De acties van de personeelsleden van Huize Ashiana, die op 26 maart werden hervat, zijn nog steeds gaande. Hoewel de directeur van de instelling nog geen zicht heeft hoe lang deze zal voortduren, heeft hij begrepen dat de bond vandaag een gesprek zal hebben met de minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting. Afhankelijk van dit gesprek zal bekendgemaakt worden hoe het staat met de voortgang van de acties. De directeur kon vervolgens aangegeven dat de instelling over genoeg vrijwilligers beschikt. “We hebben namelijk mensen uit diverse zorginstellingen met een bepaalde medische achtergrond die de instelling ondersteunen, zodat de zorg gecontinueerd blijft. Natuurlijk doen de vrijwilligers het werk niet zoals de staf- en personeelsleden dat zouden doen, echter is de hulp erg noodzakelijk voor nu.” Deze vrijwilligers bestaan uit studenten van zowel Covab als de SAO. “Voor studenten die stage zouden moeten lopen in bijvoorbeeld mei is afgesproken dit naar april te verschuiven, alleen dat zij ons kunnen helpen en tevens hun stageperiode kunnen doorlopen.” Deze studenten doen hard hun best en dat wordt erg gewaardeerd door de Ashiana-directeur.
Ashiana een grotere uitdaging
Jabini, die op 1 maart 2016 werd ingesteld als directeur, vervult deze functie reeds 2 jaar. Voordien was hij directeur van de Esther Stichting. Jabini geeft aan dat gekeken naar de 2 instellingen het een grotere uitdaging is om Ashiana te runnen. De uitdaging ligt volgens hem in het feit dat het personeelsbestand van Huize Ashiana bijna 2 maal groter is dan bij de Esther Stichting. Bij de Esther Stichting had hij een personeelsbestand van 80, maar bij Ashiana bedraagt dat 293. “Behalve een groot personeelsbestand gaat het ook om de organisatie draaiende te houden in deze moeilijke economische tijd”, zegt hij. Er zijn nog zaken die binnen de instelling aangepakt moeten worden. Er zijn renovatiewerkzaamheden die uitgevoerd moeten worden. Ten aanzien van renovatie van de toilettengroepen is men bezig te praten met de Republic Bank om de gelden te verkrijgen, het mortuarium moet uitgebreid worden en de omrastering moet ook gerenoveerd worden. “We hebben dus nog heel veel te doen en het is bekend dat de seniorenburgers slechts een bijdrage geven en we draaien middels subsidie van de overheid. We proberen echter met stakeholders te werken aan de voorzetting van het welzijn van deze burgers”, aldus Jabini.
NK
