Milieulobby nog zwak

De Inheemsen zijn wereldwijd de grootste voorstanders van het milieu en de natuur. In Suriname is dat geen uitzondering, alleen is de Inheemse lobby in Suriname heel erg zwak. Al zwijgend dreigen de Inheemsen in Suriname ten onder te gaan. Niemand in de politiek komt op voor de rechten van de Inheemsen. Er zijn slechts enkele partijen die uitdrukkelijk opkomen voor de rechten van de Inheemsen en hun recht op overleving, maar die partijen kunnen niet rekenen op zetelwinst. De Inheemsen laten zich ompraten door partijen die nooit zijn opgekomen voor hun belangen. De Inheemsen laten zich ompraten door politici die juist bezig zijn hun milieu kapot te maken en hun te vergiftigen. Er zijn Inheemse dorpen in het achterland waar een groot deel van de bevolking een groter gehalte aan kwik dan toegestaan in zijn lichaam heeft. Er zijn geen scholen in die gebieden waar de kinderen voortgezet onderwijs kunnen volgen. De kinderen verhuizen voor onderwijs naar de stad en komen terecht in internaten waar ze niet goed worden behandeld. Bijvoorbeeld worden ze gedwongen om zich te bekeren qua geloofsovertuiging. Dat maakt dat de kinderen het dan niet volhouden in de internaten. De bevolking is en blijft redelijk ongeschoold. En kan dus niet opkomen voor de eigen rechten. Door functionarissen van buitenlandse financiele instellingen is al gezegd dat dit deel van de bevolking waarschijnlijk zal uitsterven. Wat we missen in Suriname is dat de ‘binnenlandbewoners’ niet zoals in het buitenland opkomen voor hun milieu. We zien bijvoorbeeld bij de Marrons dat delen van deze groep juist strijd voeren om met kwik goud te delven in het binnenland. Terwijl ze dat doen, beseffen ze dat ze hun eigen milieu kapot maken. Er zijn jongeren uit deze gemeenschappen die het ook niet lang kunnen volhouden op school. Er is geen ondersteuning vanuit de overheid om deze jongeren op school te houden. Deze jongeren komen in financiele problemen. Sommigen vinden een job in het stedelijk gebied en kunnen school, werk en sport goed combineren. Anderen worden gelokt naar de goudvelden en dan is men genoodzaakt school te verlaten. We hebben een nieuwe minisyter van Onderwijs die aangeeft dat ze het kind centraal stelt. Maar dat merken we niet in ondersteuningsprogramma’s. We merken in Suriname dat de Inheemsen en de Marrons tegenstrijdige belangen hebben wat betreft het milieu. De eerste groep wordt vergifigd door handelingen van de tweede. Er is dus zeker een relatie tussen de scholing van de Inheemsen en de Marrons en het opkomen voor het milieu.
De milieulobby is wel heel zwak ontwikkeld in Suriname. Er zijn overheidsinstanties als Nimos die een milde houding hebben naar de politici toe. Het maatschappelijk middenveld is zwak ontwikkeld. We zien nu wel dat een organisatie als Probios activiteiten houdt onder leiding van milieuactivist Erlan Sleur. Deze organisatie moet meer bijval krijgen en meer partneren met de Inheemsen en de Marrons. Ook moet de organisatie meer klokkenluiders die kleur hebben bekend, uitnodigen en laten aansluiten in de organisatie. Probios heeft recent een milieumanifestatie gehouden te Matta. Het motto was ‘Love and Power to the Forest’. Het is nieuw dat de organisatie zich nu richt op arbeiders die actief werkzaam zijn in de houtkap en goudsector. De organisatie wil hen bewust maken over de risico’s en de gevolgen van verdere kaalkap.
Probios wil de totale vernietiging van het bos tegengaan. Hij wil een betere controle danwel stopzetting van houtkapbedrijven uit de Filipijnen en Maleisië. De vraag rijst wel hoe deze vreemdelingen vrij spel hebben in ons bos. Wie zijn de mensen die deze vreemdelingen de handen boven het hoofd houden? Waarom zijn de binnenlandbewoners stil terwijl hun milieu door vreemdelingen wordt vernietigd? De Surinaamse regering moet een strenge controle opvoeren op de buitenlandse bedrijven die hier actief zijn. De lokale bevolking en de politieke partijen die voornamelijk lokaal zetels behalen (Abop en BEP) die moeten eisen van de regering dat negatieve elementen uit het binnenland weg worden gehaald. Er zijn teveel geluiden van ook mensenhandel waarin buitenlandse bedrijven zouden zijn betrokken. Deze gevallen zijn te lezen ook in de internationale rapporten. Wat het binnenland betreft gaat het om bijvoorbeeld de bedrijven uit Azie die bezig zijn met de bosbouw. De vakbonden van Suriname die komen niet op voor de werknemers die vastzitten in de bossen van Suriname. Er worden buitenlanders gehaald die net als slaven arbeid hier verrichten, terwijl dit werk door Surinamers had kunnen worden gedaan. Daardoor zou de werkloosheid in het binnenland dalen. De mensenhandel in de bosbouw moet door de regering worden aangepakt, de mensenhandelaren uit Azie moeten worden opgepakt en veroordeeld.

error: Kopiëren mag niet!