Economische participatie vrouw vergroten

Vandaag wordt weer mondiaal de Internationale Dag van de Vrouw herdacht. Rond deze dag wordt stilgestaan bij de stand van zaken aangaande de positie van de vrouwelijke burger nationaal, regionaal en internationaal. Op nationaal niveau is het ministerie van Binnenlandse Zaken primair verantwoordelijk voor het algemene beleid met betrekking tot vrouwen, maar nagenoeg alle departmenten hebben deelverantwoordelijkheden. Dit department heeft de zorg voor ‘de optimale participatie van de vrouw in het ontwikkelingsproces in Suriname’ en voor ‘een evenwichtig emancipatorisch vrouwenbeleid, met inachtneming van specifieke Surinaamse karakteristieken’. De Surinaamse vrouw heeft in Suriname behoorlijke stappen vooruit gemaakt in en via het onderwijsgebeuren. Vrouwen studeren in lijn met de internationale trend langer dan mannen, vrouwen vallen in Suriname minder snel uit. Statistieken tonen aan dat in het onderwijs de vrouwen domineren hoe hoger men op de ladder komt. Zelfs op bijvoorbeeld de Technologische Faculteit is de vrouw in de meeste richtingen de baas. De vrouw in Suriname is dus intellectueel de sterkere partij in vergelijking tot de man, maar de dominantie in de maatschappelijke posities zien we niet. Er is bij de laatste verkiezingen een inhaalslag gemaakt door de vrouwen wat betreft het aantal DNA-posities. Internationaal wordt deze dominantie erkend in een betere waardering wat betreft de ‘politieke versterking’ van de vrouw. Maar in de maatschappelijke discussie is de vrouw minder te zien en dat is niet conform de opleiding van de vrouw. De vrouw moet actiever zijn op het zogenaamde maatschappelijk middenveld, bijvoorbeeld in de vakbeweging. Onder de leden van de vakbonden zijn de vrouwen het best geschoold. Als we ons niet vergissen is geen enkele voorzitter van de vakentrales een vrouw.
Geen enkele vrouw is in beeld, het is een rigide mannenwereld, waarbij men ongevoelig is voor de bijzondere positie en gewenste bescherming van de vrouw en de jongeren. In het bedrijfsleven zijn er misschien wel enkele goed betaalde vrouwen, maar in de directies en op het allerhoogste niveau zijn de vrouwen op de vingers van een hand te tellen. Bij de parastatale en staatsbedrijven zijn er ook geen vrouwen die op de allerhoogste stoel zitten.Ook in de financiële wereld zien we nauwelijks vrouwelijke toppers en hetzelfde geldt voor de zorgsector. In het ambtelijke zijn er hier en daar wel directieposten weggegelegd voor vrouwen, maar hun inbreng is minimaal. In de advocatuur en de rechterlijke macht is de participatie van de vrouw redelijk goed, maar ook hier zien we dat de mannen domineren en in de hoogste functies zitten. In de DNA is er meer participatie van vrouwen na de laatste verkiezing, maar de luide stemmen in DNA behoren toe aan mannen. De vrouwen zijn iets passief en lopen in het gareel van de mannen en dat komt ook door gebrek aan ervaring. Met het bovenstaande geven we aan dat vrouwen goed geschoold zijn, maar dat het nog niet leidt tot meer leidinggevende posities in de belangrijke sectoren van de samenleving. Op laatste gehouden conferentie van de moederbond is door de vakbeweging beaamd dat de positie van de vrouw in Suriname over het algemeen niet zo slecht is, het is beter dan wat internationale rangschikkers van de zaak maken. In elke geval weten we dat het wel beter kan. De vrouwelijke emancipatie is in Westerse landen een min of meer volbracht proces, maar dat is niet het geval in Suriname. Middels onderwijs, ondernemerschap en arbeid kan het proces van integratie en emancipatie versneld worden. Op onderwijsgebied doen vrouwen het goed, maar er moeten meer effectieve programma’s komen om de vrouwen te ondersteunen bij het opzetten van een kleine of middelgrote onderneming. In productiesectoren moet meer inspanning worden gepleegd om producenten te bundelen zodat ze zonder verspilling begeleiding en andere ondersteuning kunnen ontvangen en efficienter kunnen investeren en produceren. De ondersteuning moet landelijk zijn voor alle vrouwen, niet alleen bij de inheemsen en de marrons. Ook in de rurale gebieden moet deze ondersteuning er zijn. Er is een behoefte voor meer opvang van kinderen. Deze opvangmogelijkheden moeten bevorderd worden door de overheid en ook hier moet het gaan om een landelijke aanpak. Vanuit de overheid moet er nog een heleboel gebeuren om de positie van de vrouw te versterken. De wetgeving met betrekking tot de discriminatie op basis van geslacht moet worden ingevoerd. Er moet een mechanisme zijn om vrouwen de mogelijkheid te geven, te ageren tegen vormen van discriminatie die zij ervaren. De economische vooruitgang van Suriname is onmogelijk zonder het vergroten van de kansen van de vrouw tot economische participatie en wel in de formele sfeer.

error: Kopiëren mag niet!