Rubriek Onderwijsvernieuwingen onder het vergrootglas Ivan Fernald: Vernieuwingen op lbo (4)

In een 7-tal artikelen neemt Ivan Fernald de recente vernieuwingen in het onderwijs onder de loep. Hij hanteert toetsingscriteria en hij komt tot de conclusie dat veel vernieuwingen draagvlak en samenhang missen en niet geleid hebben tot de beoogde resultaten. (Vandaag deel 4)

De recente vernieuwingen op het lager beroepsonderwijs (lbo) hebben niet geleid tot duurzame verbeteringen in het onderwijs. Dat blijkt o.a. uit de doorstroomcijfers: 

a. Het lager beroepsonderwijs is vernieuwd, maar de resultaten van 2017 waren zo bedroevend dat er een algehele herkansing (extra examen) aan te pas moest komen. In 2017 zijn de eerste geslaagden afgeleverd volgens de lbo-structuur. Van de dienstverlenende richting was 25 procent direct geslaagd en 61 procent was afgewezen. Het percentage herexamen was 14. De technische studierichting deed het niet beter: 26,7 procent direct geslaagd en 50 procent was afgewezen. Het percentage herexamen was 23,3. Het examen is centraal opgesteld. Er waren 5 scholen met 0 procent geslaagden.

Wat heeft het extra examen lbo 2017 opgeleverd?

Het eindresultaat lbo (na extra examen) is toegenomen van 42 naar 52 procent. Dat is nog steeds niet bevredigend. Pakweg de helft van de examenkandidaten is dus niet geslaagd.


Bron: CBO Statistical Division/ Onderdirectoraat Beroepsonderwijs

Het onbevredigende resultaat wekt bevreemding, omdat deze nieuwe structuur lbo en het aangepaste curriculum juist ingevoerd zijn om de manco’s weg te werken. De inspanningen waren gericht op de verhoging van de kwaliteit en verbetering van de doorstroming. Lbo kent een lange voorbereidingstijd. Het overall resultaat van het schooljaar 2018- 2019 is wel 11 procent hoger. Dat is een beter resultaat. De ambitie is om het rendement te verhogen. Er was grote noodzaak om lbo te transformeren omdat de resultaten bedroevend waren.

Er waren in 2015 landelijk 13.219 leerlingen ingeschreven op de lbo-scholen (klas 1-4) van wie er in totaal 3.085 zijn blijven zitten. Dat is een percentage van 23. Het aantal drop-outs was 4.753 (36 procent van de schoolpopulatie) en overtrof dus het aantal zitters. Van de 13.219 leerlingen stromen 7.838 niet door. Dat komt overeen met een percentage van 59. Accurate en volledige data over 2017, 2018 en 2019 zijn nog niet vrijgegeven.

Wat zegt het bedrijfsleven

Het blijkt dat leerlingen die de lbo doorlopen hebben niet over voldoende praktische vaardigheden beschikken om zelfstandig aan de slag te gaan. De OD Beroepsonderwijs, de heer Ashok Rambali, onthult dat de leerlingen ondanks de gewijzigde structuur en curriculaire veranderingen nog steeds niet helemaal voldoen. “Wat leerlingen in theorie leren, moeten zij direct in de praktijk kunnen omzetten. Zij die lbo hebben afgerond, moeten toch weer worden getraind door bedrijven”, aldus Rambali in DWT van 22 november 2018.

Sham Binda, voorzitter van de Associatie van Kleine en Middelgrote Ondernemingen (Akmos) zegt in De Ware Tijd van 23 juni 2019 dat er geen afstemming is geweest met het bedrijfsleven. “Wij leiden verkeerd op. Het is niet in afstemming met de vraag van de markt.”

De Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) zegt bij monde van de voorzitter, Brian Renten, dat het curriculum van elk schoolniveau afgestemd zou moeten zijn op de behoefte van de private sector. Hij benadrukt dat er in de afgelopen jaren te weinig kleine ondernemingen bijgekomen zijn, die behoefte hebben aan ‘laagopgeleide’ gespecialiseerde mensen. Er is nauwelijks overleg met het bedrijfsleven voor wat betreft het lbo-niveau. Dat is wel het geval met de hogere opleidingen, omdat er een beroepencommissie is ingesteld, die nagaat wat de behoefte is en welke competenties ontbreken en hoe de studierichting zich ontwikkelt.

Het beroepsonderwijs dient personen af te leveren, die over de gewenste vaardigheden beschikken. En daar knelt de schoen. Als het bedrijfsleven zich beklaagt dat er onvoldoende afstemming plaatsvindt dan is het niet verwonderlijk dat er een kloof ontstaat tussen theorie en praktijk (vraag en aanbod). Dit gaat ten koste van de kwaliteit van het lbo-onderwijs.

In een lokaal medium van 22 november 2018, onder de kop ’Vergooid geld bij vernieuwing lbo-structuur’ stelt de OD Beroepsonderwijs, de heer Ashok Rambali, dat het gehele systeem voor beroepsonderwijs weer moet worden veranderd. Hij vindt dat lbo-leerlingen in de toekomst competentiegericht zullen worden opgeleid. Rambali zegt dat “voor het beroepsonderwijs het systeem van een schooljaar zal komen te vervallen, zodat leerlingen en studenten continu kunnen afstuderen.

Er is veel werk weggelegd voor de Suriname National Training Authority (SNTA). Suriname heeft zich als lid van de Caribbean Association of National Training Authorities (Canta) gecommitteerd om de beroepsgerichte opleidingen beter aan te sluiten op de behoefte van de arbeidsmarkt.

 Structuurverandering lbo garandeert nog geen kwalitatief beter onderwijs, omdat meerdere factoren het eindresultaat bepalen. Bijsturing van de didactische vaardigheden, monitoring van onderwijsprocessen en periodieke toetsing van de programma’s op maatschappelijke relevantie, zijn dringend vereist.

Volgend artikel: Symptoombestrijding Havo (5)

Ivan Fernald 

error: Kopiëren mag niet!