Klimatologisch valt er in de maand mei gemiddeld meer neerslag in het binnenland dan in het kustgebied. Voor het noordelijk deel van ons land is dat de maand juni dat er meer regent. Dit vertelt Truus Warsodikromo van de Meteorologische Dienst. ‘Voor 2016 blijkt dat het verschil van de totale hoeveelheid neerslag in het binnenland en het kustgebied toch niet extreem groot is. Op bepaalde gebieden in het kustgebied valt er wel meer neerslag dan het binnenland’, zegt Warsodikromo aan Dagblad Suriname.
‘Niet omdat er sprake is van wateroverlast in delen van het kustgebied moet geconcludeerd worden dat er veel meer neerslag is gevallen dan in het binnenland’, attendeert ze. ‘Een goede afvoer van overtollig water speelt hierbij een heel belangrijke rol. Zwampen bijvoorbeeld zorgen voor het bergen van water (overtollig), maar vanwege de vele verkavelingsprojecten zijn vele van ze dicht gedempt, waardoor het overtollig hemelwater nergens heen kan, met als gevolg wateroverlast. Ook het verstopt raken van waterafvoerwegen met afval, vooral petflessen, is een oorzaak van wateroverlast’, legt Warsodikromo uit.
In de eerste week van juni is de meeste neerslag genoteerd in de Cultuurtuinlaan (159,9 mm), Zorg en Hoop (134,1), Alliance (180,1), Albina (110,3), Groningen (105,1) en Nieuw Nickerie (139,8). Terwijl in Albina het veel heeft geregend, was er in Moengo (29,9) veel minder neerslag. In het binnenland is de meeste neerslag gevallen in Palumeu (94,0) in het Tapanahony-gebied. Te Laduani in het Boven Suriname-gebied is 87.7 mm genoteerd.
Asha Gajadien-Bhagwat
