Coronie: Kosu Mama Mi gudu na fu yu, mi pitani

Toen onze voorouders Op 12 oktober 1873 met hun grondpapieren in de hand een cirkel vormden rondom de mahonieboom, op de grens tussen Friendship en Totness zweerden zij de gronden die ze hadden gekocht nooit te zullen verkopen, maar dat elke nazaat die de grond wilde bewerken daartoe de gelegenheid moest krijgen. Met deze verheven handeling van onze voorouders werd de grondslag gelegd voor de boedel in Coronie. De boedel kon beschouwd worden als de basis voor het ontstaan van een nieuwe cultuur; het vestigen van een nieuwe identiteit voor de Coroniaan nadat deze tot 1863 een langdurige en kommervolle periode in slavernij had doorgebracht. Tot 1873 volgde de periode van het Staatstoezicht; een periode waar in wezen niet veel veranderde en de ex-slaven nog steeds als lijfeigenen verminkt en vernederd zijn geworden. De boedel is datgene wat de Coronianen onderling verbindt; zij het dat de Coroniaan zich ten volle bewust is van het feit dat het bloed van hun voorouders op de plantages heeft gevloeid en hij zich daarnaast ook inleeft in de zware arbeid die de voorouders hebben verricht zonder dat zij de beschikking hadden over datgene wat hen als mens volwaardig maakte; namelijk het recht op vrijheid en zelfbeschikking. Op het moment dat de swerie van onze voorouders plaatsvond is de boedel ook een monument van vrijheid geworden. En monumenten moeten beschermd, gekoesterd en gewaardeerd worden zoals elk cultuur- historisch erfgoed beschermd, gekoesterd en gewaardeerd dient te worden. De voorouders van de Coronianen zijn aan de slag gegaan met de zekerheden die ze hadden verworven en in de overtuiging dat alleen door noeste arbeid hun nazaten nooit meer de kommer van machteloosheid en onderdrukking, door zij die de staatsmacht in handen hadden, zouden ervaren. Zij maakten Coronie tot het land van melk en honing. Doorheen het land vloeide de Blakka Watra; een natuurlijke hulpbron die als geen enkele andere natuurlijke hulpbron in Suriname, vanwege haar onmetelijke rijkdom in de behoefte van de Coroniaanse mens in al haar facetten kon voorzien. Het vehikel dat ontwikkeld werd om optimaal te profiteren van deze natuurlijke hulpbron was het poldersysteem. Het poldersysteem bediende de zwamp, de kust-ecologie en de boedelgemeenschap.
Reeds in 1901 schreef Jan Louis Stuger in zijn boek over Coronie, “Coronie, voorheen en thans”, hoe belangrijk het was een goede uitlozing van het water te garanderen en bij het maken van beleid eerst de lokale geschiedenis te bestuderen. Ook J. Bakker vermeldde in 1921 in zijn boek “Coronie en de Polderverordening” hoe essentieel het poldersysteem wel was. Hij beschreef dit systeem als te zijn eenvoudig maar doeltreffend. Dit poldersysteem werd vanwege haar grote belang in 1916 bij wet geregeld en hield regels in tot verzekering van de gemeenschappelijke belangen van de belanghebbenden bij de in Coronie gelegen polders. De periode 1873- 1954 kan wellicht geschetst worden als de bloeiperiode van Coronie. Niet alleen beschikte Coronie over een toegewijde ondernemende bevolking (de menselijke hulpbron) maar was de infrastructuur, het poldersysteem, een zaak van integratie van kennis van en verantwoordelijkheden ten opzichte van de Blakka Watra. Het was in deze periode, en de statistieken liegen er niet om, dat het toen kleinste district van Suriname een welvarend gebied was en qua productie een zeer belangrijke plaats innam. Een illustratie uit het willekeurige jaar 1945 laat het volgende zien ten aanzien van de productie: 7.730.415 stuks cocosnoten; 1.068.028 kilogram padi; 38.000 kilogram honing; 300 kilogram cacao; 100 kilogram koffie; 2100 kilogram mais; 6700 stuks sinaasappelen; 5000 kilogram aardvruchten; 3800 bossen bananen; 2100 bossen bacoven; 350 kilogram tabak; 250 kilogram pinda
Van de 7.730.415 cocosnoten werden 7.475.000 gebruikt voor de bereiding van cocosolie in 1945. De productie daarvan bedroeg 575.000 liters en Coronie voorzag volkomen in zijn rijstbehoeften. Het aantal runderen bedroeg 690, het aantal varkens 3.680, en in totaal beschikte Coronie over 128 paarden ezels en geiten. Weinig hoefde men van Paramaribo te betrekken want Coronie had haar eigen winkels; 31 in 1945 en daarnaast 6 tapperijen , 5 bakkerijen , 4 slachterijen, 4 rijspelmolens en 9 kotters
