Is de blinde klokkenmaker de klepel kwijt?

Met veel plezier lees ik altijd de stukjes die Anton van den Broek in deze krant schrijft. Maar met stijgende verbazing heb ik zijn artikel rond de blinde klokkenmaker gelezen. Ik figureerde erin als “briefschrijver” en onze jurist/bioloog probeerde een verband te leggen tussen de volgende twee zaken:
1. Mijn vermoeden dat er naast de huidige evolutietheorie een sterkere theorie nodig is die meerdere wetenschappelijke disciplines omvat, om de uiterst kleine kans op het ontstaan van de complexiteit van het leven zoals we dat kennen (met als voorbeeld de DNA telomerase) te verklaren.
2. Zijn observatie dat scepsis rond de evolutietheorie is terug te voeren op de vrees om te moeten erkennen dat het leven doelloos en zinloos is en zonder morele code.
Een buitengewoon merkwaardig verband dat ik wil ontkrachten. Misschien was mijn opmerking slechts een opstapje voor het verdere betoog van de bioloog, maar ik vrees dat er nog iets meer aan de hand is.
Om met het vermeende verband te beginnen: Scepsis ten aanzien van de omnipotentie van de evolutietheorie, gebaseerd op een gevoel voor kansrekening, kan heel goed samengaan met de overtuiging dat die theorie in ieder geval een prima startpunt is en dat de zinloosheid van het bestaan en het ontbreken van een morele code buiten de mens om een valide gezichtspunt is. Niet alle scepsis rond de evolutietheorie wordt geboren uit religieuze overtuiging en het geloof in een Schepper, maar ook gewoon vanuit een kritische houding.
Om dat nog verder aannemelijk te maken wil ik van de weeromstuit een Bijbelse invalshoek gebruiken. De boom van kennis van goed en kwaad met de slang is in mijn idee een prachtige metafoor, in de termen van onze verre voorvaderen, voor de beschrijving van het ontstaan, het ontwaken, van het menselijke bewustzijn. Als gevolg van die evolutie voert de mens een wanhopige worsteling met allerlei ideeën en neigingen, waaraan hij positieve en negatieve waarde-oordelen is gaan hechten, onderhevig aan plaats en tijd. Morele codes zijn derhalve te beschouwen als evolutionaire loten aan de stam van het bewustzijn. Ze hebben wel degelijk zin, al is het maar om tot een “sociaal contract” tussen mensen te komen. En we hebben door onze geestelijke en technologische evolutie zo’n moreel kompas ook hard nodig om onze nieuw verworven ego’s in toom te houden.
Niettemin gaat de wanhopige worsteling onverminderd voort, want altijd dreigt het gevaar dat een moreel kompas voor andere doeleinden wordt gebruikt. Dat leidt tot de opkomst en ondergang van allerlei sociale, godsdienstige en politieke systemen. De blinde evolutie is daarmee op geestelijk gebied nog steeds in volle gang, met natuurlijke selectie als leidend principe. En met genen vervangen door memen. Het door onze bioloog geschetste scenario, waarbij één enkele universele morele code hel en verdoemenis over ons afroept, is erg onwaarschijnlijk. Waarschijnlijker is dat meerdere morele codes naast elkaar blijven bestaan, zoals bijvoorbeeld ook egoisme en onbaatzuchtigheid naast elkaar voortleven.
Het ziet er dus naar uit dat de mens voor altijd veroordeeld is tot een steeds veranderende moraal. Misschien dat de blinde klokkenmaker ooit toevallig nog een mooi radertje vindt om dit lot te omzeilen, maar dat is allerminst waarschijnlijk. Op dat punt aangekomen zouden ook direkt de schellen van zijn ogen vallen. Wat een verlichting zou dat geven!
Intussen gaat een deel van de mensheid die wetenschap hoog in het vaandel heeft onverdroten verder op de weg naar voortschrijdend inzicht en toenemende kennis, en geen theorie is daarbij heilig. Ze is daarbij prima in staat om te begrijpen dat de morele codes, het goede en het mooie en het schone, het kwade en het lelijke en het slechte, enkel menselijke constructies zijn.
Ik begon met de opmerking dat er mogelijk meer aan de hand is met onze bioloog. Mjn vermoeden is dat hij, kijkend door de bril van de evolutietheorie, zijn overtuiging vol overgave en met verve voor het voetlicht brengend en in het offensief tegen creationisten en gelovigen, geen oog meer heeft voor andere dwarsliggers, die de evolutieheorie ook prachtig vinden, maar er geen tempel omheen willen bouwen en tot universele religie proclameren. Een beetje zoals mensen die overtuigd zijn dat klimaatverandering door de mens komt geen oog meer lijken te hebben voor wat klimaatsceptici te berde brengen. Het zal wel door de evolutie komen.
Hoor ik ergens in de verte een klok luiden?
Briefschrijver uit Bangkok

error: Kopiëren mag niet!