Rouwdag en het onzichtbaar maken 8 december

Door de regering is de dag van vandaag uitgeroepen tot dag van nationale rouw. Rouw veronderstelt een bepaalde collectieve of individuele gemoedstoestand rond een of meerdere verlies van levens. Rouw is een emotionele reactie als gevolg van een verlies, in het bijzonder het verlies van een naaste. Normaal gesproken zal de intensiteit van de reactie in de loop van de tijd afnemen, de rouw kan echter zo heftig zijn, dat de levenslust verloren gaat. Er zijn op 8 december 1982, als reactie op wellicht maatregelen om een tegencoup te plegen, 15 burgers opgepakt en in weerloze toestand vermoord. Wie deze moorden heeft gepleegd, is zogenaamd iedereen vergeten. Het ging om politieke tegenstanders en soms om personen die gewoon hun werk goed deden. Het gaat om hoogleraren, advocaten, journalisten, ondernemers en militairen. De politieke verantwoordelijken hebben in het recente verleden op het punt gestaan om in het openbaar en ietwat officieel politieke verantwoordelijkheid op te eisen en spijt te betuigen. Deze openheid en kwetsbare opstelling viel niet in goede aarde bij de politieke opposanten, vandaar dat ze er alles aan hebben gedaan om een onopgelost 8 december – als een politiek instrument – in stand te houden. De roep om de moord met voorbedachten rade, zonder dat er sprake was van een spontane oorlogssituatie of zelfverdedigingssituatie, te berechten is er altijd geweest, eerst zonder een actieve rol van de familieleden van de nabestaanden, daarna met hun actieve betrokkenheid die tot nu toe duurt. De vijandigheid tegenover de ‘nabestaanden’ is toegenomen. Er is een sluwe mediacampagne bedacht om van de slachtoffers van een geplande liquidatie op basis van een ‘lijst’, de ‘bad guys’ en criminelen te maken. Daarbij heeft men een nabestaande zover kunnen krijgen dat hij een groot instrument is geworden in het criminaliseren van de vermoorde 15 burgers, inclusief zijn broer. Deze Nederlander is wellicht de nabestaande die het meest heeft geleden van de moord op zijn briljante broer. De liefde voor zijn vermoorde broer heeft een ondraaglijke pijn veroorzaakt, er is een haat ingetreden tegen deze pijn en alles wat de pijn veroorzaakt. Een dode elimineren – die de oorzaak van pijn is – gaat gemakkelijker dan levenden die tot de politieke elite behoren en onaantastbaar zijn. De liefde voor zijn broer is omgeslagen in haat, de haat voor de daders is omgeslagen in liefde. De situatie van leed van deze nabestaande is 180 graden omgeslagen, hij is niet meer hulpeloos, maar hij is in de drivers seat. Hij is niet passief, maar actief, hij is nu geen slachtoffer maar eindelijk een ‘dader’. Rouw wordt in zekere zin collectief ervaren, maar is tot op zekere hoogte ook een individueel proces. De regering heeft de dag van nationale rouw afgekondigd, maar niet verklaard om welk verlies het gaat en hoe de regering zich bij dat verlies voelt. Is er sprake van berouw en spijt? In het 8 decemberstrafproces is de fase aangebroken dat de strafeis moet worden gedaan. Het is algemeen gangbaar dat bij een spijtbetuiging, de rechter de strafmaat verlaagt. Er is een klacht vanuit de gedesoriënteerde nabestaande dat zijn familie en de andere families van de nabestaanden in principe overdrijven en doen alsof allee hun familie moord is overkomen. Waarom wordt er overdreven met rouw en herdenkingen op 8 december, er zijn toch ook anderen vermoord en gedood? Waarom rouwen jullie individueel, waarom nemen jullie niet iedereen in Suriname of in de wereld mee die iemand heeft verloren? Dat lijken te vragen te zijn die ten grondslag ligt aan het verhaal van de nationale dag van de rouw, waarvan de grondlegger een nabestaande is, die geen nabestaande wil zijn. Voor daders is het van belang als slachtoffers niet zichtbaar zijn. Slachtoffers zijn een nummer en onzichtbaar als ze in een grote groep worden ingebed. Dat is de strategie van de dag van de nationale rouw, het gooien van de 15 8 decemberslachtoffers in een grotere hoop van slachtoffers die zijn gevallen in een oorlogssituatie. Slachtoffers van een liquidatie die plaatsvond buiten oorlog zijn nu gemengd in een grotere groep van slachtoffers uit een oorlogssituatie. Wat de ouptut zal zijn van de nationale dag van de rouw is een vraag. Wie heeft om deze dag gevraagd? Niet de 8 december nabestaanden, niet de nabestaanden van de burgerslachtoffers tijdens de binnenlandse oorlog, evenmin de familieleden van de militairen die in de vuile oorlog hun zonen verloren. Er zijn veel militairen en burgers verdwenen en omgebracht in de militaire periode, het verlies van deze levens wordt toegeschreven aan de militaire machthebbers. De 8 decembermoorden zijn gepleegd door militairen, de burgerdoden en gevallenen in de uitoefening van hun dienst bij 25 februari 1980 en de burgerdoden bij de binnenlandse oorlog worden toegeschreven aan de militairen. De militairen die zijn omgekomen kwamen om vanwege dictatuur die altijd verzet brengt. Voor een deel zijn de doden te wijten aan de Nationale Bevrijdingsraad die de binnenlandse oorlog financierde en initieerde. Tot de grootste daders behoren de militaire machthebbers en de militairen. De initiatiefnemers zijn afkomstig en gerelateerd aan deze daders. De dag van de rouw is daarom een vreemd fenomeen, maar niet zonder wetenschappelijke waarde. Hopelijk zijn er geen schaarse middelen aan deze dag die nep en onecht aandoet.

error: Kopiëren mag niet!