Hoe lang moet onderzoek naar kindermishandeling duren?

Er zijn in de media enkele minder fraaie berichten verschenen met betrekking tot een opvanghuis voor kinderen. Er is gesprokene] over mishandeling en seksueel misbruik. Het ministerie van Sozavo ontfermt zich over de opvanginstellingen en heeft daarvoor ten minste een afdeling. Over het betreffende kinderhuis zijn vaker klachten bij de betreffende overheidsafdeling gedeponeerd, maar kennelijk is met de klachten niet veel gedaan. Naar aanleiding van de klachten is een buurtmanager benaderd en de reactie van deze politieambtenaar is een teleurstelling. De politiefunctionaris is uiterst voorzichtig en kan niet eens enkele algemene statements maken met betrekking tot de rechten van kinderen, de mishandeling van kinderen en het misbruik van kinderen. Hij kan niet zeggen wat de politie over het algemeen doet wanneer kinderen in een tehuis worden mishandeld of misbruikt. Moeten we daaruit concluderen dat de politie niets doet? De politiefunctionaris etaleert een attitude, waarbij zaken dood worden gezwegen. De kleine kinderen in het tehuis kunnen niet voor zichzelf opkomen. Er zijn volwassenen in de buurt die een indicatie hebben dat er smerige praktijken in het tehuis voorkomen en die trekken aan de bel. Om alles binnenshuis te houden, zou er een soort school in het tehuis bestaan. Er is een vrees bij de politieman/buurtmanager te merken en dat is totaal niet wat van de politie in soortgelijke gevallen wordt verwacht. Er moeten structurele maatregelen worden getroffen om over de hele linie de opvanginstellingen gezond te maken. Er is enkele jaren terug in DNA gesproken over wildgroei bij de opvanginstellingen en dat er standaarden moesten komen. Er is eind 2013/begin 2014 een wet in DNA goedgekeurd met betrekking tot de opvanginstellingen. Deze wet introduceert een aantal standaarden, die preventieve werking behoren te hebben. De wet introduceert een Landelijk Register Opvanginstellingen (LRO). Het is onbekend in welke mate deze wet al functioneert en het register in werking is.
Het is verboden een opvanginstelling te exploiteren zonder ingeschreven te zijn in het LRO. Degene, die een opvanginstelling wenst te exploiteren, dient zich aan te melden bij de Controledienst (speciale controle-eenheid ten behoeve van de specifieke doelgroepen) voor de specifieke doelgroep. De Sozavo-minister publiceert de aanmelding binnen 1 maand in het Advertentieblad en in minimaal 2 kranten. Het publiek mag schriftelijk bezwaar aantekenen. Dat betekent dus dat er van het publiek verlangd wordt dat die zich niet distantieert van de instellingen die in de buurt zijn of waaraan jonge of oudere familieleden verbonden zijn. Het orgaan dat het bezwaar ontvangt en afhandelt moet vertrouwen winnen van de samenleving, maar ook niet lichtelijk gaan over de bezwaren. De Controledienst controleert binnen 4 maanden of de opvanginstelling voldoet aan de kwaliteitsstandaarden. Voldoet de opvanginstelling en zijn er geen bezwaren, dan wordt de opvanginstelling ingeschreven in het LRO. De inschrijving in het LRO is te vergelijken met een certificering. Wijst de minister inschrijving af, dan wordt dit schriftelijk met de redenen medegedeeld aan de aanvrager. Bij een afwijzing mag men bij de president in beroep gaan binnen een maand.
De president beslist binnen 3 maanden. Heeft de hoofd- of medeverantwoordelijke van een instelling een strafblad, dan moet volgens de wet de inschrijving in het LRO worden afgewezen. Dit laatste betekent dat de controledienst extra goed moet controleren wie precies achter de instellingen zit. De controledienst kan op straffe van tenietdoen van de inschrijving aanwijzingen geven aan de instelling om (geheel) te voldoen aan de wettelijke vereisten. De wet geeft aan dat geregistreerde opvanginstellingen naderhand ook verwijderd kunnen worden uit het LRO. Dit kan het geval indien de opvanginstelling niet of niet meer voldoet aan de bij staatsbesluit vastgestelde kwaliteitsstandaarden. Verder kan de verwijdering uit het register plaatsvinden indien de exploitant de aangewezen maatregelen uit een schriftelijke aanwijzing (bij het niet voldoen aan de kwaliteitsstandaarden) niet binnen de gestelde termijn nakomt. De controledienst waarnaar de wet verwijst behoort al in werking te zijn.
De wet impliceert dat op den duur alle opvanginstelling via certificering een keurmerk dragen waaruit een waarborg blijkt dat zaken richtig aan toe gaan. De vraag rijst waarom Sozavo nog niet heeft ingegrepen ondanks gedurende enkele jaren klachten zijn gedeponeerd bij het ministerie. Zaken zijn ook bekend bij de politie, maar toch is men terughoudend om op te treden. Opvallend is dat de terughoudendheid of radeloosheid ook te merken valt bij de trekker van de nieuw opgezette Commissie Kinder en Jeugdbeleid op het kabinet van de president. Het hoofd van het Bureau Opvanginstellingen stelt dat men nog bezig is met het onderzoek, maar moet dit dan jaren aan de gang zijn zonder zicht op afronding? Informatie is er dat ten minste in 2013 een klacht bij Sozavo is gedeponeerd. Zo gauw er informatie is zal Sozavo omtrent het onderzoek informatie doorgeven. Wij kijken uit naar die informatie en na 3 jaren onderzoek is het meer dan tijd dat het onderzoek wordt afgerond. Van de gelegenheid kan men gebruik maken om ons een landelijk beeld te schetsen.

error: Kopiëren mag niet!