DOE in dubio

Er is een heel opmerkelijke situatie gaande in de regeercoalitie met de partij DOE. We schreven eerder dat wie met pek omgaat ermee wordt besmet en dat de DOE zal corrumperen in deze samenwerking. Eerder schreven we ook dat de huidige regeerpartij de gewoonte heeft om alle samenwerkende partners op te breken en/of (delen) op te slokken. Dat is gebeurd met NS en PL en dat zal ook met de DOE gebeuren. De voorzitter, die de partij in en buiten rechte vertegenwoordigt, heeft kennelijk namens het bestuur en de structuren en leden van de partij aangegeven dat DOE zich distantieert van de resolutie, althans het besluit waarin gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om het OM op te dragen de vervolging in het 8 decemberstrafproces te stoppen. Dit is aangegeven in een brief aan de president, de hoofdverdachte in het 8 decemberstrafproces. DOE vindt dus dat Desi Bouterse moet worden vervolgd en berecht. Het valt DOE op dat in de gemeenschap de indruk ontstaat dat middels inmenging getracht wordt het 8 decemberstrafproces tegen te houden.
In de brief zou DOE hebben gezegd dat de participatie van de partij in de coalitie is op basis van goed bestuur, waaronder begrepen is respect voor de trias politica. Dit stelt de DOE kennelijk omdat ze van oordeel is dat er geen sprake is van goed bestuur en respect voor trias politica of dat deze in bedreiging is. Als deze twee zaken voorwaarde waren en zijn voor deelname aan de coalitie, waarom worden er dan geen consequenties aan verbonden? Nu zegt de DOE dat ze ook tegen de aanpassing van de amnestiewet was in 2012. De amnestiewet en de laatste resolutie zijn van zodanige moreel-ethische aard, omdat het gaat om moorden en mensenlevens, dat het onvoorstelbaar is dat een op christelijke leest geschoeide partij die zwaar normen en waarden propageert, ondanks de vaststelling dat ze het niet akkoord is met dwingende moreel-ethische besluiten, toch aanblijft. De DOE is wel dus duidelijk geen aanhanger van de president. Toen de amnestiewet in 2012 in stemming werd gebracht, heeft de DOE niet tegen gestemd, het DNA-lid was gewoon niet in de zaal aanwezig.
De DOE beweert dat haar minister van NH de partijstructuren en niet eens het bestuur op de hoogte heeft gesteld over het RvM-besluit van 29 juni 2016. Dus de minister wordt afgevaardigd door de DOE, vanuit een bepaalde filosofie en die helpt in RvM besluiten nemen, waarvan hij behoort te weten dat het om aangelegenheden gaat, waarover de partij vanwege haar partijideologie een zekere bijzondere opvatting heeft. De tekenen uit 2012 en de standpunten daarna van de partij wat de amnestiewet betreft, waren ondubbelzinnig en duidelijk. De vraag rijst nu ten tweede wat de DOE met deze minister zal doen. Staan ze achter de minister? Willen ze het risico lopen dat deze overloopt naar de NDP met nog enkelen die nu een goed salaris hebben? De DOE heeft Bouterse in haar brief medegedeeld dat ze constateert dat het RvM-besluit gebaseerd is op macht en niet op gezag. De DOE keurt de resolutie af, maar blijft morrend in de coalitie. Het wordt alleen maar mooier wanneer de DOE-minister afstand neemt van de DOE-brief en –verklaring waarin de partij zich distantieert van de resolutie. Dus in plaats van dat de heren met elkaar praten, laten ze duidelijk blijken dat ze afwijkende meningen eropna houden en dat er geen wil is voor een compromis.
In deze is de NH-minister een eenling tegenover de DOE, hij acht dus zijn positie veel hoger en groter dan de partij zelf. De minister zegt dat de brief van DOE, niet van DOE is, maar van de voorzitter. De minister proeft dat DOE uit de coalitie wil, maar hij wil kennelijk niet eruit. Overigens maakt de minister wel een punt dat de amnestie van 2012 al een feit was, toen in 2015 DOE tot de regering trad. De wijze waarop de minister de voorzitter bespreekt, geeft aan dat hij niet bang is voor een scheiding met de partij. Een prominent lid van DOE hekelt zowel het gedrag van de minister, als dat van het DOE-bestuur zelf. Hij is van oordeel dat de partij de eer aan zichzelf moet houden. Hij denkt dat het bij de minister gaat om het veiligstellen van ‘de vergoeding voor het leven’ na 1 jaar ministerschap. Opmerkelijk is dat onder de leden van DOE kennelijk altijd twijfels hebben bestaan over de deelname van de partij aan de coalitie. Het blijven aanzitten in de regering was enkele weken terug (enig) agendapunt op een partijvergadering. Bestuursverkiezingen waren in het verlengde hiervan ook aan de orde. Er zou uiterlijk 4 juli een verkiezingscommissie worden benoemd, en die deadline is niet gehaald door het bestuur.

error: Kopiëren mag niet!