Economisch perspectief onduidelijk

De Nationale Assemblee is gisteren niet in staat geweest om een overheids- dan wel Surinaams standpunt te presenteren wat betreft het beleid ten aanzien van de vrijheid van meningsuiting. Er is door de fractieleider van de regeringspartij een pleidooi gehouden voor willekeur en discretionaire bevoegdheden van de regering om te beheren en te beschikken in het medialandschap. Er is vanuit een partijpolitiek belang een pleidooi gehouden voor het recht van de sterkste, dat is de macht van de meerderheid in DNA en van de regering. Het is dus duidelijk dat deze regering ervan uitgaat dat de regering bepaalt welke programma’s door de media worden gemaakt en welke niet. Het strafrecht en het burgerlijk recht, een territorium uiteindelijk van de rechter, hoeven er niet aan te pas te komen. Nu een precedent geschapen is, kan de regering naar believen verlangen om elk programma waar elke keer kritiek wordt geuit op de regering, te stoppen. In principe is het niet de regering direct die de programma’s stopt, maar indirect wel. De rancuneuze maatregelen die men in het vooruitzicht stelt maken dat mediabedrijven geen risico nemen. Vergunningen en frequenties kunnen ingetrokken worden, voordat bedrijven het weer verkrijgen via een rechtszaak is er dan een behoorlijke schade reeds aangericht. Wat er in principe in de zaak ‘Zeven Even’ is gebeurd, is dat de minister van communicatie een mediabedrijf heeft geïntimideerd onder bedreiging om de bedrijfsvoering (vergunning) te stoppen en de mediawerkers werkzaam in het bedrijf brodeloos te maken. Het is opgevallen dat deze regering niet veel moeite heeft gedaan de afgelopen periode om ontslagen en verlies van banen te voorkomen. Bedrijven worden maanden- en jarenlang niet betaald voor diensten of goederen die ze op basis van geldige contracten en de juiste comptabele procedures hebben geleverd aan de regering. Deze bedrijven gaan over de kop en zo ontstaat werkloosheid door toedoen van de regering. Het klimaat om zaken te doen is ook steeds moeilijk gemaakt door de regering, omdat de fundamentele voorwaarde van stabiele economische omstandigheden te grabbel is gegooid. Bedrijven kunnen niet uitbreiden, ze moeten steeds inkrimpen. Bovendien willen de bedrijven door de onzekerheid mensen niet in vaste dienst nemen, maar worden allerlei foefjes bedacht zodat mensen niet een direct dienstverband met het bedrijf hebben of zodat mensen een contract voor enkele maanden krijgen aangeboden. Door de grove wijze waarop de communicatieminister met de bedreiging naar een bedrijf/werkgever is omgegaan, toont aan dat de regering niet veel waarde hecht aan de creatie van banen en het behoud van arbeidsplaatsen. Het zou ons niet verbazen als door dit beleid werkende burgers nood gedwongen zijn geweest van de formele sector hun heil te zoek in de informele sector. Daarom is de vraag ook in het parlement gesteld wat er van de belofte van de creatie van 3.000 banen (maar!) is geworden. Dit was door de regering enige jaren terug aangekondigd. Het lukt de regering al enkele jaren niet om investeerders aan te trekken die banen in Suriname kunnen creëren. Omdat Suriname een land is met veel economische potentie, is het uitblijven van investeringen een indicatie dat het klimaat in Suriname niet uitnodigend is voor investeerders. Een groot obstakel zijn de tegenprestaties die personen voor zichzelf door of namens hoge posities bedingen. Een ander obstakel is dat malafide ondernemers die zich genesteld hebben in de politiek, bepaalde investeringen tegenhouden, omdat zij in de betreffende branches onder gunstigere voorwaarden en incentives van de regeringen deze investeringen willen of zouden kunnen plegen. Een grote veroorzaker van werkloosheid blijft de regering die naar willekeur bedrijven betaalt of niet betaalt. Soms worden contracten van ondernemers die een goede job hebben gedaan, niet verlengd, zodat contracten met anderen kunnen worden aangegaan die bevriend zijn met de overheidsopdrachtgevers. Er zijn vragen gesteld gisteren met betrekking tot de investeringen in de landbouw (kokos, cacao) die banen kunnen creëren nu al bijvoorbeeld met de aanmaak van plantjes. Er zijn verschillende investeerders die al jaren ruimte vragen om te investeren, maar die de kans niet krijgen. Binnen de IDCS zijn er spanningen op dit stuk geweest. Dit instituut dat bedoeld was om de investeringen in Suriname te bewerkstelligen, heeft gefaald ondanks er jaarlijks geld op de begroting werd goedgekeurd. Suriname moet de natuurlijke hulpbronnen die er in het land aanwezig zijn niet schuwen of veronachtzamen, maar wel een doel plannen voor de inkomsten die op een hoger niveau zouden kunnen binnenkomen. Opvallend was gisteren dat de coalitie geen afdoend antwoord heeft kunnen geven op de bewering van een oppositielid dat in plaats van een herstel van de commodity prices, juist een terugval komend jaar zit aan te komen. Ze beweerde ook dat er weer een crisis zit aan te komen vergelijkbaar met die van ongeveer 8-9 jaar terug. In principe had de coalitie spontaan met contra-expertise moeten terugslaan om het tegendeel te bewijzen. De voorspellingen van goede tijden door de coalitie zijn dus duidelijk ‘op hoop van zegen’.

error: Kopiëren mag niet!