Oproep aan Biza

Enkele maanden terug is een klein Surinaams meisje overleden, omdat ze niet op tijd hulp kon vinden voor een aandoening waaraan ze leed. Autoriteiten leken niet bereidwillig te zijn om middelen soepel beschikbaar te stellen aan de genezing van het meisje. Er was geen begrip voor het begrijpelijke ongeduld van de ouders. De samenleving begon aan een geldinzamelingsactie om het kind toch te kunnen sturen naar het buitenland, maar op het moment toen de middelen overhandigd zouden worden, was het al te laat. Het meisje was te vroeg weggerukt uit het leven van de ouders en de samenleving in het algemeen. Het overlijden van dit meisje was pijnlijk, maar het was een moment om zulke overlijdens te voorkomen. Er was of is in Suriname in het kader van de buitenlandse samenwerking een regeling voor de zogenaamde ‘laagfrequente aandoeningen’, dat zijn de aandoeningen die niet vaak voorkomen, dus waarop ons niet al te ontwikkeld en kleinschalig gezondheidszorgsysteem niet goed is afgestemd. Suriname heeft op diplomatieke vlak ruzie met een welvarend land als Nederland; de ruzie van één persoon met Nederland is door hem via de politiek uitvergroot tot een ruzie althans een bekoelde relatie tussen de twee staten. Nederland heeft Suriname als kolonie gehad en de econoom Zunder heeft in een uitgebreide en baanbrekende publicatie duidelijk aangegeven hoeveel de Nederlandse economie gehad heeft aan de Surinaamse economie en hoe de overheid en het (Amsterdamse) bedrijfsleven hiervan hebben geprofiteerd. Nu is met name door Zunder in Suriname het concept van en de discussie over ‘reparations’ (herstelbetalingen) uitgelegd en geïnstutionaliseerd. Deze discussie leidde tot het aannemen van het concept van reparaties tot een formeel beleidspunt van de Caricom-staatshoofden. Deze terugbetaling kan bijvoorbeeld middels ondersteuning van de kleine en jonge onderontwikkelde samenlevingen, economieën en gezondheidszorgsystemen op het gebied van bijvoorbeeld deze laagfrequente aandoeningen aangevuld worden met behandeling van chronische aandoeningen als hiv, kanker, nierfalen en suikerziekte. Bij reparations gaat het niet om een kwestie van bedelen, maar om compensatie waarop men recht heeft. Koloniën zijn uitgebuit en verwaarloosd verbannen via de soevereiniteitsoverdracht, voor ons in 1975. Suriname is een jonge staat en moet nu onder allerlei handelsregimes op gelijke voet gaan concurreren met landen, die al eeuwenlang industrieën eropna houden, enkele honderden jaren middels uitbuiting van mensen en landen uit en in Afrika en de Caribbean. Wanneer de reperations via de Caricom-agenda zal belanden op de tafel van de ACP-EU, eventueel specifiek gericht op de Sids (small island developing states) waartoe Suriname behoort, is een vraag. De EU heeft in zijn geheel zich wel afgezet tegen de hedendaagse moderne vormen van slavernij, maar officieel het handelen van de voorgaande regeringen om koloniën en volken uit te buiten, niet afgekeurd. Wat het standpunt van de EU, althans de volken die andere volken hebben uitgebuit, is onbekend. De reperations zijn een zaak voor de toekomst, voor de korte termijn moeten wij zelf een oplossing zoeken voor gevallen als van de kleine Surinamer. Voor een toekomstig geval kunnen wij met gezamenlijke inspanning een fonds in het leven roepen. Dit voorstel hebben wij eerder gedaan. Nu doen wij een oproep aan de regering en het ministerie van Binnenlandse Zaken. Op alle groepen van ambtenaren moet een beroep worden gedaan om per maand een bedrag in te leveren, variërende van 5 tot 20 SRD per maand. Het gemiddelde aantal ambtenaren zit dichtbij de 40.000 ambtenaren. Als men gemiddeld SRD 10 per maand laat inhouden, dan komen we op maandbasis op SRD 400.000 in een fonds. Per jaar komt het bedrag op SRD 4.8 miljoen en in anderhalf jaar op SRD 7.2 miljoen. Als ministers, directieleden en andere topambtenaren zoals beleidsadviseurs meer afstaan per maand, dan kan het bedrag hoger uitvallen. Het fonds moet bestuurd worden door een stichting van Biza, waarin zitting hebben vertegenwoordigers van bijvoorbeeld Biza, Volksgezondheid, CLO en Ziekenhuisraad. Zowel christenen, als moslims en hindoes hebben de verplichting om een bijdrage te geven aan het verlichten van de situatie van degenen, die lijden bijvoorbeeld aan een ziekte. Zij kunnen deze bijdrage aanmerken als hun aalmoes dat ze verplicht zijn te geven als personen die een baan hebben. We zijn nu in het midden van de vastenmaand Ramadan en de Biza-minister zou in deze maand een historische daad hebben gesteld als hij deze stichting zou helpen opzetten en via de CLO en onderhandeling geraken tot een spoedige instelling van deze stichting en het fonds.

error: Kopiëren mag niet!