Hervatting schelpafgravingen te Braamspunt ten nadele van gemeenschap

In juni 2016 schreef ik een ingezonden stuk over de schelpafgravingen te Braamspunt aan zee in meerdere kranten, onder de kop “Stopzetting schelpafgravingen Braamspunt, technisch correct, timing incorrect”. Ik ondersteunde daarin het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen met zijn besluit, maar vond de timing op zo een korte termijn niet optimaal. Nu in februari 2017, acht maanden later, wordt Suriname geconfronteerd met de door de regering toegestane hervatting van de afgravingen.
Ik steunde de stopzetting, omdat wij in Suriname veel afslag van kustgebieden hebben. De aandacht wordt daarbij het meest gegeven aan kustgebieden die bewoond zijn, maar ook de nog niet bewoonde gebieden verdienen daarbij onze aandacht, omdat de afslag zich zal uitbreiden naar onbeschermde bewoonde gebieden. Braamspunt beïnvloedt de golven die richting Groot Paramaribo Noord gaan, en daarmee de kracht van het water die de oorzaak is van de afslag en soms de wederopbouw elders. Een hoge overheidsfunctionaris gaf aan dat het besluit tot hervatting van de afgravingen mede gegeven was door de grote hoeveelheid schelpen die er in de periode van stopzetting aangespoeld was. Indien deze massa eventueel de monding van de rivier zou blokkeren gaf ik er mijn instemming voor. Indien het slechts gaat “to make new money” kan Suriname als geheel geen steun eraan geven, ook niet voor gratis schelpen voor de overheid als pressiemiddel. In mijn artikel van juni 2016 gaf ik reeds aan de timing van de stopzetting niet goed te vinden. De ondernemers hadden ook geïnvesteerd en hadden personeel in dienst. Ze hadden enige tijd nodig om het bedrijf aan te passen. Er zou naar alternatieven gezocht moeten worden, en ik zag voor een deel van de toepassingen van de schelpen, die gevonden worden net boven, of net onder het niveau van de zee, als alternatief, de savannezanden, die altijd betrekkelijk ver boven zeeniveau gevonden worden. Dat dat voorstel mede zou leiden tot de huidige problemen op mijn savannezand concessie met grondspeculanten, is nationaal bekeken slechts een side line.
De zanden en schelpen voor de Surinaamse kust zijn voor een betrekkelijk klein deel afkomstig uit Suriname. Voor het transport van zand is er een bepaalde watersnelheid nodig, dus door rivieren uit of nabij bergen. De Surinaamse bergen eindigen aan de Corantijn in het westen op 140 kilometer van de zee, waardoor de rivier benedenstrooms onvoldoende energie heeft om het toch wel zware zand over die afstand tot naar zee te brengen. De bergen eindigen aan de Surinamerivier op 75 kilometer van de zee en aan de Marowijne op slechts 40 kilometer. In Frans Guyana eindigen meerdere bergen op nul kilometer van de zee, dus in zee, met als bekendste locaties het historische en echt bestaande Duivelseiland, en de ondergrond van de raketbasis van Kourou. De meeste rivieren kunnen daar rechtsreeks hun zand in zee dumpen en het zeewater neemt het naar Suriname, Galibi, samen met de vele schelpen die verder van de kusten van Suriname en Frans Guyana in zee voorkomen. Het kan zinvol zijn te vermelden dat de zee voor de kust van Suriname en Frans Guyana betrekkelijk ondiep is met slechts een diepte van 50m op 100 km van de kust. De zanden uit zee worden naar de kust gevoerd door het water dat door de wind tot golven wordt opgestuwd. Onder normale omstandigheden is de toename van materiaal ruim, maar dat wordt in de breedte verspreid. Bij hoge winden dus hoge golven wordt het materiaal zowel dieper uitgegraven als hoger opgestapeld. Het zijn deze incidenteel ontstane en onregelmatig verhoogde strandwallen uit de regulier aangevoerde zanden, die delen van onze kust zullen beschermen tegen overstromingen en tegen de langzaam oprukkende zeespiegelrijzing. De paar gaten in deze wallen zullen wij als bewoners zelf moeten dichten of reguleren. Afgraven van deze zanden ten voordele van een enkele burger of ondernemer, maar ten nadele van de totale gemeenschap, mag niet geaccepteerd worden. Het afgraven van schelpen op land zal onder streng toezicht kunnen gebeuren, maar hervatting van afgravingen in zee is nationaal en internationaal uit den boze.
Het viel mij enkele maanden geleden al op, dat ondernemers die gelden moeten ontvangen van de overheid, zich veel konden permitteren, door de gemeenschap en individuele burgers te benadelen, zonder dat zij werden teruggefloten. Het kan zijn dat de overheid hen niet wil aanspreken, omdat zij die gelegenheden zouden aangrijpen om de overheid rechtsreeks over hun grote betalingsachterstanden aan te spreken, of dat zij over voldoende smeergelden beschikken om hun daden, via contacten op een ander niveau, te camoufleren. Dit zou niet mogen. In juni 2016 schreef ik over de stopzetting van de afgraving van schelpen in zee in de trend van: “Just do it”. In februari 2017 schrijf ik na de hervatting daarvan: “Please, stop it, please”.
Drs. Eddy Monsels

error: Kopiëren mag niet!