Zie daar het resultaat van een goed uitgedacht ontwikkelingsconcept gebaseerd op kleinschaligheid, veelheid en diversificatie van het kleine district en met het poldersysteem als inrichting om een voortdurende ontwikkeling te garanderen. Vanaf 1954 werd dit alles stukgeslagen toen ondanks protest van de lokale bevolking de eerste stap werd gezet door de overheid tot ontmanteling van het poldersysteem door de aanleg van een 5 km waterkerende dam in het zuiden vanaf Lanti Kanari tot Moy. Hierna werd de afbraak van dit unieke waterhuishoudingsysteem gestaag voortgezet met funeste gevolgen voor de mensen, het milieu en de economie. Het zou voor de architecten van het zogeheten binnenlandse zelfbestuur dat bovendien gesteund werd door donorgelden duidelijk moeten zijn geweest dat het nieuwe ontwikkelingsconcept gericht op het versneld ontwikkelen van achtergestelde gebieden, een benaming die bovendien indruiste tegen de identiteit van de trotse zelfstandige Coroniaan, geen ruimte liet voor het eigene van de Coroniaanse leefgemeenschap. Het gevolg hiervan was dan ook een groot aantal mislukte projecten en vooral de ontmoediging van de Coroniaanse mens. In een schrijven aan de President van de Republiek Suriname Z.E D. Bouterse is dat al min of meer onder de aandacht gebracht maar misschien moet om dit duidelijk af te spiegelen tegen het willekeurige bloei-jaar 1945 wederom worden aangegeven dat de projecten allemaal direct hebben geleid tot: 1) Ontwrichting van het poldersysteem; 2) Ontwrichting van het ecosysteem aan de kust; 3) Geen ruimte voor andere duurzame agrarische activiteiten; 4) Kapitaalvernietiging van ontwikkelingsgelden; 5) Ondermijning van het kansrijke ontwikkelingsmilieu van de Coroniaan; 6) Falend kustverdedigingsbeleid van de afgelopen 50 jaar met enorme kusterosie , waardoor ettelijke duizenden hectare mangrovebos verloren is gegaan; 7) Ontbreken van een duurzaam model voor de aanpak van de stijging van de zeespiegel.
Het meest ergerlijke dat Coronie heeft mogen ervaren is dat met het nagenoeg vernietigen van de basis waarop haar kleinschalige gediversificeerde produktie was geschoeid, bij de belangrjikste bron van ontwikkeling en dat is de Coroniaanse mens, het vertrouwen in de toekomst geheel werd weggevaagd. De Coroniaan is door jaren van verkeerde willekeurige dan wel opzettelijke keuzes vanuit Paramaribo afhankelijk geworden van wat de centrale overheid hem wilde bieden. Het ontberen van de kernwaarden integriteit, respect voor elkaar en respect voor diversiteit is dan ook zonder meer het gevolg van het gevoerde wanbeleid de afgelopen decennia in Coronie. Wat Coronie nu wil is optimaal profiteren van de bescheiden en werkelijke potenties, en maximaal de vruchten plukken van de rijkdommen van de natuur, volgens het concept van kleinschaligheid en veelheid in verscheidenheid Na 65 jaar strijden tegen het onrecht het district aangedaan lijkt het een bijna onmogelijke taak Coronie weer te verheffen tot het rijke land van melk en honing, maar de oprechte Coroniaan neemt deze taak op zich, innerlijk gedreven door het historisch besef dat hij de hoeder is van het nalatenschap van zijn voorouders. Daarnaast is het de plicht en de taak van elke inwoner van het district zorg te dragen voor een perspectiefvolle toekomst voor de volgende generatie en dat vereist daden. De vijfde pilaar van het Regeringsbeleid stelt centraal “het scheppen van een orde van duurzame milieu benutting waarbij sprake zal zijn van een harmonische verhouding van de Surinaamse mens met zijn natuurlijk milieu voor de verantwoorde duurzame ontwikkeling van het land en haar bevolking”.
Voor Coronie behelst dat zonder meer de vijf belangrijkste hulpbronnen; het zoetwater c.q. de Coroniezwamp, de boedel (grond) en de menselijke hulpbron, de schelpritsen en de parwa, waarvan de glorie die hen omringde hersteld zal moeten worden.
Schoon zoetwater en de Coronie zwamp
Het is bekend dat het waterrrijk gebied van Coronie beantwoordt aan meerdere internationale criteria om tot wetland te worden aangemerkt. Het district moet daarom in zijn geheel tot wetland worden verheven waarbij een harmonische relatie moet worden gecreëerd tussen de Coronie zwamp, het poldersysteem en de zoetwatertoevoer.
