. Of dit zich nu in positieve of in negatieve zin aandient, een resultaat heb je dus altijd. We weten immers hoeveel ingezette veranderingen in een regelrechte ramp hebben geresulteerd.  Wij hebben als burgers meermaals meegemaakt waartoe het kan leiden wanneer niet de terzake deskundigen betrokken worden bij belangrijke en dikwijls ook geldverslindende operaties . De voorbeelden liggen voor het rapen. Niet slechts het vermogen van betrokken ‘deskundigen’ wordt in veel gevallen overschat, maar ook het verandervermogen van de organisatie alwaar mensen moeten samenwerken om gestelde doelen te raliseren, blijkt naderhand ontereikend te zijn. En wij zeggen het wel zo mooi dat organisaties duurzaam veranderingsvermogen moeten hebben, daarbij dikwijls uit het oog verliezend dat het tenslotte de mensen zijn die de feitelijke veranderingen op gang moeten brengen en instandhouden. Duurzaamheid staat toch voor continuïteit, overdraagbaarheid en voortgaande ontwikkeling? Een ander aardig woord dat ons als gemeenschap nu als aangehecht in het gehoor ligt , is  ‘integriteit’. Bewindspersonen benadrukken zo graag hun integriteit. Bedrijfsmanagers laten zich niet onbetuigd. Ook zij stellen hun integriteit volgaarne in het licht. Veranderingsbereidheid moet dan wel duidelijk merkbaar zijn. Corruptiebestrijding  staat nu in de stralenbundel van het zoeklicht. Het begrip is erg in. Wij beschikken nu zelfs over wetgeving daarover en daartegen. Want het laatste vooral verdient het accent. Maar bestaat ook de wil tot bestrijding van ondeugdelijkheid in de politiek? Zijn er mogelijkheden bedacht en uitgewerkt omtrent  integriteitsonderzoek in het overheidsbeleid? Waar blijft het vervolgtraject dat leidt naar deze vorm van onderzoek? De Rekenkamer wordt op betuttelende wijze aangemerkt als werkarm van de Nationale Assemblee. Waarom niet een einde brengen aan deze waanvoorstelling en de Kamer de ruimte bieden tot het doen van onderzoek naar het integriteitsoptreden van de overheid? Waarom verlangt de bewindvoerder steeds naar het clad- of het justitieel onderzoek elders, terwijl objectief onderzoek naar de deugdelijkheid van zijn of haar handelen zelf buiten zijn gezichtsveld blijft? Neemt u voor een moment de kwestie van het FISO in gedachten. Is er bij de uitvoering van dit veranderingsproces wel of geen sprake geweest van corruptie, waarbij ambtenaren in de drukte van de verandering zijn meegenomen in de maalstroom van de corruptie? Is er werkelijk sprake geweest van een eerlijk invoeringsproces en was de grondgedachte ook werkelijk te geraken tot een resultaatgerichte wijze van functiewaardering en van belonen in overheidsorganisaties? Deze tragedie die de staatskas ernstig nadeel heeft berokkend, is tot heden niet meegenomen in de beschouwingen over misbruik van politieke macht en over het verkwanselen van grote sommen aan geldmiddelen. Welke instantie zou alsnog onderzoek hieromtrent kunnen en mogen instellen? Niemand, want de ongenaakbaren stellen zich daarvoor niet beschikbaaar. Andere gevallen van verkwisting daartentegen zijn in het recente verleden in volle lengte en breedte ten tonele gevoerd. Moeten werkorganisaties aangepast worden aan aard en eigenschappen van betrokken werknemers? Of moet personeelsleden de nodige bekwaam- en vaardigheden worden bijgebracht om te voldoen aan de organisatievereisten? Moeten functie-inhouden worden aangepast aan de capaciteiten van het personeel of is juist andersom denken hier vereist? Moeten de statuten van de organisatie worden veranderd teneinde te passen bij wat het beste is voor personen in besturende en toezichthoudende posities daarin? Worden wij, wat dit betreft,  thans wel of niet geconfronteerd met ontwikkelingen in sommige publieke organisaties die ernstig in strijd zijn met de integriteitgedachte? Want komen aan de statuten van de organisatie mag nimmer een gelegenheidsverandering opleveren. Is het niet de hoogste tijd dat ook in het journalistieke beroep de onderzoeksjournalistiek tot ontwikkeling wordt gebracht en dat de  overheid zich veel toegankelijker opstelt jegens de media. Immers, de huidige regeringsleider heeft het recentelijk ook gehad over interactieve communicatie. Een inhoudelijke uiteenzetting hierover moet nog komen. Veranderen moet, maar ook de veranderaar moet bereid zijn zelf te veranderen, daar waar zulks noodzakelijk is.

Stanley Westerborg

Organisatieanalist  

error: Kopiëren mag niet!