De schijnveiligheid van de temperatuurscan

Voor het betreden van overheidskantoren, bedrijfspanden, banken en zelfs de supermarkten wordt een temperatuurscan gehanteerd. Maar hoe betrouwbaar zijn deze meetapparaten en kunnen de mensen die met de meting belast zijn er op correcte wijze mee omgaan. Een arts is daar resoluut over. “Nee, dat kunnen ze niet. Bij medische instellingen wordt de meting gedaan door iemand met een medische achtergrond en zijn de resultaten betrouwbaar, maar de rest kan niet ermee omgaan. Nog recent bij een supermarket heb ik mijn handen gewassen en gedroogd. Vervolgens komt een jongeman op mijn hand de temperatuur meten. Resultaat was 28,2 C. Ik zei: “Dan moest ik nu dood neervallen vanwege onderkoeling”. “Meet op mijn voorhoofd”, zei ik tegen die jongeman. “Nee, dat mag niet”, antwoordde hij. Ik zei toen dat ik arts ben en dat hij op mijn voorhoofd moet meten. Dat deed hij toen en het resultaat was 36,8 C. Ik zei: “Zie het verschil?” Dergelijke fouten worden aanhoudend gemaakt en mensen denken dan dat hun temperatuur goed gemeten is. Dit geeft een gevoel van schijnveiligheid.”

“A kowroe noh?”

Een andere consument kreeg bij een meting te horen dat haar temperatuur 23,5 C was. Gelukkig is die consument een medisch student en wist dat de meting gewoon verkeerd was. Bij een advocaat werd door de ordonnans van het Hof van Justitie een meting gedaan van 34,5 C. “A kowroe noh?”, was de onnozele reactie van de ordonnans. De advocaat stond erop dat er opnieuw werd gemeten en toen was het 36,5 C. “Indien personen belast worden met het opmeten van temperatuur, is het niet veel gevraagd dat die personen getraind worden om het apparaat goed te bedienen. Ik weet zeker dat zij niet eens de handleiding hebben gelezen”, zegt de arts bij wie een onderkoeling was gemeten.

error: Kopiëren mag niet!