De Japanse overheid zal Suriname goederen ter waarde van 200 miljoen Japanse Yen (US$ 1.8 miljoen) doneren. Het worden goederen ten behoeve van preventie van natuurrampen. Dit is gisteren in een nota van intentie vastgelegd, en werd ondertekend door de minister van Buitenlandse Zaken, Yldiz Pollack-Beighle, en de ambassadeur van Japan in Suriname, Mitsuhiko Okada. Dit is volgens Pollack een tastbaar resultaat van het bezoek van de Japanse minister van Staat van Buitenlandse Zaken, Kentura Senora aan Suriname. Het gaat in deze om 2 commandovoertuigen, 2 ambulances, 1 watertanktruck, 2 hijskranen, 30 tenten, 5 verplaatsbare toiletten, 2 water destillatie/waterzuiveringssets, 5 storages rooms voor rampenapparatuur, 5 noodlampen met generatoren, 2 generatoren, 20 watertanks en 1 dumpingtruck.
Deze lijst van goederen is in nauw contact met het Nationaal Coördinatiecentrum voor Rampenbeheersing (NCCR) opgemaakt en precies afgestemd op de behoefte van Suriname. Er zal nu een aanbestedingsproces in Japan worden opgestart. De financiële middelen blijven op een rekening in Japan staan. Ambassadeur Okada kon meedelen dat het ongeveer 2 tot 3 jaren kan duren alvorens de goederen in Suriname aankomen. Het hangt volgens hem volledig af van wat voor apparatuur Suriname aanvraagt. “Bepaalde apparatuur dient speciaal vervaardigd te worden naar de specifieke behoefte. Wij doen echter ons best om zo spoedig als mogelijk te leveren”, aldus de ambassadeur.
Deze handeling komt niet zonder een zekere mate van wederzijds voordeel voor Japan. Naast de Surinaamse agenda, wordt ook de Japanse gediend. “Wij bieden vaak genoeg ondersteuning aan Japan met betrekking tot kandidaturen. Eén van de kandidaturen is bijvoorbeeld de hosting van de expo in Okada. Dit is één van de concrete verzoeken geweest aan ons. Zo kijkt Suriname naar mogelijkheden waar wij op internationaal niveau kunnen ondersteunen. Als wij ondersteunen, kijken wij naar wat men heeft voor Suriname”, meent de minister.
Als het gaat om economische diplomatie dan kijkt Buza naar de sectoren landbouw, veeteelt, visserij en toerisme. Als Suriname nu iets van Japan vraagt, is dat volgens de bewindsvrouw ook in het kader van diversificatie van de economie. Japan staat volgens de bewindsvrouw niet alleen goed aangeschreven in de visserijsector, maar ook in informatie- en communicatietechnologie. Hier zal er ook ondersteuning van de Japanners worden verzocht.
Suriname krijgt van Japan op gezette tijden, op het gebied van landbouw en visserij de nodige ondersteuning. Surinamers worden volgens de bewindsvrouw ook in de gelegenheid gesteld om verschillende trainingen en beurzen te benutten. Opmerkelijk is dat het onderwijs in Japan door velen beschouwd wordt als de sleutel van economische groei en de politieke stabiliteit. De investeringen in het onderwijssysteem op een nationaal niveau zijn dan ook enorm. De Japanse regering gelooft namelijk dat het onderwijs in de toekomst voor een modernisering zal zorgen en een effectieve arbeidskracht. Kortom de sleutel tot succes. Daarbij moet ook gezegd worden dat het onderwijs iemands sociale status bepaalt in de samenleving en tevens de financiële zekerheid. Dit, in een grote tegenstelling tot andere landen.
Kavish Ganesh
