Fout uitgangspunt Minamata-kwikverdrag en invoering maatregelen

Het Minamata Verdrag inzake Kwik (Minamata Convention on Mercury) is door de VN aangenomen dat als doel heeft het beschermen van de menselijke gezondheid en het milieu tegen schadelijk uitstoot van kwik en kwikverbindingen. Suriname/Nimos hanteert het foute standpunt dat het verdrag eerst geratificeerd moet zijn, voordat wetgeving en andere maatregelen tot stand komen. Dat is meestal een teken van ambtelijke luiheid. 128 landen hebben het verdrag ondertekend, Suriname niet. Van deze 128 hebben maar 38 landen het verdrag geratificeerd of verklaringen daaromtrent gedaan, dus formeel verklaard dat ze de verplichtingen uit het verdrag zullen/willen naleven en daarover internationale controle vanuit de VN accepteren. Suriname behoort niet tot die 38 landen. Kwik is een groot probleem in Suriname, het bedreigt een deel van de Surinaamse bevolking van uitsterving. De kleinschalige goudwinning heeft eerst de Inheemsen bedreigd en nu ook de Marrongemeenschappen. Aan de kleinschalige goudwinning doen veel Marrons en ook stedelingen mee. Daardoor vernietigen ze hun eigen leefmilieu en zullen ze straks de oorzaak zijn van het uitsterven van de Inheemsen en ook hun eigen broeders. Over kwikgebruik is er een zeer milde houding in Suriname. Exponenten uit de Surinaamse politiek hebben baat bij voortdurend gebruik van kwik bij goudwinning. Alle lijnen hoe kwik naar binnen komt en hoe het wordt gedistribueerd, zijn bekend, maar er is geen voornemen om het aan te pakken. Formeel zou de import van kwik verboden zijn, maar er is een grote drempel om duidelijke regels te maken en deze na te leven. Het Minamata-verdrag heeft voor een deel betrekking op bewustwording en voorlichting, maar niemand voelt zich verantwoordelijk om zich daarop toe te leggen. Nimos is een orgaan dat de durf niet heeft om te voldoen aan haar statutaire taken. Dit orgaan loopt aan de leiband van de regering. Het Nimos is het rubberstempel-orgaan van de regering om een ‘milieulicentie’ te verlenen aan projecten. Dit milieuorgaan heeft heel veel slecht nieuws waarover het opeenvolgende regeringen had moeten waarschuwen, maar houdt het nieuws voor zich. Men is bang om als de boodschapper van slecht nieuws te worden afgemaakt. Deze bureaucratische houding past niet bij een milieuorgaan, waar het gaat om leven en dood. Het Nimos is vooralsnog een theoretische organisatie gebleven die een taal praat welke door een groot deel van de bevolking niet wordt begrepen. Een belangrijk deel van die taal is Engels en een deel betreft wetenschappelijke termen die men kennelijk graag zo houdt. De vraag rijst wel wat de impact en de meerwaarde van een Nimos is de afgelopen jaren sinds haar oprichting. Nimos is geen leider maar een volger geweest van de politiek. Het lijkt dat haar grootste doel tot nu toe is geweest het voortzetten van het bestaan van de organisatie. Het orgaan is betrokken in een aantal internationale projecten, waarvan niet duidelijk is wat Suriname eraan heeft. De voorzichtigheid van Nimos, al jarenlang, is fataal voor Suriname. Nimos houdt rekening met de verwevenheid van politieke en kwikbelangen en doet daarom concessies. Een voorbeeld is de uitdrukking van waarom het Minamata-verdrag relevant is voor Suriname: het heeft te maken met ‘uitdagingen bij het geleidelijk uitfaseren van het gebruik van kwik’. Nimos wil dus dat het duidelijk is dat ze geen drastische maatregelen wil. Uit het verdrag blijkt echter niet dat de landen per se ‘geleidelijk’ moeten ‘uitfaseren’. Dat is een dubbele vertraging. Het verdrag praat over reduceren en elimineren. Nimos heeft een advies uit augustus 2014 waarin het voorzichtig haar visie over Minamata heeft vastgelegd, maar het is alleen theorie. Terwijl mensenlevens in gevaar zijn en zelfs het vis dat geconsumeerd wordt door grote delen van de bevolking, in gevaar is, blijft het alleen bij theorie. Op het vlak van de bewustwording richting parlement en regering maakt Nimos een zeer zwakke indruk. De organisatie verschuilt zich achter gebrekkige ‘zicht op de goudwinningssector, en met name op de illegale activiteiten in de kleinschalige goudwinning’ door ‘een gebrek aan menskracht en financiële middelen’. Verder is het een verkeerd standpunt van Nimos dat pas nadat het Minamata-verdrag is geratificeerd, maatregelen in Suriname tot stand kunnen komen waaronder de wetgeving. Dat is helemaal niet waar; Suriname hoeft niet te wachten op ratificatie van het Minamata-verdrag voordat wij wetten kunnen maken en andere maatregelen kunnen treffen. Er zijn tientallen voorbeelden in de wereld die nu al gebruikt kunnen worden om wetgeving en matregelen te ontwerpen en uit te voeren. Ook de normen uit het Minamata-verdrag kan nu al gebruikt worden om maatregelen en wetten te ontwerpen. Het standpunt van het Nimos dient een politiek belang: het is om tijd te winnen in het belang van mensen die belangen hebben bij kwikgebruik. Het uitgangspunt van wachten en uitstellen en zich focussen op de beperkingen, en niet de mogelijkheden, zijn tekenen van een zwakke organisatie met een drempelvrees. Het Minamata-verdrag moet geratificeerd worden, maar in de tussentijd moet/kan wetgeving al zijn aangenomen. Het verdrag reguleert o.a. het winnen van kwik en de handel daarin, het gebruik van kwik in producten en productieprocessen, maatregelen die getroffen moeten worden ter vermindering van de uitstoot van kwik in de kleinschalige goudmijnbouw, maatregelen voor het verminderen van emissies van productieprocessen, opslag en het behandelen van afval dat kwik bevat en het beheer van verontreinigde gebieden. Verder zijn er voorzieningen voor financiële en technische ondersteuning en educatie in ruime zin inclusief onderzoek. Opvallend is dat Nimos de vergiftiging van gemeenschappen, angstvallig onbesproken laat in haar advies. Terwijl het gras groeit, sterft het paard.

error: Kopiëren mag niet!