De hoogte van de staatsschuld (deel 3)

Buitenlandse leningen
Eerder is gesteld dat het lenen door de overheid in eigen land moet worden afgeraden. Maar dit heeft men niet bij buitenlandse leningen. De deviezen positie blijft intact. Een ding moet men echter steeds in de gaten houden. Uit de praktijk van het economisch leven blijkt dat geldschieters zelden om de hoofdsom zitten te springen omdat ze weer op zoek moeten gaan naar een nieuwe lener om hun geld rendabel te houden. Ze willen wel graag op tijd hun interest ontvangen omdat velen daarvan moeten leven. Dit moet men steeds in het oog houden.
Ik adviseerde veel buitenlandse leningen te sluiten, om bijvoorbeeld onze hoofdstad te verfraaien om zodoende iets moois voor het nageslacht achter te laten en om toeristen aan te trekken.. To hell with schulden zei ik. Iemand die bang is voor schulden zal nimmer de stap zetten om een mooie en gerieflijke woning te bouwen.
IMF en de staatsschuld
Ik schijn eindelijk gelijk te krijgen. Kort geleden verscheen een nieuw rapport van het IMF over de staatsschuld zoals ik in de inleiding van deze reeks al heb vermeld. De schrijvers rekenen af met het gejeremieer van de mensen die steeds leningen afkeuren. Ik zal enkele markante uitspraken in het Engels overnemen voor degenen die met praatjes zoals: de tering naar de nering zetten en geen schulden achterlaten voor nabestaanden, zullen gaan staan beweren dat ik weer onzin verkoop.
De schrijvers maken korte metten met de Maastrichter norm van 60 procent waaraan niemand zich trouwens houdt zoals ik eerder al heb aangetoond.
Ze zeggen: Debt sustainability, is not just about the debt relative to GDP. There are a lot of other factors which contribute to how much debt an economy can stand. It is different for different countries at different times. De mate waarin een land in staat is schulden te dragen is afhankelijk van veel factoren. Dit verschilt van land tot land en van tijd tot tijd. In tegenstelling tot wat velen in dit land denken kunnen wij veel schulden dragen. Wij kunnen te allen tijde terugbetalen. Want wanneer dat moeilijk gaat, zeggen we gewoon aan de crediteuren: kom het zelf uit de grond halen.
Wat zouden de landen moeten doen met hun schulden?” vragen de IMF schrijvers zich af. En zij beantwoorden de vraag met. Niets, totaal niets. The best thing, is simply to let economic growth take its course. In the long run, if the economy grows more quickly than debt, the burden of it will fall as a percentage of GDP.
De focus moet meer gericht zijn op economische groei, zeggen zij. Als de economie sterker groeit dan de schuld dan daalt vanzelf de verhouding tussen schuldpositie en nationaal inkomen.
En nu komt het: als de landen in een poging de schuld te verlagen belastingen verhogen, neemt de koopkracht af en dus ook de economische groei. Als de landen overgaan tot bezuinigen om de schulden af te lossen, neemt de koopkracht ook af en dus de economische groei. Dus laat de zaak maar betijen.
Ze komen tot de merkwaardige conclusie dat het gezond is meer schulden te maken en ontwikkelen een theorie over de omvang van de staatsschuld. Ze zeggen: een land mag doorgaan met lenen zolang het nog fiscal space heeft..
Ze verstaan onder dit begrip dat de markt bereid is de staat van middelen te voorzien. Wanneer is de markt bereid een land geld te lenen? Als het land trouw zijn rente betaalt. Dat zeggen niet zij, maar ik. Mensen die geld uitlenen zijn zelden geïnteresseerd in de hoofdsom omdat ze daarvoor weer een lener moeten zoeken. Ze zijn wel geïnteresseerd in de rente omdat ze daarvan moeten leven.
Voor een groot aantal landen rekenden ze uit hoeveel fiscal space die nog hadden.
Ze stelden een boven limiet vast op basis van de gegevens van het ratingsbureau van Moody en vergeleken de hoogte van de huidige staatsschuld ten opzichte tot het nationale inkomen daarmee. Ze verlaten de Maastrichtnorm dus geheel en al. (wordt vervolgd).
Mr. dr. W. R. W. Donner

error: Kopiëren mag niet!