Onderwijsbeleid verraadt oprechtheid

Er is de laatste tijd veel van doen geweest rond het onderwijsgebeuren in Suriname. Recent heeft het ministerie van Onderwijs ons doen geloven dat het niet erg is als ouders een bedrag betalen voor het onderwijs dat hun kinderen genieten. De minister heeft los vast een opvatting geponeerd, wetende dat de burgerij voor een deel niet weet welke verplichtingen de Staat behoort te hebben wat betreft het funderend en basisonderwijs. We hebben toen aangegeven dat volgens de internationale verdragen de regering ervoor moet zorgen dat er vrij basisonderwijs wordt verzorgd en dat het volgen van dat onderwijs geen vrijwilligheid is maar verplicht moet zijn. Onderwijs moet toegankelijk zijn en aangeboden worden over het hele territorium van Suriname. Het is voor Suriname al lang bekend dat binnenlandse kinderen in Suriname gediscrimineerd worden en dat ze geen adequaat onderwijs kunnen genieten. Daardoor is er geen garantie voor het ontwikkelen van het binnenland van Suriname. Suriname zit nu in een periode waar men de economie wil hervormen, daarvoor is onderwijs heel belangrijk. Onderwijs is een basisvoorwaarde voor Suriname om het land te ontwikkelen en weerbaar te maken. Ettelijke keren hebben we gesteld dat de Surinaamse beroepsbevolking niet adequaat geschoold is om de economische ontwikkeling van Suriname ter hand te nemen. Meer mensen moeten meer opleidingen afmaken en deze opleidingen moeten aan de gewenste standaarden voldoen en aan de behoeften van de economie. De vakantie is aanstaande en de volgende inschrijfperiode is over 1 maand. Nu krijgen ouders en verzorgers te horen dat ze het afgeschafte inschrijfgeld (verhoogd) nu wel moeten betalen. Ouders hebben dus de ruimte niet gehad om te sparen naar de inschrijvingen die al voor de deur zijn. In de afgelopen weken hebben ouders ook te maken gehad met verhoogde energie- en watertarieven. Schoolspullen hebben de ouders altijd al voor de kinderen moeten kopen. De minister van Onderwijs heeft geen begrip getoond voor de situatie van de ouders en ook heeft hij zich geen goed bestuurder getoond door 5 voor 12 deze inschrijfgelden kenbaar te maken. Er zijn veel ouders waarvan meerdere kinderen op verschillende niveaus onderwijs volgen. Het wordt zwaar voor deze ouders. Er wordt een mogelijkheid geboden om in 3 termijnen te betalen in afstemming met de school, maar deze termijn moeten goed uitgesmeerd worden over een langere periode. Hier en daar zijn de bedragen hoog zoals die van de universiteit. We hebben meer burgers in het land nodig die de juiste geaccrediteerde opleidingen op de universiteit volgen en deze afronden. We denken dan met name aan de technologische studies waarmee de productie kan worden gestimuleerd. Er zijn ouders die niet tot de middenklasse behoren, maar van wie meerdere kinderen op de universiteit zitten. We hebben van de huidige regering nooit gehoord wat voor beeld ze graag heeft van gezinnen en met name opgroeiende kinderen. Zo hebben we bijvoorbeeld niet herhaaldelijk een oproep aan ouders en verzorgers gehoord dat ze hun kinderen zo lang mogelijk onderwijs moeten laten genieten. We hebben nooit een herhaalde oproep gehoord aan de kinderen dat ze zo lang mogelijk moeten studeren in de verschillende richtingen en dat ze hun school moeten afmaken en niet moeten afhaken. Dat betekent dat de regering niet echt een visie heeft om het land te ontwikkelen. Een economie kan nu niet meer gedraaid worden op slavenarbeid en laagopgeleide werkkrachten. Elke economische planning waarin geen garanties is voor het verbreden van de kennisbasis van de bevolking is niet oprecht en voor de vorm. Terecht stellen de BvL) en de ALS dat in het Stabiliteits – en Herstelprogramma onderwijs weinig aandacht heeft gekregen. Alhoewel onderwijs op lange termijn en middellange termijn vruchten afwerpt, moet nu het begin worden gemaakt en het zaad worden gezaaid. De organisaties hekelen terecht de maatregelen die de kosten van onderwijs verhogen in de vorm van inschrijfgeld, collegegeld en ouderbijdrage. Terecht is de kritiek dat de regering geen rekening houdt dat het huishoudbudget door de devaluatie van de SRD en prijsverhoging van de nutstarieven al onder druk staat. De bijdrage die gevraagd wordt, moet draaglijk zijn en dat hangt helemaal van de samenstelling van de gezinnen. Het kan nooit zo zijn dat de regering grote gezinnen straft. Het is gepast dat de vakorganisatie de vrees uit dat de verhoogde kosten ervoor zullen zorgen dat het aantal vroege schoolverlaters zal toenemen. De regering praat er nooit over, maar men moet beseffen dat een heleboel tieners, vooral onder de groepen die van het binnenland zijn verhuisd naar het stedelijk gebied, nagenoeg voor de volle 100% hun eigen studie financieren. Na school rent men naar bouwplaatsen en andere werkplaatsen om een zakcentje te verdienen. Onderwijs moet eens onderzoeken hoe groep deze jongeren is die zelf hun onderwijs betalen en dan zal het ministerie over de cijfers in Wanica en Paramaribo Zuid schrikken. Deze jongeren tonen dat ze graag willen studeren en willen meewerken aan het opbouwen van hun land. De regering is verplicht om rekening te houden met deze jongeren. Nu de kosten verhoogd worden, kan het zijn dat deze tieners uit het onderwijssysteem zullen vallen. Deze regering moet dat niet op haar geweten dragen.

error: Kopiëren mag niet!