Peneux: “Herwaarderingsprogramma geen aangelegenheid vakbond”

Het herwaarderingsprogramma waar de stakende leerkrachten al dagen flink over praten, is volgens Onderwijsminister Robert Peneux een aangelegenheid van de regering. Het is niet een aangelegenheid van de vakbond. “Wanneer het komt op het aanstellen van het nieuwe onderwijssysteem, dan bepaalt de overheid dat. Niet de BvL bepaalt wie in welke bevoegdheidsgraad komt. Wanneer wij deze transformatie van functies naar bevoegdheden inzetten, is dat een regeringsaangelegenheid. Daar is er een stukje verwarring tussen BvL en de regering”, verduidelijkt de minister. De regering, de Bond van Leraren (BvL) en Federatie van Organisaties van Leerkrachten in Suriname (Fols) hebben op 17 en 21 oktober 2016 een herwaarderingsovereenkomst getekend.
Daarbij hebben de regering enerzijds en de BvL en Fols anderzijds verklaard dat op 29 september 2016 een aantal zaken te zijn overeengekomen. De afspraken begonnen met de resterende heffingskorting van SRD 75 per maand als een onbelaste toelage over de periode 1 februari 2016 en 1 mei 2016, die verspreid over de maanden oktober 2016, november 2016 en december 2016 zou worden uitbetaald
De tijdelijke verhoging van het besteedbaar inkomen van de onderwijsgevenden in Suriname over de periode augustus-september 2016 werd bepaald op SRD 300 per maand. De uitbetaling hierover zou geschieden, als onderdeel van het herwaarderingsprogramma onderwijsgevenden, in de maanden oktober-november 2016. Aan alle onderwijsgevenden zou over de maand december 2016, indien het herwaarderingsprogramma voor onderwijsgevenden in Suriname nog niet (volledig) was geïmplementeerd, een bedrag van SRD 300 worden uitgekeerd.
Artikel 4 van de overeenkomst spreekt volgens Peneux boekdelen. In dit artikel werd concreet overeengekomen dat de regering enerzijds en de BvL en de Fols anderzijds alles in het werk zouden stellen om de volledige implementatie van het herwaarderingsprogramma op 1 januari 2017 een feit te doen zijn.
Peneux legt hierbij de nadruk op ‘alles in het werk stellen’. “Deze overeenkomst schrijft niet een artikel voor: Het zal direct geschieden. Wanneer wij 78 functies van leerkrachten en 8 functies van leidinggevenden hebben gegroepeerd in 4 bevoegdheden, dan moet ik als minister ervoor zorg dragen dat alle informatie moet komen van de bijzondere scholen. Meneer Valies is op de hoogte geweest van alles. Hij weet precies waar de problemen waren”, stelt Peneux, aangevende, nog steeds geen grond te zien voor de actie van de Alliantie van Leerkrachten in Suriname(ALS) en de BvL. Verder is deze overeenkomst aangegaan tussen drie partijen. De Alliantie van Leerkrachten in Suriname (ALS) hoort er dus niet bij. “In deze overeenkomst is op geen enkele wijze ALS betrokken, waarbij meneer Valies zegt dat het een strijd is van ALS en BVL”, meent Peneux. Waarom de ALS in staking is, ziet de minister dus ook niet in.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!