Het scenario over het lokaal geproduceerd voer

Reeds geruime tijd wordt er op diverse fora gespeculeerd over het kippenvoer dat in Suriname wordt geproduceerd. Onlangs hebben wij uit de media (Dagblad Suriname van 19 augustus 2017) mogen vernemen dat een onderzoek uitgevoerd door de ADEK Universiteit van Suriname zou hebben uitgewezen dat het lokaal geproduceerd voer in kwaliteit lager zou zijn vergeleken met het voer van Nederland (Dommelsche Watermolen).
Hoewel wij niet voornemens zijn de opdrachtgever van dit onderzoek, die zich reeds volstrekt belachelijk heeft gemaakt in deze kwestie, nog meer ruimte te geven om zulks te doen, is het toch onze plicht het een en ander dat krom dreigt te gaan, recht te trekken.
De opdrachtgever van dit zogenaamd voeronderzoek, de heer G. Van den Berg, is intussen bij velen in de gemeenschap bekend. Maar het scenario achter het voeronderzoek is wellicht minder bekend. De Doksenclub heeft haar voer destijds gekocht bij L&B Surimix, echter konden zij op een gegeven moment de rekeningen niet betalen. Over de kwaliteit van het voer was er nimmer een klacht. Het bevreemde ons daarom dat deze heer zich plotseling ervoor beijvert om het lokaal geproduceerd voer in een kwaad daglicht te stellen, totdat zijn scenario ons bekend werd. Als kweker is hij totaal niet van de grond gekomen in Suriname, gezien zijn geringe afzet. Hij probeerde toen voet te krijgen in het Caraibisch gebied. Guyana bleek niet geïnteresseerd en het verhaal van Trinidad krijgt u haast dagelijks voorgeschoteld.
Hij besluit dus dat het interessanter is voer te importeren dan te blijven kweken zonder afzet. Echter is het pas interessant het voer te importeren als deze ook nog tegen 0% invoerrechten het land kunnen binnenkomen.
Hij heeft dus 2 belangrijke taken te verrichten hiervoor:
1. Te laten zien dat het lokaal geproduceerd voer zogenaamd niet voldoet en er dus behoefte is aan een ander soort voer.
2. De relevante ministeries in Suriname ervan te overtuigen dat hij een speciaal voer nodig heeft dat niet door de Caricom geleverd kan worden. Hierdoor krijgt hij de ruimte om dit Europese voer vrij van invoerrechten te importeren.
Met betrekking tot punt 1 heeft hij geprobeerd dit eerst te doen via de APSS door misbruik te maken van zijn positie in die organisatie. De voerbedrijven hebben meerdere vragen gesteld bij de opzet van dit onderzoek welke niet beantwoord konden worden. De APSS kreeg hem al gauw door en werd hij afgezet als directeur. Hij kreeg het voor elkaar om de Adek Universiteit te strikken om dit onderzoek voor hem uit te voeren. Jammer genoeg kende de Adek UvS zijn scenario niet. Met betrekking tot punt 2 heeft hij reeds bakzeil gehaald bij de afgelopen Caricom Coted-meeting van april 2017 en zal hij het opnieuw proberen bij de volgende Coted-meeting van oktober 2017. Maar nu het scenario duidelijk is, moeten wij het toch hebben over het voeronderzoek en de resultaten van Adek.
In ieder geval is voor L&B Surimix niet het juiste voerschema gehanteerd voor dit onderzoek. Kennelijk heeft dat mede invloed gehad op het “succesverhaal” dat de heer Van den Berg presenteert over het voer van Dommelsche Watermolen. In het artikel wordt (bewust) ook niets vermeld over het sterftecijfer van het Nederlands voer.
Het zou op zijn plaats zijn als Adek zou aangeven als zij staat achter de inhoud van het artikel, verschenen in Dagblad Suriname op 19 augustus, temeer daar uit andere kringen is vernomen dat dit niet het geval is. Het lokaal geproduceerd voer heeft een belangrijk voordeel, namelijk het gebruik van breukrijst. Reeds jarenlang zijn de lokale voerbedrijven goede afnemers van de rijstsector. Tenslotte, elke kweker is vrij om zijn voer te betrekken waar hij/zij dat wenst. Indien u geïnteresseerd bent in ons voer, dat volgens de ISO 22000:2005 norm geproduceerd is en wel degelijk voldoet aan internationale standaarden, kunt u contact met ons opnemen op het welbekende adres. Aldus een bericht van L&B Surimix NV.

error: Kopiëren mag niet!