Assembleelid Patrick Kensenhuis (NDP) ziet vooralsnog geen enkel reden en noodzaak dat president Desi Bouterse het parlement zal vragen om een noodtoestand af te kondigen. “Ik zie niet in waarom de noodtoestand zal worden uitgeroepen. Het zal niet zo ver komen, omdat er ook geen voeding is voor noodtoestand. Ik denk dat het gewoon sensatie is die men in de gemeenschap wenst te gooien”, zegt de politicus aan Dagblad Suriname. De parlementariër uit Para is het volkomen eens met het staatshoofd dat er sprake is van een constitutionele crisis. Echter vindt hij ook dat er voldoende ruimte is om deze zaak binnen de grenzen van wet en recht op te lossen. In plaats van een constitutionele crisis zou men volgens hem kunnen spreken van een grondwettelijke crisis. “Ik zou bijna willen zeggen dat er een situatie is waarbij de toepassing van een bepaald wetsartikel aan verschillende betekenissen onderhevig is. Dat is wat wij juist niet moeten hebben.” Hij benadrukt dat de amnestiewet uit 2012 een wet is die door het hoogste college van staat is aangenomen.
“Het enig orgaan dat dit in dit geval zou moeten toetsen is het Constitutioneel Hof. Echter ontbreekt dit Hof op dit moment”, stelt hij. De vraag die volgens de politicus gesteld zou moeten worden, is wie in dit geval nu bevoegd is om te zeggen of een bepaalde wet terzijde kan worden gelegd. De grondwettelijke crisis is volgens hem ontstaan, doordat er verschillende interpretaties worden gegeven aan de wetten die door De Nationale Assemblee (DNA) zijn gemaakt. Vandaar dat hij denkt dat het een goed moment is voor de president om de drie machten en de politieke partijen uit DNA te consulteren. De crisis moet volgens hem op een of andere manier opgeheven worden. Op basis van consultaties neemt hij aan dat de president gaat voor een vredige oplossing.
FR
