Constitutioneel Hof nu weer op agenda

Het uitblijven van het Constitutioneel Hof heeft recent in het 8 decemberstrafproces voor een interessante ontwikkeling gezorgd. De Krijgsraad had eerder beslist dat de raad zou wachten op een beluit van het Constitutioneel Hof (CH) hoe hij moet handelen in de aanhangige zaak in het kader van de uitbreiding van de Amnestiewet. In de uitbreiding van de Amnestiewet was ook direct aangenomen dat per direct na de afkondiging van de Amnestiewet, een waarheids- en verzoeningscommissie zou worden geïnstalleerd, die zou gaan over de periode 1980 tot en met 1985, waaronder ook 8 december 1982. De wet werd in april 2012 afgekondigd, maar de commissie is nooit benoemd. Toen de rechter de 8 decemberzaak als het ware parkeerde in afwachting van een uitspraak van het nog in te stellen CH, werd uitgekeken naar de instelling van dit rechterlijk orgaan. Er zijn in verschillende instanties een wetsvoorstel ter instelling van het CH aan het parlement voorgelegd, maar tot een echte behandeling is het niet gekomen, laat staan een aanname. De Krijgsraad was op gegeven moment het wachten op het CH beu en oordeelde zelf over de uitbreiding van de Amnestiewet in relatie tot de voortzetting van het 8 decemberstrafproces. De Krijgsraad legde daarbij eerdere scrupules opzij en besloot om door te gaan met de vervolging van de vermeende daders. Vanaf het wederom opstarten van het 8 decemberstrafproces enkele weken terug zijn er verschillende zeer opmerkelijke uitspraken gedaan over de rechterlijke macht en bijvoorbeeld het buitenland. Dezelfde minister van Juspol die na een valpartij in het UPR mensenrechtenproces in Geneva, in Nederland landt om daar met Hollandse rechterlijke instituten te praten over justitiële en rechterlijke ondersteuning, beschuldigt Nederland nu voor het destabiliseren van de situatie in Suriname. Nederland heeft op deze aantijgingen gedaan op 29 juni 2016 door de Juspol-minister niet gereageerd.
Waarom, is onduidelijk. Het uitblijven van het CH heeft geleid tot het laatste besluit van de Krijgsraad en uiteindelijk heeft de regering gebruik gemaakt van artikel 148 van de grondwet. Er is een opdracht gegeven aan de pg en zijn onderdanen om te staken met het 8 decemberstrafproces, dus om de zaak te sluiten voor eens en altijd. Terwijl er afgewacht wordt hoe de rechters op deze ontwikkeling zullen reageren, wordt een verhoogde frequentie de wet tot instelling van de CH op de agenda van de DNA geplaatst. Het grootste bezwaar tegen de huidige voorstellen is dat het CH puur voor politieke doeleinden kan worden misbruikt door elke toevallige coalitie die op het betreffende moment aanzit. Het CH toetst in eerste instantie het – op verzoek van minimaal 7 DNA-leden, een gewone meerderheid van andere volksvertegenwoordigend orgaan, politieke organisaties of mensenrechtenorganisaties – of wetten in overeenstemming zijn met de grondwet en verdragen. Het CH beoordeelt daarnaast – na een verzoek van belanghebbenden – ook of schriftelijk vastgelegde bestuursbesluiten (resoluties, ministeriele en andere beschikkingen, presidentiële besluiten) in lijn zijn met de grondrechten genoemd in hoofdstuk V van de grondwet. De president of namens hem een minister kan het CH verzoeken tot beide soorten toetsingen: van wetten en van bestuursbesluiten. Bij strijdigheid met de Grondwet of een verdrag, wordt de betreffende wet of gedeelte daarvan dan wel het bestuursbesluit door het Hof onverbindend verklaard. Het weinige wat wij hebben en wat wij maken aan wetten in formele zin loopt nu nog eens het risico om door een Constitutioneel Hof (CH) onverbindend te worden verklaard. Ook is er de mogelijkheid voor het CH om, op verzoek van benadeelde burgers en rechtspersonen, bestuursbesluiten te toetsen aan de grondwet en de verdragen. Bij deze bestuursbesluiten gaat het om beschikkingen, resoluties en presidentiële besluiten. Dat betekent dus dat beschikkingen van alle ministeries door het CH kunnen worden getoetst en ook onverbindend worden verklaard.
De leden van het CH worden benoemd door de president op voordracht van de DNA voor 5 jaren. Het risico ontstaat dat het CH een politiek orgaan wordt, dat nota bene wetten of delen daarvan aangenomen in het hoogste college van staat, onverbindend verklaart. Het CH kan besluiten van de regering onverbindend verklaren, dus in principe de president en de ministers corrigeren. Voorkomen moet worden dat het CH een politiek orgaan wordt. Volgens de huidige plannen mogen 7 leden van DNA en bij het Hoofdstembureau geregistreerde politieke partijen o.a. een verzoek tot toetsing doen. Het CH moet dan binnen 3 maanden uitsluitsel geven. Hierin bestaat het risico dat de oppositie steeds na tegenstemmen tegen een wet en de aanname daarvan, het CH zal gebruiken als een zogenaamd hoger beroep tegen de aanname van die wet. In de conceptwet nu mogen burgers en bedrijven zich wenden tot het CH om hen grievende bestuursbesluiten te laten toetsen aan de grondrechten in de grondwet. Het risico is er dat een andere regering de besluiten en wetten van de vorige regering kan doen aantasten, maar dat zulks moeilijk zal gaan als het CH politiek wordt ingevuld. De nieuwe president heeft wel de mogelijkheid om het CH te ontslaan en een andere te benoemen en zijn gang te gaan. De politieke beïnvloeding blijft de grootste bottleneck.

error: Kopiëren mag niet!