DOE terug maar gehavend

Uiteindelijk is de partij DOE door de president de deur gewezen. Er is geen coalitie meer van 3 maar van 2 partijen. DOE had geen bijdrage in de coalitie, dat respect is door de NDP nooit gegeven aan DOE. Dat was het ook bijvoorbeeld in de vorige regeerperiode met de andere politieke partners. Belachelijk was de wijze waarop de NDP namens de NS de OW-ministerskandidaat invulde. Dat was een belediging en vernedering waar de benadeelden bij staan. Zo is er ook nooit respect geweest voor DOE, een partij die wel aangemerkt kan worden ideologisch als een vernieuwing aan het politieke firmament. De partij heeft op papier een duidelijk fundament en een aparte partijideologie. Zulke partijen hebben de potentie om te groeien en groot te worden, maar de kunst is om geduld te hebben, kader op te bouwen en consistent te zijn. In 2015 heeft de partij DOE zichzelf flink beschadigd en pijn gedaan door in zee te gaan met een partij, die qua wezen en lidmaatschap hemelsbreed verschilt. Als de DOE vuur is dan is de NDP water. De twee partijen horen niet bij elkaar. Dat kan pas nadat precies het 8 decemberstrafproces goed wordt afgewerkt en partijstructuren beginnen om anders om te gaan met kritiek vanuit de civil society en de media.
Deze twee zaken maken dat de NDP en DOE qua inrichting en opzet zich nog bevinden aan de twee uiterste einden van het politiek spectrum. De samenwerking tussen de NDP en DOE, voor zover van een samenwerking kon worden gesproken, was de meest onbegrijpelijke in de geschiedenis van politieke coalities na 1987. Er is een langdurige in de kern van de grootste coalitiepartij gelegen tendens om grondrechten ondergeschikt te maken aan ad hoc belangen van personen. Het is gênant om nu te vernemen dat aan DOE niet gegeven is het ministerie dat ze wilde bemannen, namelijk Onderwijs en geen NH.
Partijen zonder een partijideologie in praktijk willen OW en NH graag hebben om te sjoemelen, maar DOE-exponenten hadden geen belangstelling daarvoor, ze wilden Onderwijs. Dat een coalitiepartner Onderwijs wil, komt niet vaak voor. Maar Onderwijs werd door de grootste coalitiepartner niet gegund aan de (nog) kleine DOE. DOE mocht NH hebben en de partijleiders accepteerden dat. Wat ze ook accepteerden, en dat is wel een schande voor de personen aan alle twee kanten van de samenwerking, is dat de NDP heeft bepaald wie binnen de DOE de ministerspost zou vervullen. Deze persoon zou ooit paars bloed door te aderen hebben stromen. En dat is een totale minachting en disrespect van de coalitiepartij naar haar partner. Dat is al een voorteken dat het een onzedelijke en onchristelijke samenwerking zal worden.
Als het ware is deze samenwerking voor een partij als DOE geweest een verbond om de duivel te dienen. DOE heeft in een moment van zwakte zich laten verleiden door de duivel en het vlees was zwak. Maar deze zwakte was niet door alle gelederen van de partij DOE, het was een deel dat zich door het verachtelijke liet verleiden. De DOE heeft geen geduld aan de dag gelegd en eigenlijk het bestaansrecht van een partij met nog 1 zetel in gevaar gebracht. Het was nog niet de tijd van DOE om te oogsten, dat zou wel komen in 2020. Nu is de DOE debet aan verkeerde zaken die tot nu toe zijn geweest. In economische zin zal het verwijt vervagen, maar het verwijt is diep gegrift wat betreft de bijdrage aan het duurzaam frustreren van het 8 decemberstafproces, dat verbonden is aan het collectief Surinaams geweten.
PL heeft een bijdrage geleverd aan de aanpassing van de amnestiewet van 2012, dat staat gegrift en in de pogingen om daarvan afstand te nemen hebben de leiders van die partij getypeerd en bevestigd door hun zelf de perceptie die er over hun bestaat. De DOE is gecorrumpeerd, zeiden we in 2010 en daarna toen de NH-minister, met minimaal een gedoogbeleid vanuit de DOE-partijtop, omging met milieukwesties en de zaak van de skalians. Ook de benoeming bij EBS in de rvc-top van iemand met een strafblad was een issue, naast de vele andere. Het toppunt van de bezoedeling en bevlekking van de DOE is de resolutie van 29 juni. De DOE is nu eruit (gezet), de DOE-minister heeft karakter getoond om ook zijn portefeuille ter beschikking te stellen, maar dat is niet voldoende. Hij moet zijn ontslag ondubbelzinnig nemen, dat is een meer duidelijk signaal en statement. De DOE is de verloren zoon die terug is, maar wel zwaar gehavend. De samenwerking met de NDP die na bijkans 10-11 maanden op de klippen loopt, heeft de jonge aanvankelijk veelbelovende partij veel schade berokkend.
De partijstructuren van DOE werken niet en/of zijn ze niet doordrongen van de moreel-ethische grondslag van de partij, waarmee ze zich wel degelijk in de Surinaamse politiekvoering zou kunnen onderscheiden. Wat is de schade voorde DOE? De partij heeft een vooruitgeschoven minister, die te kort minister is geweest om de risico’s van het ministerschap na het ambt te ondervangen. Hij moet nu als een normale burger ergens aan de bak komen. Persoonlijk is dat een verlies materieel, maar moreel-ethisch kan het bedanken een winst zijn. Wel staat als een paal boven water dat hij (en niet de partij) in rvm een besluit heeft genomen. De zaken die door de regering zijn uitgericht, worden ook op het conto van DOE geschreven, ondanks 10-11 maanden regeerverantwoordelijkheid. De DOE is qua ideologie nog een partij met potentie, maar het zal heel veel managementkwaliteiten vergen om de partij weer de toekomst te geven die het voor 2010 had.

error: Kopiëren mag niet!