Jogi: ‘Suriname binnen Caricom gezien als dumpland’

Binnen Caricom wordt Suriname gezien als dumpland. Tot deze conclusie komt assembleelid Mahinder Jogi (VHP). “Een ieder mag zijn of haar spullen hier komen verkopen, terwijl Suriname niets in het buitenland mag gaan verkopen. Wij hebben gekozen voor Caricom, omdat wij gekozen hebben voor een grotere markt. Wij hebben gekozen voor het Surinaams belang, omdat wij toegang zouden hebben om onze spullen af te zetten”, zei Jogi dinsdag tijdens de openbare commissievergadering in De Nationale Assemblee (DNA). Op de agenda stond de ontwerpwet houdende regels betreffende de officiële controles van vlees, overige dierlijke producten en producten van dierlijke origine. Jogi vindt dat de import van kip in het land aan banden gelegd moet worden door de importheffing te verhogen. Hierdoor kan de ontwikkeling van de lokale kipsector gestimuleerd worden. De parlementariër vergeleek de situatie met Guyana en Trinidad en Tobago, die grote ontwikkelingen hebben meegemaakt in de pluimveesector door het invoeren van dergelijke maatregelen. Zo worden 212.000 kippen in Guyana op weekbasis door producenten ingezet. Dit is dankzij de verhoging van die heffing. “Wanneer 1 of 2 mensen kip importeren, dan worden slechts 1 of 2 mensen rijk. Met grootschalige kweek hebben meerdere mensen voordelen”, aldus Jogi. Hij stelde voor dat LVV een voorbeeld neemt aan de regio en nagaat wat de exacte behoefte is aan kip in Suriname, wat de kweekcapaciteit is en hoeveel er momenteel wordt geïmporteerd. “Wij moeten niet angstig zijn om die heffing door te voeren”, aldus de parlementariër.
Overgangsbepaling voor bedrijven opnemen
Jogi vindt dat de aanname van de wet niet ervoor moet zorgen dat bestaande bedrijven, die nog niet voldoen aan de vereisten van de wet, over de kop gaan. Volgens de parlementariër zal de pluimveesector in het land zondermeer geraakt worden met de aanname van deze wet. Tijdens de openbare commissievergadering stelde de parlementariër voor een overgangsbepaling van drie jaren op te nemen, zodat een ieder zich hierop goed kan voorbereiden. In de ontwerpwet zijn verschillende inspecties, bestaande uit audits van vereiste technische en hygiënische voorschriften, opgenomen. Een van deze is de Hazard Analysis and Critical Control Points (HACCP)-certificering. Naast het feit dat voedselveiligheid hoog op de agenda moet worden gehouden, moet volgens hem geen situatie worden gecreëerd dat Surinaamse bedrijven over de kop gaan. Hierdoor is het voor hem belangrijk te weten hoeveel bedrijven in Suriname momenteel wel beschikken over deze HACCP-certificering. “Kunnen zij na de aanname van deze wet meegaan in de race? Zijn zij na de aanname van deze wet in staat deze standaarden te halen?”, vroeg de VHP’er. Hij stelt voor dat de regering mogelijkheden zoekt om vooral de kleine bedrijven bij de overleving te helpen.
Hoe gaat LVV inspecteren?
Jogi vraagt zich af of het ministerie van Landbouw, Visserij en Veeteelt (LVV) wel uitgerust is om de toets te kunnen ondergaan van wat deze wet vraagt. “Is het ministerie uitgerust met mankracht, kennis? Hoe zit het met het disease monitoring systeem van LVV? Werkt het systeem al? Wat zal geïnspecteerd worden? Hoe zal de inspectie plaatsvinden? Waarmee zal men inspecteren?”, stelde de politicus. Jogi benadrukte dat het niet juist is wanneer de overheid anderen vraagt om aan bepaalde eisen te voldoen, terwijl zij dat zelf niet kan doen.
FR

error: Kopiëren mag niet!