Regeren van kleinschalig Suriname niet complex

Gisteren is in DNA de aftrap gedaan voor de openbare behandeling van de begrotingen van 2017 en het vijfjarige ontwikkelingsplan voor de komende periode. Er was een traditie weer aan het ontstaan om de begrotingen op tijd te behandelen, het is een aantal jaren gelukt. De begrotingen voor 2017 zijn al een tijdje geleden af, maar de behandeling werd verhinderd vanwege een grondwettelijk vereiste dat bij het begin van een ambtstermijn, voor zover er over die periode geen ontwikkelingsplan bestaat, een plan moet worden gepresenteerd. Het heeft enige maanden geduurd voordat een OP kon worden gepresenteerd aan DNA. Door de regering is eerst het Planbureau nieuw leven ingeblazen met een directeur, die eens minister is geweest op een sociale minister, hijzelf is econoom. Internationaal is er vertrouwen voor het werk, dat onder zijn leiding kan worden gedaan. Er zijn een aantal cruciale punten wat betreft het ontwikkelingsplan. In de eerste plaats moet goed duidelijk zijn of Suriname het geschikte kader in voldoende mate in huis heeft om de verschillende sectoren van het sociaaleconomisch beleid op gang te brengen. Als dat kader er niet aanwezig is, moet kader naar binnen worden gehaald. Dat kan op technische ministeries die productie op gang moeten brengen, maar ook op handhavingsministeries zoals bij de politie. De contracten die met deze mensen wordt gesloten, moet transparant zijn. De contracten moeten niet aangewend worden door directies en leidinggevenden die daarover beslissen, om zichzelf te verrijken. Als voorbeeld hoe het niet moet, kan worden aangehaald de contracten die zijn gesloten met consultants in de periode 2010-2015 op de CBvS. Getracht moet worden om met arbeidsovereenkomsten te werken op basis van de Personeelswet of in het kader van samenwerkingsprojecten. Ten tweede moet benadrukt worden dat de problemen in Suriname niet complex zijn, omdat het gaat om een super kleinschalige samenleving. Het aantal burgers is klein, het aantal ondernemers is klein en hetzelfde geldt voor de armen, de mensen met een beperking, de vrouwen, de kinderen, de jongeren, de inheemsen en tribalen, de zieken en de werknemers, de landbouwers, de cambiohouders, de illegale geldwisselaars, de corruptelingen en de criminelen. De academische opleidingen waarmee leiders grote landen met een miljardenbevolking besturen, is gelijkwaardig aan de academische opleiding waarmee onze bestuurders proberen het dorpje Suriname te besturen. Als tweede uitgangspunt moet dus gelden dat het niet complex, juist simpel is om Suriname te besturen. Verder moet het beleid opgedeeld worden in twee duidelijke delen, namelijk het verwerven van inkomens op duurzame wijze door de Staat en het verwerven van sociale voorzieningen en inkomens door een zo groot mogelijk productief deel van de bevolking. De Staat heeft een sociaaleconomisch programma uit te voeren en de burgers willen een gelukkig leven dat een eerlijk verloop moet hebben, gebaseerd op ondernemerschap en/of arbeid. De Staat verwerft inkomsten via heffingen en belastingen. Deze komen voor een deel van de loontrekkers, die in de informele sector dragen niet bij, maar maken oneerlijk gebruik van de voorzieningen van Sociale Zaken. De bijdragen aan bijvoorbeeld ziektefondsen kan iets hoger in hogere loongroepen. De ondernemers ontlopen een groot deel van de belastingen door innovatieve boekhouding tot het ontlopen van invoerheffingen vanwege corruptie en fraude. Er zijn vormen van belastingen met belachelijke en beschamende bedragen, zoals te betalen canon voor het recht op grondhuur. De verschuiving van direct naar indirect waardoor de smalle schouders meer worden ontzien, is al 20 jaar op de agenda en op gegeven moment nijpend door de IMF-deal, met een hete adem van het IMF in de nek, maar dan nog kwam de wet BTW niet van de grond. Er zijn een heleboel heffingen die wel zijn gelist maar die niet up-to-date zijn. Er moet een commissie bij de betreffende ministeries worden ingesteld, die effectieve en gerichte consultaties houdt met de stakeholders en de wetsvoorstellen voor de verscherpte en nieuwe heffingen en belastingen opmaakt en aan de raad van ministers voorlegt. De productieministeries LVV, HIT en NH moeten streefdata aangeven hoeveel men zal bijdragen aan het bbp na enkele concrete programma’s te hebben uitgevoerd en bedrijven te hebben opgericht. Ook moet een streefcijfer worden gepresenteerd voor onze plek op de ease of ‘doing business’ lijst. Het plan moet ook aangeven hoeveel banen in de komende periode zal worden gecreëerd. Aan de andere kant hebben we de sociale sector met betaalbaar en gratis universeel onderwijs voor de basisschool die moet gaan van 12 jaar tot jet 16de levensjaar. Verder moet duidelijk een programma zijn voor ‘health for all’ en compensaties voor mensen met een beperking, noodgedwongen werklozen, zieken, arbeidsongeschikten, zwangere vrouwen en ouderen en pensioen voor de gepensioneerden. Dit alles is zeker haalbaar en voor onze kleine samenleving is het risico om de totale samenleving tevreden te houden groter dan in kleine samenlevingen.

error: Kopiëren mag niet!