Pollack-Beighle: ‘Documentatie ambassadegebouw Parijs bij Juspol’

Minister Yldiz Pollack-Beighle van Buitenlandse Zaken (Buza) heeft gisteren tot twee keren toe geweigerd in te gaan op vragen van DOE-parlementariër Carl Breeveld over de status van de ambassade van Suriname in Parijs. In het licht van goed en comptabel financieel beheer vroeg Breeveld duidelijkheid over de kwestie van het ambassadegebouw. De aankoop van het pand in Parijs aan de Rue Du Ranelagh 94 werd onder het bewind van de ex-Buitenlandse Zaken minister Winston Lackin aangeschaft voor enkele miljoenen. De bedoeling was een andere diplomatieke route binnen Europa te vinden. Enkele maanden terug werd bekend dat het gebouw zou worden verkocht. Breeveld wilde daarom ook weten waar de ambassade van Suriname in Parijs nu is gevestigd. “Wat is daarvan terecht gekomen? Geluiden over een miskoop, onduidelijkheden over het aankoopbedrag, wie het betaald heeft, wie de eigenaar werd en de afwikkeling van deze zaak zijn zaken die om helderheid vragen. Belangrijke waarde bij het buitenlands beleid is dat integriteit aanwezig is en transparantie. Wij kunnen het daarom niet hebben dat op deze manier het geld van ons land wordt verkwanseld”, stelde de parlementariër gisteren bij de behandeling van de Wet Buitenlandse Dienst. Nadat Breeveld in tweede ronde dezelfde vraag opnieuw stelde, zei de bewindsvrouw dat zij de documentatie over het gebouw heeft doen toekomen aan het ministerie van Justitie en Politie voor diepgaand onderzoek. Het land heeft volgens haar wel een normale buitenlandse missie in Parijs.
Budget Buza niet voldoende
De buitenlandse dienst van Suriname is middels circulaires en interne regelingen georganiseerd. Ook waren er voorheen geen toelatingseisen voor functionarissen op buitenlandse posten. Daarin wordt met deze wet verandering in gebracht. Breeveld typeert de buitenlandse dienst van Suriname als ‘ons visitekaartje naar de wereld’. Hij vraagt zich daarom af op de opgenomen bedragen in de conceptbegroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken over 2019 dan wel genoeg zijn om de gestelde doelen van deze wet te realiseren. “Volgens de huidige conceptbegroting bedragen de lonen en salarissen ongeveer SRD 70 miljoen. Voor het opzetten van ambassades en consulaten is SRD 5 miljoen opgebracht. Naar mijn mening is dat een druppel op een hete plaat. Voor internationale onderhandelingen is een bedrag van SRD 7 miljoen uitgetrokken. De vraag is of dit budget voldoende is om deze wet vorm te geven.” Pollack-Beighle gaf wel aan dat het ministerie op alle buitenlandse posten heeft laten inkrimpen en bezuinigen door het lokaal personeel te laten halveren. Volgens de bewindsvrouw is in juni een scan gemaakt van alle buitenposten en gekeken naar de noodzaak van het bestaan van alle posten.
Antecedentenonderzoek en psychologische test nodig
In het kader van de recente moord op de Saoedische journalist Jamal Khashoggi in het Saoedische consulaat in Istanboel begin oktober, vindt Breeveld het vooral nodig dat er een antecedentenonderzoek komt voor een ieder die op een buitenlandse post van Suriname te werk wordt gesteld. Ook moet er een psychologische test worden afgenomen. De minister vindt ook dat er geen uitzonderingen voor personen hier mogen worden gemaakt.
Beleid Suriname behoorlijk gepolitiseerd
De president heeft altijd de mogelijkheid iemand voor te dragen voor een bepaalde functie, maar de persoon moet wel voldoen aan de gestelde eisen voor chef de poste. De opleiding van diplomaten geschiedt door het Suriname Diplomateninstituut. Volgens Pollack-Beighle ronden 30 personen binnenkort de opleiding af. De DOE-parlementariër merkt dat in Suriname het beleid behoorlijk gepolitiseerd wordt. Hij stelde voor om 20% van diplomaten politiek te benoemen, terwijl de overige 80% carrière-benoemde, geschoolde, diplomaten moeten zijn. Deze verdeling moet volgens hem ook opgenomen worden in de wet. “Aan benoemingen en aanstellingen worden naar mijn inzien te veel vorm gegeven op basis van partijpolitieke voorkeur. Nu heeft iemand gezegd dat elk korreltje zand in dit land met politiek te maken heeft. Het is juist de vraag of dat niet de ontwikkeling van ons land ophoudt. Vaker wordt door de regering gezegd dat er samengewerkt moet worden en dat alle krachten nodig zijn. Het blijken dan echter politiek correcte uitspraken te zijn, omdat het tegendeel manifest is. Uitspraken als ‘veranderde beleidsinzichten’ en ‘ter beschikking stelling van de minister’ zijn verzachtende uitdrukkingen om soms hard werkende ambtenaren de laan uit te sturen. Daar kunnen wij ons niet in vinden. Wij merken dat soms personen met uitstekende capaciteiten en een goede staat van dienst, gewoon puur vanwege de politieke kleur opzij worden gezet”, aldus de politicus.
FR

error: Kopiëren mag niet!