Vermoorde Surinaamse Joden krijgen na bijna 75 jaar monument

Vermoorde Surinaamse Joden krijgen na bijna 75 jaar monument1
Vermoorde Surinaamse Joden krijgen na bijna 75 jaar monument2Tijdens de onthulling van een monument ter nagedachtenis van 105 Surinaamse Joden, die tijdens de Tweede Wereldoorlog in de concentratiekampen van Duitsland om het leven kwamen, kwam een stukje onbekende Surinaamse geschiedenis aan het licht. De dood van deze Surinamers was een zware klap voor de Surinaams-Joodse gemeenschap, die op dat moment uit 700 personen bestond. Het jongste Surinaamse slachtoffer van deze gruwelijke afslachting van een derde deel van de totale Joode bevolking in de wereld was slechts 12 jaar oud. De slachtoffers, allen geboren in Suriname, waren toevallig in het moederland van de toenmalige kolonie Suriname toen de oorlog uitbrak. De namen van de slachtoffers werden voorgelezen door geestelijken vanuit verschillende religieuze organisaties in Suriname. De onthulling van het monument werd gedaan door Armand van Alen, trouw lid van de Joodse gemeenschap en tevens donor bij het project ter totstandkoming van het monument. De ambassadeur van Israël voor Suriname, Mordehai Amihai-Bivas, vloog speciaal over voor de gelegenheid. Hij gaf onder andere aan dat wat de Surinaamse Joden overkomen is ons eraan herinnerd dat wat zich op het wereldforum afspeelt een ieder raakt en dat geen enkel land een eiland is in dat opzicht. Hij gaf ook dat het getal 105 in perspectief met de 6 miljoen Joden die overleden zijn in de concentratiekampen misschien klein lijkt, maar dat het gelijk een ander beeld is wanneer je de slachtoffers als individuen, als personen ziet, allen met hun eigen verhaal. Het maakte uiteindelijk niet uit waar al deze mensen vandaan kwamen, ze ondergingen allemaal hetzelfde lot, gaf Alexander Avram aan, directeur van ‘The hall of names in Israël. Hij wist te vertellen dat ook vanuit de voormalige Nederlandse kolonie Indonesië, zeker 99 Indonesische Joden in Nederland hetzelfde overkwam. Het monument bestemd voor de Surinaams-Joodse oorlogsslachtoffers slachtoffers moet symbool staan voor zij die het zwijgen zijn opgelegd om ons eraan te herinneren dat wij altijd moeten opkomen tegen haat en onrechtvaardigheid.
De schrijfster Cynthia Mc Leod-Ferrier, één van de sprekers, gaf aan dat Suriname tijdens de Tweede Wereldoorlog meer dan 400 gevluchte Joden uit Europa heeft opgevangen. Surinamers uit de armste lagen van de bevolking hebben hun bijdrage geleverd aan het helpen opvangen van de vluchtelingen. Er werden door de regering speciaal voor hen huizen gebouwd en er ontstond een heel dorp in de omgeving van waar nu de Venezolaanse ambassade staat. De kinderen gingen hier naar school. Na de oorlog keerden de meesten terug naar Europa. Toen de dood van de 105 Joodse Surinamers bekend werd in Suriname kwam de gemeenschap in opstand tegen de wijze waarop de Joden in Nederland behandeld werden. Suriname proclameerde de eerste zondag in januari 1942 tot een speciale gebedsdag, waarbij gebeden werd voor alle Joden in Europa. Alle religiën in het land participeerden aan deze gebedsdag. Stanley Sidoel, directeur bij het directoraat Cultuur van het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, benadrukte dat de Joden, die 376 jaar terug naar Suriname kwamen, een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de Surinaamse cultuur, economie, de regering en de maatschappij. Alle sprekers waren het erover eens dat wat de Joden is overkomen tijdens wat bekend staat als de ‘Holocaust’, zich in de wereld nimmer mag herhalen.

error: Kopiëren mag niet!