De Coroniezwamp
Van oudsher is de Coroniezwamp een maagdelijk regenbekken geweest. De Coroniezwamp is een schuil- en broedplaats van o.a. zwampvis, vroeger voor de Coronianen de grootste eiwitvoorziener, en van diverse vogelsoorten, reptielen en grote- en kleine zoogdieren. De Coronianen hebben het historisch recht op het duurzaam gebruik van de economische mogelijkheden van deze grootste natuurlijke hulpbron van het district zodat er een kansrijke omgeving wordt geschapen om een duurzaam bestaan te kunnen opbouwen.
Schoon zoetwater is voor Coronie van belang voor:
• mens en dier; gedurende een periode van 154 jaar werd zwampwater voor consumptie en huishouding gebruikt;
• duurzame agrarische ontwikkeling op o.a. oude plantages/boedels gronden
• de kuststrook voor onder andere “flocculatie”van klei ten behoeve van mangrove , kustvisserij, broed- en voedselgebied voor grote aantallen kust- en trekvogels
Boedel en Grondenrechten
De boedel die vanuit een onaangepast denken wordt beschouwd als een bedreiging voor economische ontwikkeling wordt vanuit historisch besef juist beschouwd als een sterke basis voor economische ontwikkeling en gemeenschapszin en moet dus beschermd en geaccommodeerd worden . Op de Staat de plicht om, waar zij grove inbreuk heeft gemaakt op het nalatenschap van de eerste vrije Coronianen door gronden aan deze te onttrekken voor op den duur niet rendabel gebleken doeleinden, nodig herstellende maatregelen uit te voeren
Parwa , mangrove en schelpritsen De ondoordachte aanpak van de kustverdediging heeft sinds de jaren vijftig geleid tot verlies van grote delen van de mangrove- en parwabossen. Bovendien voegt de stijging van zeespiegel een extra dimensie daar aan toe. Daarnaast lijkt het alsof hoe meer de centrale overheid zich van den domme heeft gehouden ten aanzien van het belang van parwa- en mangrovebossen als natuurlijke kustbescherming en de belangrijke economische en ecologische functies van deze bossen, hoe meer bedrijven en personen zich gesterkt hebben gevoeld bij te dragen tot verdere vernietiging van de kusbescherming door ongecontroleerd over te gaan tot het kappen van de parwa en mangrovebomen ten behoeve van onder meer de bouwsector. Hetzelfde geldt met betrekking tot het afgraven van zand- en schelpritsen. De ritsen zijn evenals parwa- en mangrove van nut als natuurlijke zeewering in verband met de stijgende zeespiegel.
De hulpbron mens
De mens is de belangrijkste factor , het belangrijkste middel om te komen tot groei en ontwikkeling. Zonder de hulpbron mens is het onmogelijk om het water weer te doen stromen, de parwa nuttig te doen gebruiken en het polderssysteem optimaal te benutten . Al een paar generaties heeft het gevoerde beleid van de overheid, het moedwillig onthouden van de Coroniaanse mens haar ter beschikking staande natuurlijke hulpbronnen optimaal te benutten, desastreuze gevolgen gehad voor de waardigheid van de Coroniaan.. Het resultaat van dit beleid spreekt voor zich; het ogenschouwelijke gebrek aan collectiviteit, saamhorigheid en eenheid onder de bevolking van Coronie; het onderlinge wantrouwen. Hoewel deze factoren die ontwikkeling in de weg staan gelden voor vrijwel geheel Suriname komt het vanwege de kleinschaligheid van Coronie duidelijker tot uitdrukking en heeft vanwege de sinds de vijftiger jaren kapot geslagen produktiestructuren een groter negatief effect. Wat duidelijk moet zijn is dat wanneer het beleid faalt personen met bijzondere kwaliteiten c.q. ondernemers te faciliteren, en zeker in een kleine gemeenschap als Coronie dat doodzonde is daar ondernemerschap de motor is van de economische ontwikkeling van elke samenleving. Maar wat ook van groot belang is, is de bijdrage van deze factor aan de verhoging van het zelfbewustzijn en het zelfrespect van de Surinaamse samenleving in het algemeen en de zelfstandige Coroniaanse ondernemer in het bijzonder, iets wat wij als land in een periode van crisis hard nodig hebben. Elke oprechte Coroniaan heeft dan ook de plicht om aandacht te blijven vragen voor de gevolgen die het tot nu toe gevoerd overheidsbeleid heeft op de huidige generaties maar heeft vooral ook de verplichting om mede zorg te dragen voor een perspectiefvolle toekomst voor de komende generaties. Daarom moeten zo snel als mogelijk maatregelen worden getroffen om de positieve energie die onze voorouders ons nalieten , een energie die zich soms lijkt te hebben verborgen, zo snel mogelijk weer aan te wakkeren door het uitvoeren van een programma gericht op het verhogen van de mentale kracht van de Coroniaanse mens en de verbondenheid met de grond weer te herstellen. Koronman opo

error: Kopiëren mag niet!